De Vlaamsche School. Jaargang 9
(1863)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– AuteursrechtvrijBeschryving van de vyf glasramen der koor van St-Gummarus-Kerk te Lier.De vyf schoone geschilderde ramen die het halfrond dezer kerk sedert dry en halve eeuwen versieren, door de kunstminnaers en, in 1856, door Zyne Majesteit den Koning en diens Doorluchtige Familie zeer bewonderd, waren door den invloed van den tyd tamelyk geschonden en wachtten herstelling. Ondersteund door de bydragen der hoogere Overheden, vermogt het kerkfabriek, in 1861, aen die behoefte te voldoen. Het werk werd den heer Capronnier van Brussel toevertrouwd, die het naer ieders voldoening uitvoerde en de glasramen, na eene afwezigheid van één jaer, werden in october 1862, op hunne aloude plaets hersteld. Dewyl de meeste aenschouwers, by gebrek aen voldoende geschiedkundige toelichtingen, op zulke kunststukken niets zien kunnen dan afgebeelde persoonagiën en wapenschilden, vermeenen wy menigeen aengenaem te zyn met eenen volledigen uitleg dier kunstgewrochten in het licht te geven. Wy vangen deze taek aen met de noodige geschiedkundige aenteekeningen nopens den oorsprong der onderhavige glasramen. Onze prachtige hoofdkerk werd, niet in 1425 gelyk de heer Van Graesen gevolgd door Van Lom het opgeeft, maer in 1377, zooals het blykt uit de oorkonden der stad en der kerk, aengelegd. Dit reuzenwerk, gelyk men ligt vermoeden kan, kwam niet zonder groote moeijelykheden en bezwaren tot stand; meermalen werden by gebrek aen geldmiddelen de werken onderbroken. De mildheid onzer godvruchtige voorouders was ontoereikend om zulk een kunstgewrocht, aenzienlyk onder allen, zonder staking voort te bouwen. Dank en hulde zyn wy in dit punt aen onze Doorluchtige Vorsten verschuldigd, die onze moedige voorouders eene milde hand toereikten om deze godgewyde plaets te helpen oprigten en versieren. Het huis van Bourgondië onderscheidde zich ten dien opzigte. Zoo zag men den 11 october 1477, dus honderd jaren na den aenvang der werken, Margarita, gemalin van Karel den Stoute, alhier aenkomen om de overblyfsels van den H. Gummarus te vereeren door hare gebeden en de opdragt van twee zilveren autaer-kandelaers. Dit voorbeeld van op den troon gegeven, bewoog menige voorname persoonen om giften, hetzy met levenden lyve, hetzy by uitersten wil, aen de kerk te schenken, ten einde de kerkmeesters in staet te stellen de bouwkosten te bestryden. Keizer Maximiliaen die dikwerf onze stad bezocht en, als het ware, haer voor zyn lievelingsverblyf gekozen had, mag met regt onder de byzondere weldoeners onzer kerk gerangschikt worden. Hy was het die ten jare 1516 de dry schoone glasramen schonk, waerin hy, benevens zyne echtgenoote Maria van Bourgondië, met de kinderen uit hun huwelyk gesproten, afgebeeld staet. Ziehier met welke gelegenheid, waerschynlyk dit geschenk wierd gegund: In het jaer 1500 leden de kerkmeesters alweêr gebrek aen middelen om de werken te vervoorderen. De kerk was voltooid, maer aen de koor en haren omtrek bleef nog veel werks. De stedelyke besturing en het kapittel de welwillendheid van den keizer bewust, besloten ingevolge aen dezen vorst een smeekschrift in te dienen, om hem te verzoeken van door zyn gezag te Roomen eene geestelyke gunst ten voordeele onzer kerk te verwerven, die de gelden zoude verschaffen, noodig om de koor te voltrekken. Of aen dit smeekschrift gevolg is gegeven, hebben wy niet kunnen ontdekken: wy weten slechts dat gemelde keizer 16 jaren later met zynen kleinzoon hertog Karel, naderhand Karel V, wederom te Lier gekomen, de koor voltooid vond en besloot dezelve met dry glasramen te versieren, by dewelke, zegt Van Graesen, er nog twee ter eere des keizers werden gevoegd. Dry jaren daerna, dus in 1519, kwamen die kunstgewrochten aen en werden op hunne bestemde plaets gesteld, gelyk het blykt uit het jaertal 1519 't welk zich op eenen pilaer der tweede glasraem, noordwaerts, bevindt. Hier moeten wy onze geschiedkundige aenteekeningen staken, mits de verdere oorkonden ontbreken; de toenmalige kapittelsakten en kerkrekeningen zyn ongelukkiglyk verdwenen; wy kennen zelfs den naem des kunstenaers niet, welke deze gedenkstukken onzer Doorluchtigste Vorsten verveerdigde; vruchteloos hebben wy op die kunstwerken zelven eenen naem, een teeken gezocht die ons op het spoor des meesters hadden kunnen zetten. Wy gaen dus tot de beschryving dier kunststukken over. | |
Eerste glasraem.In het harnas twee linten zonder opschriften. Regts. Ste-Margarita, maegd en martelares. De heilige draegt een kleed van gouden laken en eenen rooden zyden mantel; in hare linker hand houdt zy een gouden kruis, boven hetwelk de heilige Geest in de gedaente eener duif, in het midden van eenen hemelprael zweeft. Aen hare voeten ligt de duivel, verbeeld door eenen groenen draek. Onder haer ziet men Margarita van Oostenryk, echtgenoote van Philibertus van Savooije; zy is afgebeeld gelyk al de overige voorgestelde persoonen, in eene biddende houding op eene knielbank, bedekt met een groen tapyt, onder een prachtig verhemelte. Haer kleedsel bestaet uit een kleed van gouden laken, eenen purperen zyden fluweelen mantel en eenen witten linnen doek op het hoofd. Links. St-Philibertus, abt van Jumiège, in het wit habyt van zyne orde, omhangen met een koorkleed van gouden laken en den witten myter op het hoofd; in zyne regter hand houdt hy den gouden herderstaf en in zyne linker een open boek. Onder hem Philibertus van Savooije, met ongedekt hoofd, in zyn krygsgewaed, dragende den rooden wapenrok met het kruis van Savooije. | |
Wapens.1. Regts. Het wapen der vrouw, ruitsgewyze hangende, gehouden | |
[pagina 185]
| |
door eenen engel, gehalfd: de eerste helft gevierendeeld, het eerste kwartier van azuer (blauw), met dry leliën van goud en den band van keel (rood), dwars over het gansche (nieuw Bourgondië); het tweede van zilver met den leeuw van keel, getongd, geklauwd en gekroond van goud (Limburg); het derde geband van goud en van azuer, van zes stukken (oud Bourgondië), en het vierde van sabel, (zwart) met den leeuw van goud, getongd en geklauwd van keel (Braband); de tweede helft van keel met het kruis van zilver (Savooije). 2. Links. Het wapen des mans: van Savooije, bekroond met den gouden helm, daerboven een uilenhoofd van goud, tusschen eene vlugt van sabel. 3. Regts. Van goud met den dubbelen arend van sabel (keizerryk). 4. Links. Gekwartierd: het eerste en vierde van zilver, met een verkort krukkenkruis van goud, vergezeld, in iederen hoek, van een kruisje van hetzelfde (Jeruzalem); het tweede en derde gefaesd van zilver en van azuer, met den leeuw van keel, dwars over het gansche (Luxembourg). 5. Regts. Nieuw-Bourgondië. 6. Links. Van zilver, omgeven van vier wassende leliën van goud; in het midden vyf kleinere schilden van azuer, met vyf bizanten van zilver, kruiswyze geplaetst; de boord van keel met acht torentjes van goud (Portugael). 7. Regts. Gekwartierd: het eerste en vierde nieuw-Bourgondië; het tweede en derde oud-Bourgondië, omgeven van eenen boord, geblokt van zilver en van keel. 8. Links. Van zilver, met den leeuw van purper, gekroond, getongd en geklauwd van goud (Leo). | |
Tweede glasraem.In het harnas, regts en links, de letteren P.M.; in het midden, het kruis van Bourgondië. Regts. St-Joannes apostel. De welbeminde leerling des Zaligmakers is in het wit gekleed en omhangen met eenen rooden zyden mantel. In zyne linkerhand houdt hy den drinkbeker, waeruit eene slang te voorschyn komt. Onder hem bevindt zich Joanna van Castilië, gemalin van Philippus den Schoone; zy draegt, even als Maximiliaen, haer echtgenoot, en hare kinderen, den purperen zyden fluweelen mantel met hermelynen voedering en eene gouden kroon op het hoofd. Links. St-Philippus apostel, voorgesteld in een hemelschblauw kleedsel met eenen witten mantel; hy houdt in zyne regter hand een open boek en in zyne linker een langwerpig gouden kruis. Onder hem Philippus de Schoone, afgebeeld gelyk zyn vader en zyne twee zonen in het krygsgewaed, met het zweerd aen de zyde en de ordensteekenen van het Gulden Vlies om den hals. | |
Wapens.1. Regts. Het wapen der vrouw, ruitsgewyze hangende, gehouden door eenen engel. Van Spanje, gehalfd: regts gevierendeeld, in het eerste en vierde, groot kwartier, tegengevierendeeld: eerste en vierde kanton van keel met het kasteel van goud (Castilië); tweede en derde kanton Leo, en tweede en derde kwaertier gehalfd: van goud met vier palen van keel en van zilver met den arend van sabel, gedeeld in een St-Andrieskruis (Sicilië), en van goud met vier palen van keel (Arragon); en links gevierendeeld: het eerste en vierde nieuw-Bourgondië; het tweede oud-Bourgondië; het derde Braband, en, op het gansche, van goud met den leeuw van sabel, getongd en geklauwd van keel (Vlaenderen). 2. Links. Het wapen des mans, gevierendeeld: in het eerste en vierde; groot kwartier, tegengevierendeeld: eerste en vierde kanton ondergevierendeeld: Castilië; en Leo; tweede en derde kanton gehalfd van Arragon en Sicilië; en het tweede en derde groot kwartier, tegengevierendeeld: eerste en vierde kanton nieuw-Bourgondië; tweede kanton oud-Bourgondië; derde kanton Braband; op het gansche Vlaenderen. Het wapen is bekroond met denhelm en de kroon van goud, daerboven een kasteel van hetzelfde, waeruit een wassende leeuw van purper komt, houdende in zyne klauwen een zweerd en een schild van goud; helmdeksels gedeeltelyk van goud en van keel. 3. Regts. Leo. 4. Links. Castilië. 5. Regts. Golvend gefaesd van zilver en van azuer, van zes stukken; het hoofd van goud met eenen wassenden leeuw van keel, getongd en geklauwd van azuer (Zeeland). 6. Links. Luxembourg. 7. Regts. Corinthië, gehalfd: van keel met de faes van zilver (nieuw-Oostenryk); en van goud met dry luipaerden van sabel, de eene boven de andere (Zwabenland). 8. Links. Van goud met den arend van azuer, gebekt en geklauwd van keel, dragende op de borst eene geruitte halve maen van zilver en van keel, van twee trekken (Carniole). | |
Derde glasraem.In het harnas regts en links de vuerslag en het kruis van Bourgondië. Regts. Onze Lieve Vrouw met het Kindje. De Moeder Gods gekroond met eene gouden kroon, draegt een blauw zyden kleed en eenen witten zyden mantel met gouden bloemen doorweven; onder Maria ziet men Maximiliaen van Oostenryk met de keizerlyke kroon op het hoofd. Links. Ste-Anna. De grootmoeder des Zaligmakers heeft een rood zyden kleed aen; daerboven eenen witten zyden mantel met gouden bloemen doorweven; haer hoofd is gedekt met eenen witten linnen doek. Met hare regterhand biedt zy het goddelyk Kindje eene vrucht aen en in hare linker houdt zy een gesloten boek. Onder deze heilige, Maria van Bourgondië, echtgenoote des keizers, dragende een rood zyden kleed en mantel van hetzelfde, met hermelynen voedering. | |
Wapens.1. Regts. Het wapen des keizers: van goud met den dubbelen arend van sabel, dragende op de borst een schild van zilver;Ga naar voetnoot(1) verder bekroond met den helm en de keizerlyke kroon, beide van goud; de helmdeksels van goud en van zilver. 2. Links. Het wapen der vrouw, ruitsgewyze hangende, gehouden door eenen engel, gehalfd: de eerste helft gekwartierd, het eerste en vierde, de oude wapens van Oostenryk, welke zyn: van azuer met vyf leeuwerikken van goud; het tweede en derde, de nieuwe; de tweede helft ook gehalfd: regts van oud-Oostenryk en oud-Bourgondië en links gekwartierd; het eerste en vierde oud-Bourgondië; het tweede Braband en het derde Limburg. 3. Regts. Oostenryk gekwartierd: de oude en nieuwe wapens. 4. Links. Braband. 5. Regts. Oud-Bourgondië. | |
[pagina 186]
| |
6. Links. Savooije. 7. Regts. Limbourg. 8. Links. Van sinopel (groen) met eenen klimmenden griffoen van zilver, die door den mond vurige sprankels uitwerpt (Styrië). | |
Vierde glasraem,In het harnas de kolommen van Karel V. Regts. De gelukzalige Karel de Groote, afgebeeld in zyn krygsgewaed en omhangen met den keizerlyken mantel van blauwen zyden fluweel, bezaeid met gouden leliën. Op zyn hoofd prykt de keizerlyke kroon; hy houdt in zyne regter hand het zweerd en in zyne linker een wereldbol. Onder hem bevindt zich Karel V. Links. St-Ferdinandus, koning van Castilië. De beroemde voorvechter des Christendoms draegt het stalen harnas, versierd met een rood kruis en op het hoofd den stalen helm; in zyne regter hand houdt hy een opgeheven zweerd en met zyne linker vat hy den steert van eenen groenen draek, zinnebeeld der ongeloovigheid en kettery, welke aen zyne voeten ligt. Onder hem ziet men Ferdinand, Karel's broeder. | |
Wapens.1. Regts. Het wapen van Karel V, gelykvormig aen dat van zynen vader Philippus den Schoone. 2. Links. Het wapen van Ferdinand, Karel's broeder, als het voorgaende. 3. Regts. Gekwartierd: het eerste en vierde Arragon; het tweede en derde gefaesd van zilver en van keel, van acht stukken (Hongaryë). 4. Links. Van keel, met den karbonkelsteen van goud (Navarre). 5. Regts. Van azuer, met het kasteel van zilver (?). 6. Links. Arragon. 7. Regts. Van zilver, met de granaet van sinopel, gebladerd van hetzelfde, geopend en zaedkorrels van keel bevattende (Grenada). 8. Links. Van keel, met den band van goud, (Salins). | |
Vyfde glasraem,In het harnas twee linten zonder opschriften. Regts. St-Joannes apostel. Deze heilige staet hier afgebeeld in een kleed van gouden laken met eenen rooden zyden mantel; hy toont met de regter hand het mystische lam aen, rustende op den boek met de zeven sloten, welke hy in zyne linker hand houdt. Onder hem bevinden zich Eleonora en Maria, kinderen van Philippus den Schoone en van Joanna van Castilië en zusters van Karel V. Links. Ste-Elisabeth, landgravin van Thuringen. De heilige is gekleed met een groen zyden kleed en eenen witten zyden mantel met gouden bloemen doorweven. Op haer hoofd draegt zy eene gouden kroon en in beide hare handen houdt zy nog eene kroon van hetzelfde metael. Onder haer Catharina en Isabella, zusters der voorgaende princessen. | |
Wapens.1. Regts. Het wapen der twee princessen, ruitsgewyze hangende, gehouden door eenen engel. Gehalfd: de eerste helft gekwartierd: het eerste oud-Bourgondië; het tweede en derde nieuw-Bourgondië en het vierde Braband; op het gansch Vlaenderen; de tweede helft gekwartierd: het eerste en vierde Sicilië en Arragon; het tweede en derde wederom gevierendeeld: het eerste en vierde Leo; het tweede en derde Castilië. 2. Links. Zelfde wapen als het voorgaende. 3. Regts. Vlaenderen. 4. Links. Van zilver met den band van keel (?). 5. Regts. Arragon. 6. Links. Sicilië. 7. Regts. Nieuw-Bourgondië. 8. Links. Leo. Ziedaer de beschryving welke wy hierboven beloofden. Zou het ons nu verboden zyn hier eenige gissingen by te voegen? Waerschynlyk heeft Maximiliaen de dry middenramen geschonken, verbeeldende, zoo als hierboven gezegd is, Maximiliaen zelf met zyne gemalin Maria van Bourgondië, hunnen zoon Philippus den Schoone, met diens gemalin Joanna van Castilië en de twee zonen Karel en Ferdinand, uit het huwelyk van Philips en Joanna gesproten. Het is eene geschiedkundige daedzaek dat het huwelyk der laetstgemelde echtelingen te Lier is ingegezegend geworden. Zou de geheugenis dier huwelyksplegtigheid gansch vreemd zyn aen den keus van het onderwerp op de ramen verbeeld; onderwerp welk later door de gevers der twee overige ramen werd vervolgd? Wy meenen neen; toevallig kan het, onzes dunkens, niet gebeurd zyn, dat men op de ramen eerst de gevers derzelve afschilderde, daerna de persoonen hier te Lier getrouwd, mitsgaders de kinderen uit dit huwelyk gesproten, des te meer dewyl gezegde echtverbindtenis nauwelyks twintig jaren te voren had plaets gehad. Hier eindigen wy onze taek en wel met genoegen, want, trouwens, zy heeft ons hier en ginder nog al wat spels opgeleverd en, wy bekennen het, om toch aen eenieder te geven wat het zyne is, had de geleerde heer Génard, hulpbibliothekarisGa naar voetnoot(1) der stad Antwerpen, zyne uitgebreide kennissen niet tot onzen dienst gesteld, wy zouden er vermoedelyk niet doorgekomen zyn. Lier, juny 1863. G. Van Vugt. |
|