welke zeer fyn gepenseeld zyn; ook de Naeister, door M. De Loose, van Brussel, is wel behandeld, maer het koloriet schynt ons wat te eentoonig. Men bestatigt met genoegen den voortgang van M.W. Geerts; zyne Gierige vrouw is met veel gevoel en waerheid geschilderd, en trekt de aendacht van het publiek op zich; even als het klein tafereeltje van M. Jos. Nauwens, Kinderspel; de stukken van M. Huysmans, die in de oostersche tafereelen uitmunt, zyn zeer gelukkig, even als het figuer Karel V, van M. Kremer. Het Angelus klept en de keizerlyke monik staekt een oogenblik zyn uitspanningswerk, het horlogiemaken, waermêe hy zich bezig hield. De Middagslaep en de Jonge italiaensche fruitdraegster, door M. Karel Wouters, zyn twee zeer lieve tafereeltjes. De Muizenvangers, door M. De Vos, van Kortryk, is eene goede schildery en duidt veel takt aen. De Gildebroeders van St. Sebastiaen, van M. Legendre, zyn wel gegroepeerd en hun kleedsel met veel nauwkeurigheid weêrgegeven; maer de gelaetsuitdrukkingen laten te wenschen. De schilderyen van M. Goeyers, van Brussel, zyn niet van verdiensten ontbloot; doch wat styf in de teekening.
M. De Coninck, van Mechelen, heeft verscheidene portretten tentoongesteld, van welke die van Mme D.C. en van Mej. De M. de meest gelukt zyn. Het Verlof overtreden, door M. Weiser, van Antwerpen, en het Bezoek van den pastoor, door M. Van Severdonck, te Brussel, zyn allerbest uitgevoerd, en het eerste vooral is eene aenbeveling voor dien schilder. Voorts onderscheiden zich tusschen de huisleven-schilderyen (tableaux de genre): de Werkplaets eens schilders, door M. Knudden, van Antwerpen; de Berisping, door M. Huysmans, van Brussel; De voordeelen des slaeps, door M. Venneman, van Antwerpen. Het Portret, door Mej. de Senezcourt, van Brussel, De H. Maegd en het kind Jesus, door M. Gustave, van Luik. La confidence, van M. Jan Stobbaerts is wat veel in den aerd der realistschool, doch bevat zeer schoone hoedanigheden.
Onder de stadsgezigten en landschappen bemerkt men die van MM. Boulanger, J. Cechini, van Brussel; De Cock, van Antwerpen, wiens naem ons nog vreemd was, doch die verdiensten in keus van onderwerp en kleur aen den dag legt; MM. Daiwaille, van Brussel; De Maertelaere, van Gent; Dirckx, van Antwerpen; Geirnaert, van Gent; Gurnet, van Brussel; Marinus, van Namen; Van Everdingen, van Utrecht; Vervow, van Leuven; Tscharner, van Brussel.
Het zeegezigt van M. Schaep, van Antwerpen, is goed en keurig geschilderd; de bloemen en doode natuer van Mevr. Vervloet, van Mechelen, MM. De Koster, van Brussel; Van Severdonck, Robbe en Victor Janssens zyn allerfrischst en met veel zorg uitgevoerd.
M. d'Ange, van Brussel, heeft Kristus aen het kruis en de Apostel Paulus, zeer wel in den middeneeuwschen trant geschilderd.
M. Jos. De Bay, geboren te Mechelen in 1779 en te Parys den 14 juny laestleden overleden, heeft een zyner laetste werken, gedagteekend 1863, naer de tentoonstelling gezonden; het stelt voor Faustulus ontdekkende Romulus en Remus, gevoed door eene wolvin. De groep in pleister, is in brons afgegoten en bevindt zich voor het oogenblik in de tentoonstelling te Parys. Dit stuk was den kunstenaer besteld door M. de Cannart d'Hamale, senateur. M. Jos. De Cuyper van Antwerpen, heeft twee borstbeelden in marmer toegezonden, welke zeer verdienstelyk zyn. Wy hebben in Mechelen eene schoone tentoonstelling gezien, doch denken dat die welke thans te Brussel geopend is vele kunstenaren belet heeft hunne werken aldaer te zenden.