Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 9 (1863)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 9
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 9Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.45 MB)

Scans (23.94 MB)

ebook (10.17 MB)

XML (1.34 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 9

(1863)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Kronyk.

ANTWERPEN. - Eenige leden der maetschappy ter bevordering van kunstnyverheden hebben een reliekwiekas uitgevoerd voor eene kloosterkerk der hoofdstad; de beelden zyn verzilverd en het voetstuk verguld.

- M. Jos. De Cuyper arbeidt aen twee statiën in franschen steen, voor eene kerk te Mechelen.

[pagina 66]
[p. 66]

- M. Leo de Burbure heeft een nieuw werkje uitgegeven, getiteld: Recherches sur les facteurs de clavecins et les luthiers d'Anvers, depuis le seizième jusqu'au dix-neuvième siècle, en dat inderdaed vele merkweerdige byzonderheden over de clavecingel- en luitmakers van dien tyd bevat. Uit zyne opzoekingen blykt, dat er in het jaer 1532, in de O.L. Vrouweparochie, te Antwerpen, een huis was dat de Clavezimbele heette. Dit is het oudste spoor dat er hier te lande van de clavecingels gevonden wordt.

Vóor dit tydstip waren de luit en de clavicorde de eenige snaertuigen, welke te Antwerpen gebruikt werden. Men vindt dezelve nu en dan gemeld in de inventarissen van sterfhuizen, namelyk op het einde der XVe eeuw. Onder de achtergelatene voorwerpen van den voorzanger Jan Nool of Noel, in 1480, vindt men eene luit en een orgel; in 1496, in het sterfhuis van den kapellaen Nikolaes Loywyckx, eene luit, en in hetzelfde jaer liet meester Godevaert Nepotis (de Neve) genoemd, organist van den aertshertog Philippus, by testament aen meester Jan de Buekele, den beroemden orgelmaker, gekend onder den naem van Meester Jan van Antwerpen, zyn draegbaer orgel achter, en aen meester Jacob Muwet zyne beste clavicorde.

Niets bewyst echter, dat het maken van muziek-instrumenten, in dien tyd te Antwerpen belangryk was. Zekere Pieter Bogaerts, trompetmaker, en die in het jaer 1441 het poorterschap verkreeg, is de eenige faktor waervan men vóór de XVIe eeuw het spoor vindt, de faktors van orgels ter zyde gelaten.

De clavicorde was omstreeks 1530, te Antwerpen zoo zeer in zwang dat de eerste luitmakers, welke er zich kwamen vestigen, waerschynlyk aengelokt door den muziekalen roem dier stad, in het boek van het poorterschap geschreven waren, onder den naem van clavicordemakers.

In de archieven der koninklyke akademie van Antwerpen, berust nog een rekwest, van 28 meert 1558, aen de stadsregering gezonden, en waerby Joos Carest, Marten Blommesteyn, Jacop Theeuwes, Aelbrecht Van Neeren, Hans d'Orgelmakere, Christoffel Blommesteyn, Ghoosen Carest, Jacop Aelbrechts, Marten Vander Biest en Lodewyck Theeuwes, ‘alle clavesimbelmakers, residerende binnen deser stadt,’ onder zekere voorwaerden by de Sint-Lukas-gilde, werden toegelaten.

Het boekje, dat maer 32 bladzyden beslaet, bevat nog vele andere wetensweerdige byzonderheden, en eindigt met eene naemlyst van al de luitmakers van Antwerpen, van 1523 tot 1793.

In een volgend werkje belooft M. de Burbure, zich byzonderlyk met de orgelmakers bezig te houden.

- Wy hebben het boek der Vertellingen van Reinaert de Vos niet ontvangen toch bevelen wy het onzen lezers aen. Reinaert heeft eigen en vreemd byeengezameld en het geheel maekt een luimig boekdeeltjen uit. Vertalingen uit Grimm, Palmblatter, Lessing, Arndt en anderen, verder een aental oorspronkelyke stukken van Reinaert zelven, die hunne plaets nevens de beste verdienen. Onder deze tellen wy de zitting der wereldberoemde rederykkamer de Gulden Ajuin, eene geestige letterkundige scherts enz. enz. De kuizelaryen en vertellingen van Reinaert zyn te koop aen 1 fr. 75. Het boekske zal niet alleen door de verstandige lezers van Reinaert aengekocht worden, maer in de vlaemsche huisgezinnen menig aengenaem uer doen doorbrengen.

- Op 12 april zyn er in het Verbond van kunsten, letteren enz. twee schilderyen van M. Jos. Moerenhout ten toon gesteld geweest. De eene verbeeldt: de terugkomst van de hertenjagt de andere: trekpeerden.

- Door koninklyk besluit van 15 april, wordt er eene toelage van fr. 633-33 aen de St-Augustinuskerk verleend voor het tusschenkomende aendeel van het staetsbestuer, in de kosten voor de herstelling der tafereelen van Van Dyck en Jordaens, welke de zy-altaren dier kerk versieren.

- In het oud huis de Gans, op het Burgtplein, is door M. Denis Haine eene steenen heerdstede der XVIe eeuw ontdekt geworden; dezelve is versierd met de wapenschilden van keizer Karel V en stelt in beeldhouwwerk verscheidene teregtstellingen en onder andere een man voor, die opgehangen wordt. M.D. Haine heeft dit voorwerp aen het Oudheidskundig Museum geschonken.

- M. Vereecken, bouwmeester, heeft twee belangryke gebouwen onder zyne leiding doen uitvoeren op de Leopoldslei voor de heeren Denis Haine en van Sulper.

- Het Egyptisch gebouw in den Dierengaerd, bestemd voor Antilopen, is byna voltooid; het werd, zooals wy vroeger hebben aengekondigd, onder de leiding van M.K. Servais, oudgemeenteraedslid, uitgevoerd. Eenmael geschilderd en afgewerkt, zal het een der eigenaerdigste gebouwen zyn die den tuin bevat.

Twee andere gebouwen onder de leiding van denzelfden bouwmeester zyn begonnen.

- M. Stobbaerts arbeidt aen een tafereeltje, het Vertrouwen voorstellende, het zal een aengenaem kabinetstukje uitmaken.

- M. Boon voltooit een tafereel, de Politiekers; het is zeer geestig behandeld en een der beste werken die wy van hem te zien kregen.

- De kunstenaren en letterkundigen van Duitschland, Engeland en Holland, welke den 17, 18, 19 en 20 augusty 1861, de antwerpsche kunstfeesten hebben bygewoond, hebben achtereenvolgens albums afgezonden, bevattende portretkaerten, met hun handteeken voorzien. De fransche kunstenaren en letterkundigen zullen insgelyks eene gedenkenis van hun verblyf alhier, afzenden. Al deze albums zullen aen de stadsbibliotheek worden geschonken. Daerby worden al de kongresleden verzocht, om ook hunne portretkaert te zenden, opdat de verzameling zou volledig zyn.

- Het kollegie van burgemester en schepenen hebben het Steen gaen bezigtigen, dat thans, zoo als men weet, tot oudheidskundig museum wordt ingerigt. Maetregelen zyn genomen om het nieuwe gesticht tydens de aenstaende gemeentefeesten in te huldigen.

- M. Ed. G.J. Gregoir heeft kortelings de volgende werken laten verschynen:

Essai historique sur les musiciens et la musique dans les Pays-Bas; Galerie biographique des artistes musiciens belges du XVIIIe et du XIXe siècle; Notice sur l'origine du célèbre compositeur Louis Van Beethoven, suivi du testament de l'illustre maître.

- By koninklyk besluit is het traktement van den prefekt en de leeraren in de atheneums des lands vermeerderd met 310 fr.; dat der teeken-, schryf-, muziek-, gymnastiek-meesters met 125 fr.; dat der surveillanten met 200 fr.; dat der sekretarissen-schatbewaerders met 100 fr.

De traktementen der direkteurs, leeraren, regenten, onderwyzers en assistenten in de middelbare scholen des lands met 150 fr.; dat der muziek-, teeken- en gymnastiekmeesters met 50 fr.; dat der surveillanten met 100 fr.; dat der sekretarissen-schatbewaerders met 50 fr.

BRUSSEL. - M. de minister van binnenlandsche zaken herinnert dat de twaelfde pryskamp voor muzikale samenstelling, den 8 juny zal

[pagina 67]
[p. 67]

geopend worden. De persoonen welke willen mededingen moeten zich vóor 3 juny, 4 ure nanoen, in het ministerie van binnenlandsche zaken, algemeen bestuer van schoone kunsten, letteren en wetenschappen, doen inschryven. Zy moeten bewyzen dat zy Belg en geene 30 jaren oud zyn.

- De belgische maetschappy der Aquarellisten, heeft de tentoonstelling, welke zy gewoonlyk in de maend mei opent, tot het einde dezes jaers uitgesteld, na de sluiting der groote dryjaerlyksche tentoonstelling, welke thans al de kunstenaers bezig houdt.

DENDERMONDE. - De burgemeester heeft in zitting van 21 april hulde gedaen aen de verdiensten van een letterkundige, den heer Emanuël Hiel, beambte by het ministerie van binnenlandsche zaken, te Brussel. ‘Die Dendermondsche zoon, zegde hy, heeft ons het prospektus doen geworden van een dichtbundel, welken hy op eigen kosten, in den loop der aenstaende maend, in 't licht geven zal. Om den schryver aen te moedigen ware het wenschelyk dat de gemeente zyn werk door inschryvingen ondersteunde. Het werk des heeren Hiel zal versierd zyn met vier platen, door den heer Jan Verhas, eenen anderen verdienstelyken inboorling, vervaerdigd. De afdruksels die ik bedoel zouden in stads openbare boekzael en in de volksbibliotheek kunnen geplaetst worden.’

De raed heeft het schepenen-kollegie gemagtigt om voor verscheidene exemplaren op de ‘Gedichten door Em. Hiel’ in te schryven.

Men schryft in ten pryze van 2 franken op bovengemelde gedichten by den schryver Molenstraet, 14, St-Joost-ten-Noode, en verders by alle de boekhandelaren des ryks.

 

DEINZE. - De Kunst- en Letterkring, onder kenspreuk: Eendragt, heeft den volgenden pryskamp van letter- en tooneelkunde, ter gelegenheid der gemeentefeesten, op Zondag 6 en Maendag 7 september 1863, in de groote zael van het Stadhuis, uitgeschreven.

Letterkunde. - Dichtstuk. Onderwerp: Een opstel van eene dry- of vierspraek, in het boertig vak, (onderwerp naer keuze), geschikt om door mannen te worden uitgevoerd; het stuk moet ten minste honderd-twintig en ten hoogste honderd-vyftig verzen bevatten. - Eenige prys. een gouden eermetael.

Proza. Onderwerp: Een romantisch verhael van ten minste twintig en ten hoogste vyftig bladzyden druks, in octavo. - Eenige prys: een gouden eermetael.

Een tweede eermetael voor de dichtkunst en een ander voor de proza, zullen geschonken worden aen de stukken welke, volgens beoordeeling der regters, dezer onderscheiding weerdig zullen bevonden worden.

Tooneelkunde. - Tweespraken. Eerste klas: Voor diegenen welke reeds in andere pryskampen van dien aerd bekroond zyn.

Deftig vak. - Eenige prys: twee zilveren vergulde eermetalen en eene premie van 45 fr.

Boertig vak. - Eenige prys: Twee zilveren vergulde eermetalen en eene premie van 45 fr.

Tweede klas: Voor diegenen welke nog niet bekroond zyn geweest.

Deftig vak. - Eenige prys: twee zilveren vergulde eermetalen en eene premie van 20 fr.

Boertig vak. - Eenige prys: twee zilveren vergulde eermetalen en eene premie van 20 fr.

Tot dezen pryskamp kunnen al de vlaemsche schryvers en tooneelliefhebbers van België (die woonachtig te Deinze uitgezonderd), Nederland en Fransch-Vlaenderen, mededingen.

DOORNIK. - De dagbladen behelsden over weinige dagen eene belangryke aenteekening waerin de geschiedenis der kunst een aenzienlyk belang heeft. Over eenige jaren deelde M.B. Dumortier, aen M. Génard, na de ontdekking die deze laetste had gedaen der wapens van bisschop Jan Chevrot van Doornik, op de schildery van Van der Weyden, de zeven HH. Sakramenten, in het Museum van Antwerpen, eenige notas meê over verscheidene schilders van Doornik in de XVe eeuw: een dezer had betrekking op den genaemden Roger de le Pasture, die leerling was van Robert Campin, in 1429 en meester-schilder werd in 1432.

De notas door M. Dumortier byeen gezameld, zegden heel zeker, dat Roger de le Pasture te Doornik geboren was, en het geleerde Kamerlid besloot daeruit, dat Roger de le Pasture en Rogier van der Weyden - een der beroemdheden van de vlaemsche school, die lang te Brussel woonde, en die M. Alph. Wauters te Brussel deed geboren worden - dat de twee namen maer éénen persoon aenduidden.

M. Génard was ook van gedacht dat de le Pasture, niemand anders was dan Van der Weyden, hetgeen door M. Wauters bestreden werd, en de argumentem van dezen laetste waren van dien aert, dat men zich nagenoeg algemeen aen zynen kant plaetste en Brussel zich met recht de eer der geboorte-plaets kon toeëigenen.

Ten gevolge der opzoekingen van MM. Pinchart, afdeelings-opperhoofd in de algemeene archieven des koningryks, geholpen door MM. Van den Broeck en Roty, is men nu te weten gekomen, dat Roger de le Pasture wel degelyk Rogier Van der Weyden is en dat hy te Doornik geboren is. Die byzonderheid is van een groot gewigt voor de restitutie aen dien meester van het schoon tryptiek in 't Museum van Antwerpen, waerop, zoo als hooger is gezegd, men de wapens ziet van Jan Chevrot, bisschop van Doornik.

De namen van Roger de le Pasture, welke zoon was van Hendrik, en die van zyne vrouw Isabella Goffaert, komen in verscheidene dokumenten van 1435 voor. Toen reeds hadden zy twee kinderen, Cornelius en Margareta. Cornelius werd, volgens M. Wauters, geestelyke in het Karthuizers-klooster van Herinnes, na zyne graden aen de hoogeschool van Leuven bekomen te hebben.

In 1438 werden er den beroemden schilder twee andere zonen geboren Pieter en Jan of Haquinet. Men vindt nog andere bewyzen, dat Van der Weyden, de vlaemsche vertaling is van de le Pasture, en de verschillige datums, die onder ander van zynen dood, komen overeen met degene, welke M. Wauters van zyne opzoekingen heeft bekend gemaekt.

M. Dumortier bezit den Liggere der schilders van Doornik, waervan de inlichtingen overeenstemmen met de opzoekingen die M. Pinchart gedaen heeft.

EECLOO. - Op het kerkhof aldaer heeft men eene gedenkzuil opgerigt aen de nagedachtenis van Ledeganck; Geirnaert; De Vliegher; Cornelis, Temmerman; De Poorter; Willems.

De gedenkzuil is uit ecaussynschen steen en pyramidevormig gebouwd. Zy is bekroond met een kruis, omslingerd met eenen immortellen krans, en bestaet uit vier vleugels. Een vleugel draegt geen opschrift; blykbaer is deze opengelaten om later aengevuld te worden. Op de dry andere vleugels zyn opschriften en zinnebeelden gebeiteld.

Op de voorzyde van het gedenkstuk, zigt hebbende op de stad, schittert de Sterre van het genie; zy schiet hare stralen uit op de Faem, welke met de regter hand op het klaroen blaest, terwyl ze met de linker vier blazoenen laet nederdalen, als: 1o de Poëzy, 2o de Schilderkunst, 3o de Bouwkunst, 4o de Muziek. Het blazoen der Poëzy voert eene

[pagina 68]
[p. 68]

Lier; op datgene der Schilderkunst prykt het ridderkruis der Leopoldsorde; het Kompas staet op 't schild der Bouwkunde, en datgene der Muziek is versierd met de zinnebeelden der Toonkunst.

Daeronder leest men opschriften bettrekelyk de reeds genoemde mannen.

- M. T'Kint-de Nayer, senateur voor dit distrikt, heeft een geschenk gedaen aen de akademie voor teeken- en bouwkunde. Hy heeft aen den heer burgemeester dezer stad eene kist doen geworden, veertien pleisteren studiën inhoudende, met verzoek dezelve in zynen naem aen de teekenschool te schenken.

GENT. - Wy vinden in de Eendragt de volgende beoordeeling over den dichtbundel: Myne ledige uren, van den heer A. Beernaert, waervan wy tot hiertoe geen exaemplaer hebben ontvangen.

‘In een woord tot den lezer vernemen wij dat er ruim elf jaren verloopen zijn, sedert de uitgave van des heeren Beernaerts eerste dichtproeven, onder den titel: Verlaten Veldbloemen. Het is inderdaad in nr 21 van onzen zesden jaargang (7 maert 1852) dat wij dien dichtbundel aankondigden. De dichter verontschuldigt zich over het lang uitblijven van dezen tweeden bundel door zijne “steeds aangroeijende ambtelijke (en gansch niet dichterlijke) bezigheden.” En verder; Daarom heb ik niets ter aanprijzing van deze gedichten te zeggen. - “Ik geef ze voor hetgeen zij zijn: Vruchten mijner weinige ledige uren.” Zoo als de vermaarde Tollens, met oneindig min regt dan ik, tot zijne gretige lezers zegde, en om deze redenen, durf ik nogmaals herhalen, wat ik in het voorwoord mijner Verlaten Veldbloemen bad, namelijk: indien ik in het taalkundig vak en op de baan der letteren, hier en ginds een zijdesprong heb gedaan, verzoek ik de heeren recencenten en den lezer, mij deze misstappen niet te streng aan te rekenen.’

‘Dit zullen wy ook niet doen, ofschoon wij hier en daar wel het een en ander tegen taal en versbouw zouden kunnen aanstippen. Wij stellen daarentegen, met genoegen vast dat de heer B..., over het algemeen genomen, in dichterlijke uitdrukingen heeft gewonnen, zonder nogtans te kunnen ontveinzen dat deze uitdrukking soms nog te wenschen overlaat, vooral in de rijmlooze verzen, waarvan zij, door het gemis van 't rijm, een onontbeerlijk vereischte moet uitmaken, wil men geen gevaar loopen den lezer louter proza op te disschen.

Verscheidene vlaamsche nieuwsbladen hebben reeds dezen bundel besproken, en daaruit een paar, gewis niet van de slechtste, stukken overgenomen, namelijk het Gebedenboek myner moeder en Wat ik min. De aanhalingen zijn voorzeker het best geschikt om den lezer zelf te laten oordeelen; daarom zullen wij twee gedichjes van verschillenden aard te dien einde mededeelen.’

Hierop volgt in dit blad een paar dichtstukjes en Recencent, eindigt zyne beoordeeling aldus: ‘Wij durven hopen, niet dat de ambtelijke bezigheden des dichters zullen verminderen, hetgeen, stoffelijk gesproken, zijne rekening niet zou maken; maar dat hij die met de dichtoefening, welke wij hem raden niet te verlaten, in zoodanig verband zal weten te brengen dat aan beide vorderingen te zijnen eigenen genoege en dat der Nederlandsche letterkunde worde voldaan.’

HOOGSTRAETEN. - Door koninklyk besluit wordt er eene tweede toelage, van 525 fr., aen den fabriekraed der kerk verleend, om hem te helpen in de herstelling van de oude geschilderde glasramen der kerk.

MECHELEN. - Het instituet van Schoone Kunsten, schryft, ter gelegenheid der 25e verjaring van de stichting der maetschappy, eenen pryskamp van nyverheids-kunsteekening uit, welke den 15 augusty 1863, zal geopend worden, en zal samen vallen, met de feesten die alsdan, tydens het jubilé van O.-L.-Vrouw van Hanswyck, zullen gevierd worden.

De pryskamp is in vyf vakken verdeeld: 1e vak, doorzigtteekening der inwendige schikking van een salon, 1e prys, eene vergulde medalie en 200 fr.; 2e, eene zilveren medalie. 2e Vak: de teekeningen van het garnituer eener eetzael (styl Kunsterbloeijing), 1e prys, een verguld eermetael en 150 fr.; 2e, een zilveren eermetael. 3e Vak: navolging van hout, marmer en schelpen, 1e prys, een verguld eermetael en 100 fr.; 2e een zilveren eermetael. 4e Vak: eene verzameling teekeningen van ornementen in pleister, 1e prys. een verguld eeretael en 100 fr.; 2e een zilveren eermetael. 5 Vak: teekeningen die betrekking hebben tot de kunst van zilverdryver, 1e prys, een verguld eermetael en 100 fr.; 2e, een zilveren eermetael.

De persoonen, welke verlangen deel aen den pryskamp te nemen, moeten er vóor 1 mei 1865, by vrachtvrye brieven, kennis van geven aen den sekretaris van het instituet, In de Straet Zonder Einde, no 7, te Mechelen.

LIER. - De fabriekraed van St.-Gummarus-kerk heeft eene toelage van 725 fr. bekomen, om hem te helpen in het doen herstellen van de oude glasramen, welke gezegde kerk versieren.

Buitenland.

AMSTERDAM. - De kommissie tot voorbereiding der stichting van het museum koning Willem de Eerste, heeft haer programme bekend gemaekt. Wy ontleenen daeraen de volgende byzonderheden:

Dit museum, waervan men voornemens is den eersten steen te leggen, is bestemd voor: 1o De schilderyen en de prentwerken, welke onder den naem van Ryks-Museum bewaerd worden op het Trippenhuis. 2o Die welke uitmaken het museum van der Hoop. 3o De overige schilderyen, die het eigendom zyn der stad Amsterdam. 4o De kunstwerken, waermêe later het Museum mogt worden uitgebreid. Voorts zal een hooge voorzael of galery gelegenheid bieden tot plaetsing van een groep of kolossael standbeeld en van de borstbeelden, medaillons of naemtafelen der moedige en begaefde Nederlanders, die aen het hoofd der omkeering van 1813 hebben gestaen en Neêrlands herstel grondwettig hebben helpen bevestigen.

De algemeene stichtingskosten van den bouw mogen eene som van gl. 500,000 niet te boven gaen.

ROOZENDAEL. - M. Hendrik Dirckx heeft eene versiering voor de meimaend in schilderingen uitgevoerd voor de kerk van Dongen, die aldaer de bewondering van iedereen opwekken. De kerk van Hoeven prykt insgelyks met een dergelyk werk, hetgeen zynen uitvoerder meer en meer voor dergelyke werken moet aenbevelen.

WEIMAR. - M. Ferd. Pauwels van Antwerpen, leeraer aen de Akademie te Weimar, is door den hertog benoemd tot ridder der orde van den Witten Valk.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken