Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, te 's Gravenhage. 1863.
Programma: Art. 1. - De Tentoonstelling zal gehouden worden in de zalen der Teeken-Akademie, op de Princessegracht, van Maandag den 11den Mei tot den 15den Julij 1863.
Art. 2. - Alle kunstwerken zullen van Maandag den 6den April tot Maandag den 20sten April 's nachts ten 12 ure, de schilderyen, teekeningen en plaetsnede van behoorlijke lijsten voorzien, moeten gezonden worden aan het voormelde gebouw, van de Commissie van Beheer over de Tentoonstelling. - Na dien tyd zullen geene voorwerpen, meer aangenomen worden. - De kunstwerken behoeven niet vrachtvrij te worden gezonden, mits de toezending geschiede met gewone vervoermiddelen en niet met sneltreinen.
Men zal van de afzending der kunstwerken moeten berigt geven aan den Secretaris der Commissie door eenen vrachtvrijen brief, vermeldende naam, voornaam en woonplaats (straat en nommer), zoowel van den inzender als van den vervaardiger, en bevattende voorts eene korte beschrijving der stukken, het merk waarmede iedere kist of elk voorwerp geteekend is, alsmede, desverkiezende, opgave van de koopprijzen der kunsstukken. De kunstenaars, die verlangen hunne werken bij eene verloting, daarvoor niet aangekocht te zien, worden verzocht daarvan tevens kennis te geven.
Art. 4. - De Commissie zal niet toelaten: stukken die reeds te voren op Tentoonstellingen hier ter stede geweest zijn, noch kopijen in olieverw naar schilderijen, of teekeningen naar teekeningen.
Men zal niet meer dan drie schilderijen mogen inzenden.
De Commissie behoudt aan zich de magt om de ingezonden stukken al dan niet te plaatsen. Die, welke door haar niet geschikt worden geoordeeld, zullen zoo spoedig mogelijk terug gezonden worden. Stukken van buitengewonen omvang zullen niet worden geplaatst ten zij daarvan vóór den 1sten april opgave zij gedaan met bijvoeging der grootte.
Art. 5. - Geene voorwerpen, die door anderen dan door de vervaardigers zelve worden ingezonden, zullen toegelaten worden, dan met bijvoeging van eene schriftelijke toestemming des vervaardigers, en, zoo zij te koop zijn, van den koopprijs.
Art. 6. - Alle geplaetste stukken zullen zijn en tot de sluiting der Tentoonstelling (hetzij zij al dan niet verkocht zijn) blyven onder het opzigt der Commissie, die zooveel mogelijk zal zorg dragen voor eene goede bewaring, zonder echter voor schade of gemis in te staan. Geene stukken zullen gedurende de Tentoonstelling worden afgegeven.
Art. 7. - Wanneer een kunstwerk vooor den opgegeven prijs door de Commissie verkocht is, zal daarvan dadelijk aan den eigenaar kennis gegeven worden. Er zal 2 pCt. geheven worden van den koopprijs der verkochte stukken. Onderhandsche verkoop van een ten toon gesteld en als te koop opgegeven kunstwerk, gedaan zonder kennisgeving aan de Commissie, zal niet erkend worden; terwijl, indien zulk een stuk reeds door de Commissie verkocht mogt zijn, alle onderhandelingen, buiten haar om, aangegaan, als vervallen zullen worden beschouwd.
Art. 8. - De stukken zullen, zoo spoedig mogelijk, na de sluiting der Tentoonstelling, niet vrachtvrij worden teruggezonden.
Arrt. 9. - Door het Gemeentebestuer worden zeven gouden eermetalen, waarvan vier voor Nederlandsche en drie voor buitenlandsche kunstenaars, uitgeloofd.
De kunstenaars die verlangen buiten mededinging te blijven, worden verzocht dit in hunne brieven op te geven.
Art. 10. - De bekrooning zal geschieden door eene Jurij, wier zamenstelling en werkzaamheden later zullen worden bepaald en kenbaar gemaakt.