Van M. Bosboom, den voortreffelyken kerkschilder, mag men zeggen, dat hy zynen naem in die verzameling op het eerste plan houdt. Het waren inderdaed tafereelen, zeer schoon van samenstelling, zeer krachtig van kleur. Nuyen, doet in deze verzameling zien, welk schitterend talent de kunst in hem verloren heeft.
Schmidt had een aental groote krachtvolle teekeningen in het album; Van de Laar telde er niet minder schoone stukken. Wy merkten vooral een paer teekeningen op van Oswald Achenbach; een krachtig landschap van Watelet; een Kristus in het hofken van Oliveten, door Ary Scheffer; eene overgroote teekening van A. Johannot; twee teekeningen van N. de Keyser; ééne van Eug. de Block; verscheidene aquarellen van Madou, die de albums van Holland met schoonheden schynt gevuld te hebben.
Wy laten eenige namen der verschillende schilders volgen om doen te zien, welken kunstschat de verzameling van M. Van der Dussen van Beeftingh, bevat; wy teekenen die op van Koekoek, Verboekhoven, Granet, Schelfhout, Verschuur, Soulez, Sebron, Langendyck - een wezenlyk miniatuer-werk, dat men met het vergrootglas zou dienen te zien, - Van Hove, Verveer, Spoel, Moerenhout, Deveria, Roqueplan, Dyxhoorn, Bellangé, Louis Meyer, Calame, Schotel, Backhuysen, Molyn, Prout, Eekhout, Delacroix, Bombled en Koelman.
Verder stukken van Weissenbruch, Mevius, Bles - een voortreffelyk tooneel van den geestigen Hagenaar, - Louis David, Lapito, Dauratz, Mennessier, Villeret, Van Stry, Hilverdink, Waldorp, Coignet, S. Van den Berg - den uitmuntenden veeschilder - Micharlowski, Adam, De Caisne, Springer, Houard, Koelman, Boys, Francia, Gudin, Van Leeuwen, Daniel, Callow enz. enz.
- M.Ch. Montigny zet in het Kunstverbond, zynen leergang van proefondervindelyke natuerkennis voort.
M. Van Waning-Bolt zet insgelyks zyne geschied- en letterkundige verhandelingen voort. De eersten hebben reeds plaets gehad. Hy zal dezelve hervatten door eene studie over den Zondvloed. De aenstaende zal handelde over de verschillige overleveringen aengaende den algemeenen vloed; de tweede: beschouwing der hedendaegsche wetenschap omtrent den watervloed.
- Het Oudheidskundig Museum is met de volgende giften verrykt: van den eerw. heer P. Binjé, een kompas der XVIe eeuw, met den naem van Jan Tucher, zoo als men weet, den vertegenwoordiger der firma Hochstetter, te Antwerpen, en welke met de Fuggers tot de aenzienlykste kooplieden van dit tydvak behoorden; van denzelfde, de koperen stempels van de beruchte vischverkoopers-gilde van Antwerpen; van M.L. Van Ryswyck-Bogaerts, eene koperen remonstrancie der XVIe eeuw en eene peruviaensche vaes, welke, vóór weinige jaren, gevonden werd tusschen de puinhoopen van den tempel der Zon, op dry mylen afstand van Lima, naby Callao, in Peru; van M. Mertens-Bauduin, een beeld der XVe eeuw, gestaen hebbende in een huis der Vleminckstraet aldaer; van M. Fl. Cruysmans, een exemplaer des bybels, uitgegeven onder toezicht des bisschops Capello, van Antwerpen; van M.F. De Wolf, verschillende gravuren, stadsgezigten in de XVIe eeuw; van eenen ongenoemde, verscheidene afdruksels van vorstelyke stempels enz., der XIIIe, XIVe en XVe eeuwen; van M.F. Janssens, eene door Abraham van Diepenbeeck geschilderde glasruit, voorstellende de HH. Joannes, Philippus en Jacobus; van M. Michel-Kryn, dry gebeeldhouwde steenen der XVIe eeuw, voortkomende van een huis op den hoek der Moriaenstraet te Antwerpen; van M. ridder Leo de Burbure, den koperen stempel van Marcellus de Vos, twee-en vyftigsten abt der oude St-Michiels-abdy te Antwerpen; van M. Al. Marinus, een oud boek, by eenen antwerpschen drukker van de pers gekomen; van M. Fr. Gittens, vier oude muntstukken; van M.P. Stroobants, eenen penning van Karel van Loreinen; van eenen ongenoemde, een muntstuk van Philips-den-Schoone, geslagen in 1499; van M. Van Zeebroeck, de perkamenten kataloog der oude Kleerkoopersgilde en een koperen medaillon der
XVIIe eeuw. Het gemeentebestuer heeft daerby naer het Steen doen overbrengen de oude justicietafel der Vierschaer en de steenen wapenschilden der prinsen van Salm-Salm.
- Het huis met puntgevel, op den hoek van de Koepoort en Moriaen straten, waervan hooger gesproken is, en dat thans afgebroken is, bezit eene historische weerde. Dit huis, Moriaen geheeten, behoorde over meer dan dry eeuwen aen de natie der Oosterlingen welke er gewoonlyk haer verblyf hield. Ter gelegenheid der plechtige intrede van koning Philips II, te Antwerpen, in 1549, was het prachtig versierd en van onder tot boven met brandende wassen fakkels verlicht. Cornelius Grapheus welke destyds sekretaris van Antwerpen was, en die over deze triomphante Inkomste een gansch boek heeft geschreven, merkt aen dat de Oosterlingen goed van was voorzien waren, vermits zy er veel handel in dreven. In het Historisch Album, door M. Linnig uitgegeven, met byschriften van M. Mertens, wordt er van dit huis insgelyks melding gemaekt.
- In de Keizerstraet, by Deferm, no 60, is verschenen een nieuw fransch weekblad le Meeting; de vlaemsche zaek beslaet eene eerste plaets in dit blad. De abonnementsprys voor een geheel jaer, is 8 fr.
- Op 2 february l.l. hadden zich de leden der zangmaetschappy Grétry op een vriendenfeest vereenigd. Het doel hunner byeenkomst was om den kundigen bestuerder M. Karel Herreyns, een blyk te geven hunner verkleefdheid en hem te beloonen voor de talryke aen de maetschappy bewezene diensten. Verschillende redevoeringen, dichtstukken en menig vrolyk lied sloten den avond. Het geschenk bestond in eene gouden spelde die door een der leden met kunst bewerkt was.
- Een fransch bericht van de Akademie van Schoone-Kunsten meldt, dat in 1863 de pryskamp van schilderkunst, gezegd van Rome, zal plaets hebben. Deze pryskamp is opengesteld voor ieder kunstenaer, die Belg geboren of genaturaliseerd is. De opening van dezen pryskamp, hetzy voorloopig, hetzy definitief, zal plaets hebben op Dynsdag 5 Mei, ten 8 ure des morgens, in de Akademie. De aenvragen zullen ontvangen worden tot den 15 april, des middags.
- M. Mortelmans heeft het beeld voltooid, de H. Anna voorstellende waervan wy vroeger gesproken hebben, en welk thans in de kerk van Boisschot is geplaetst.
BRUSSEL. - By de intrede der Franschen in België in 1794, deed het kapittel der kollegiale kerk van Sint-Pieter te Leuven, gelyk het meestendeel der andere geestelyke korpsen en kloosterlyke gemeenten onzer provintiën, zyne archieven naer Duitschland overvoeren.
Eenigen tyd geleden, vernam het staetsbestuer dat een aenzienlyk deel der charten van St-Pieter zich in de bewaerplaets van de archieven der provincie Westphaliën bevond, te Munster; het deed diplomatische stappen aenwenden te Berlyn, ten einde er de teruggave van te bekomen.
Het staetsbestuer Z.M. den Koning van Pruissen, wiens welwillendheid jegens België in alle gelegenheden uitschynt, heeft niet alleenlyk er in toegestemd om deze charten af te leveren, maer het heeft by deze mildheid er nog eene andere gevoegd.
De Staetsarchieven te Berlyn bezaten een blaffart der abtdy van