De Vlaamsche School. Jaargang 7
(1861)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 171]
| |
steld uit de heeren: Th. Canneel, F. De Vigne, Van Hoecke, Pinnoy, Vander Plaetsen, Lammens, Godineau, Verplancke, Van den Bossche, Robelus en Erffelinck, professoren, en A. De Winne, Beerlaere-Cassiers, kunstschilders, en C. Onghena, graveerder, allen van Gent. M. Van Damme-Bernier, provinciael raedsheer, moedigde, in eene kernachtige redevoering, de leerlingen aen; deed het belang uitschynen van dergelyk gesticht, en de belangstelling die hetzelve genoot van zooveel achtbare persoonen als MM. de Vrière, minister van binnenlandsche zaken, Vrambout, gouverneur, enz. enz. M. Van Damme-Bernier, doelende op eenen jeugdigen stadgenoot M. Cesar Lust, die bekroond was in het conservatorium van Brussel, daer hy den eersten prys van het orgel wegdroeg, eindigde zyne rede met de volgende bewoording: ‘De baen der kunst en der eer staet ook voor u, geliefde leerlingen, open. Indien gy kunstiever met vlyt te samen paert, dusdanige verheerlyking kan u ook eens ten deel vallen. Daerom, werkt onvermoeibaer voort, en indien gy de goede lessen die u zoo dikwyls gegeven worden, volgt, en wel die der praktische bouwkunde, waerin gy den toegang tot zoo grondige kennissen geniet, ongetwyfeld moet dusdanige lauwer ook eenmael uwe vergelding worden. Ten slotte, vermeenen wy de overtuiging te mogen uitdrukken dat er, by opvolgende pryskampen, alweder een ware voortgang zal verwezentlykt zyn. In deze overtuiging uiten wy nogmaels onzen hartelyken dank over de hulp ons toegebragt door den Staet, - het vaderlyk bestuer der stad en de heeren hulpleden, begunstigers des gestichts, te samen over den iever en de kennissen der heeren professors en de vaderlandsche deelneming, waermede het geëerd publiek deze plegtigheid vereert.’ Algemeene toejuichingen begroetten den achtbaren spreker, die wy sinds lang als een oprecht aenmoediger van de Schoone kunsten kennen. De eerste pryzen in de verschillende afdeelingen werden behaeld, door de heeren P. de Voghel, Edm. de Mazière, Edw. Lorgette, J. Olryn, G. Bailleul, C. Verminck, J. Tack, P. Van der Straeten, H. Gesquiere, D. Van den Kerkhove, A. de Keyser, C. Poupeye, A. Fiorine, F. Gaillarde. Verschillende pryzen, bestaende in boekwerken, geschonken door M. Van Damme-Bernier, werden aen de leerlingen gegeven, gelukkig gedacht voor iemand die de kunststudiën wil aenmoedigen. |
|