Tentoonstelling van Mechelen.
Onze medewerker van Mechelen, zendt ons de volgende regelen nopens de Tentoonstelling in bovengemelde stad:
Het doet ons spyt te moeten bekennen dat het getal schilderyen op onze Tentoonstelling telkens vermindert, nochtans doet de kommissie van het Genootschap voor aenmoediging der Schoone Kunsten, al wat mogelyk is om aen hare bestemming te beantwoorden, en daer er omtrent een derde deel dier tentoongestelde schilderyen voor de verloting en een groot deel door liefhebbers aengekocht worden, hebben wy de verzekering dat er nergens eene zoo voordeelige Tentoonstelling voor onze kunstschilders bestaet; wat echter het klein getal schilderyen aengaet, wy gelooven dit aen de menigvuldige en gewigtigere tentoonstellingen, die hedendaegs plaets hebben, te moeten toeschryven.
Slechts zal ik u, in weinige woorden, den indruk mededeelen welke eenige voorwerpen beurtelings op my gedaen hebben.
De gezichten van den heer P.J. Boulanger van Gent, alsook die van Jules Boulangé, zyn zeer wel geschilderd, namelyk de No 3, Gezicht genomen by Eckerghem, is door den eerste met veel geest uitgevoerd. De No 5, De Roos, en de No 6, Le petit Coquet, pastels door Mr Collaye, als ook de No 51, De Duif, door Mme Lagache, zyn zeer aengenaem geteekend; men kan het zelfde niet zeggen van het Paedje, door Mej. De Grelle, wiens uitvoering zeer gemeen is, daerby zyn zyne krullen zoo regelmatig en zoo scherp geteekend als of ze van vermicel gemaekt waren.
De figuren en koeibeesten welke zich op No 17, de vlaemsche Hofstede en De molenwade onder de No 18 van Mr De Maertelaere bevinden, zyn vooral wel uitgevoerd. Het gezicht uit de omstreken van Antwerpen, door Louis Derickx, van Antwerpen, is een goede samenstelling. Mr Devigne heeft onder den No 24, Een gezicht uit de omstreken van Tivoli, 't welk door een goeden toon en vele waerheid uitschynt.
De viervoetige Dieren, van De Vos, zyn goed van gedacht, maer er heerscht wat weinig harmonie in de kleuren; Mr J.C. Dierickx, van Antwerpen, geeft een gezicht op de Schelde, No 28, breed geschilderd. Het is te wenschen dat Mr François in het toekomend een beter voorwerp vinde dan zynen: Kunstenaer op zoek naer een ontwerp, No 29, hetwelk niet veel beteekent. Wy bekennen met genoegen den voortgang van onze stadgenoot Mr Willem Geets, zyn tafereel, de Behoeftigheid voorstellende, is een peerel; de gezigtjens der twee arme kinderen zyn meesterlyk geschilderd en vol uitdrukking. Terwyl men in den kleinen nog de onverschilligheid ziet; bemerkt men in den oudsten het bewustzyn van zyns rampzaligen staets, welke reeds, als eene looden hand, op zyne toekomst schynt te drukken. Zyne Verryssenisse des zoons van de weduwe van Naïm, No 31, heeft goede hoedanigheden en belooft veel. De schildery van Mr Le Gendre-van Heurick, De boogschutter Michel Noë aen Z.M. Karel II Koning van Engeland voorgesteld, is eene der aengenaemste onzer Tentoonstelling, alsook de De binnengezichten van de heeren Willem en G.-Jh. Linnig, No 55 en 56; No 57 door Mr Masviens, en No 95 door Mr Wallays, welke alle met veel kunst uitgevoerd zyn.
De Wie aen den armen geeft leent aen God, door Mr Jos. Nauwens, van Antwerpen, bevat goede hoedanigheden en trekt de aendacht der ware kunstliefhebbers op zich; ofschoon wat flauw van toon en scherp van teekening, (vooral de kleeding der jufvrouw) geeft Mr Nauwens een bewys van gemak van penseeling, geluk in samenstelling, in een woord, het is eene aengename kabinetschildery.
De landschappen van de heeren Knudden, Lallemand, Noteboom, Roffiaen, Scheinder, Vervou, enz., enz., zyn allerbest geschilderd. No 58, In den hoek van de haerdstede, door M. Megank, is goed van kleur en met gemak geschilderd. Het ontbyt, door Mr Plumot, is zeer bevallig, en De muziekale mymering, door Mr Coninckx, is een goed stukje; de gelaetsuitdrukking en de byhoorigheden zyn fyn afgeschilderd. Het portret van M.W., door den zelfde is zeer gelykend.
De jonge Romeinsche druiven plukkende, door Mr Ch. Wouters, is lief en met vinnigheid afgeschilderd, maer, wy moeten het bekennen, wy hadden iets belangryker van onzen zoo voordeelig gekenden schilder verwacht. De toebehoorselen der schildery No 79, van den heer van Hoey, zyn netjes afgeschilderd, maer de kleeding der jonge vrouw laet te wenschen, alsook zyn Oude man, No 80, waervan de schildering koud en steenachtig is. Mr Victor Vervloet heeft ten toon gesteld: 1o eene waterverf, 2o De jonge dochter van Isola de Sora, 3o De markt achter het vleeschhuis te Mechelen, 4o De kerk van de H. Maria in Cosmedine en de overblyfsels van den tempel van Vesta te Rome, 5o Studie van eenen monik geld inzamelende te Rome, 6o Een gezicht op de Dyle te Mechelen; alle dragende het jaerteeken 1861. Indien het ons toegelaten ware den heer Victor Vervloet een raed te geven, dan zouden wy hem aenporren zich maer met één vak en vooral met stadsgezichten, bezig te houden, daerby spaerzaem te zyn aen het geel, oranje en in het oog vallende kleuren. Daerom geven wy den voorkeur aen zyne Markt achter het vleeschhuis, welke goed geschilderd is en een lokael koloriet bezit, hetgene wy in zyn Gezicht op de Dyle niet vinden.
Het réalismus is op onze Tentoonstelling vertegenwoordigd door twee schilderyen van den Heer Stobbaert, welke geenen byval vinden. De barbier van Kayro door Mr Huysmans, bezit vele goede hoedanigheden, en de Thomas à Kempis, door Mr Roberti, is meesterlyk behandeld, alsook het portret van den Heer D...., door Mr Nisen. De Vruchten, Bloemen en het Wild, door Mev. Vervloet en de Heeren Robbe en Janssens, zyn aengenaem en goed geschilderd; die van den Heer Raspail zyn harder en bovenal de vruchten welke geene rondheid hebben.
De Genie der metaelkunst, door onzen ouden Stadgenoot, den heer Groetaers, heden Voorzitter van het Genootschap van Schoone Kunsten te Nantes, in pleister uitgevoerd, is een meesterstuk; eer zy aen onzen inboorling die zyne moederstad niet vergeet!
Mr Moreels, van Antwerpen, heeft een Christusbeeld gezonden dat goede hoedanigheden bezit; den heer Smeesters heeft insgelyks eenen schoonen Christus in yvoir ten toon gesteld, het is jammer dat er de ontleedkunde niet al te wel in nagevolgd is.
De twee tafereeltjes van van Zeverdonck zyn lief, even als alle de voortbrengsels dezes meesters. De offerande aen myne patroonersse, door Hazeleer is met geduld geschilderd, maer er is iets, zoo als porcelynachtig, in.
No 73, Gezicht genomen te Montjoie, (waterverf) door M. Simoneau, is met veel smaek uitgevoerd.
Wy hebben beter schildering van den heer Jacobs, dan zynen No 46 (St-Niklaes) gezien, daer aen kan men bemerken dat alle voortbrengsels niet even wel gelukken.
G.-J.-J.V.M.