Kunst- en letternieuws.
In de verkooping der schilderyen van wylen heer van der Schrieck, te Leuven, zyn verscheidene stukken voor het Museum van den Staet te Brussel, en het Museum van Antwerpen gedaen. In de volgende aflevering zullen wy over deze aenwinsten breedvoerig handelen.
- M. Willem Dhanis heeft op eene verkooping by M. Terbruggen, te Antwerpen gehouden, een prachtig portret aengekocht van Van Sterbeeke; naer men zegt, is hetzelve voor het Museum dier stad bestemd.
- De heeren Guffens en Swerts zyn tot ridder der Eiken Kroon benoemd door Z.M. den koning der Nederlanden, op de tentoonstelling te Amsterdam door hun ingericht ten voordeele der overstroomingen.
- Verscheidene onzer goede schilders hebben tafereelen voor de aenstaende tentoonstelling van Antwerpen begonnen. De kieschheid eischt dat wy voor het oogenblik over deze stukken nog zwygen; genoeg zy het aen te teekenen, dat, naer allen schyn de tentoonstelling van 1861, een der belangrykste zal wezen die ooit tot stand kwamen, weerdig in een woord van het grootsche feest dat in de scheldestad de voornaemste kunstenaren van Europa zal vergaderen.
- De befaemde kunstschilder H. Leys arbeidt aen een groot tafereel waerover wy hopen weldra te mogen spreken.
- De heer Josef Lies, een onzer voornaemste kunstschilders, wiens terugkomst in het vaderland, wy over eenige maenden, met zulk genoegen hebben aengeteekend, heeft een tafereel voltooid dat eene weerdige plaets naest de vroegere voortreffelyke werken dezes meesters zal innemen. De heer Lies is niet alleen een diep denker, maer tevens een keurig teekenaer en goed kolorist. Zyne laetste schepping de Rampzalige Tyding doet wederom deze hoedanigheden ten volle uitstralen. Zie hier dat eenvoudige, doch dichterlyke onderwerp. Een ridder heeft zynen vorst ten stryde vergezeld, zyne teedere en jeugdige gade op zyn slot latende. Sedert weken wacht de schoone freule met hoop en angst op de terugkomst haers gemaels, wanneer op een dag, dezes schildknaep en ouden knecht alleen aen de poort des kasteels verschynen. Vol schrik, heeft de edele vrouw in een wenk haer vertrek verlaten, en is in den tuin de krygers te gemoet gevlogen. Op de vraeg waer haer gemael verblyft, slaet de oude knecht de oogen weemoedig nêer; terwyl de schildknaep dezes zwaerd in stilzwygen toont. Dit teeken is meer dan voldoende om de ongelukkige vrouw de diepte te doen peilen der ramp die haer heeft getroffen. Een kreet ontsnapt harer benepen borst.
De heer Lies heeft deze samenstelling con amore behandeld; er ligt eene echt poëtischetint over de gansche schepping verspreid; de uitdrukking der gelaetstrekken is zeer gelukkig, terwyl de krachtige en tevens harmonievolle kleur ten nauwste met het onderwerp overeenstemt. Wy wenschen den kunstenaer geluk over dit heerlyke voortbrengsel; zulke stukken doen eer aen onze school; ook hopen wy dat het ons weldra vergund zal wezen, onze lezeren met eene andere van schilders scheppingen bekend te maken, die, naer ons inzien, een der schoone voortbrengselen der hedendaegsche kunst zal worden.
- Onze gunstiggekende schilder Edw. Dujardin heeft eenige tafereelen voltooid waerover wy in eene volgende aflevering zullen spreken.
- De beeldhouwer J. Van Arendonck heeft voor de kerk van het St. Ignatius instituet, te Antwerpen, een allerschoonst O.L. Vrouwebeeld voltooid, bestemd om den autaer der H. Maegd te versieren. M. Van Arendonck heeft een goed werk voortgebracht; de houding van het beeld is zeer gelukkig; eene hemelsche en echt dichterlyke uitdrukking is over het gelaet der Moeder Gods verspreid.
- De beeldhouwer P.J. de Cuyper, insgelyks van Antwerpen, heeft een nieuw werk voltooid, dat in zyne ateliers, eenige dagen geleden, was ten toon gesteld. Het is een predikstoel in eikenhout, welke in St. Willebrordskerk te Amsterdam zal geplaetst worden. De trap, gehemelte en de kuip zyn versierd met halfverheven beeldwerk, gekozen uit het leven van den eersten apostel in de Nederlanden. De vier evangelisten, de propheten Daniël, Jeremias, Ezechiël en Isaïas, Mozes en Joannes den Dooper, zyn er gelukkiglyk aen bygebracht. Als kroonwerk heeft men het beeld des Zaligmakers ten voeten uit gekozen. Het geheel is met zorg bewerkt; het bewyst ons, dat M. de Cuyper zyne goede befaemdheid in het maken van kerkwerken, steeds handhaeft. St. Willebrords te Amsterdam, zal in dien predikstoel een sieraed te meer tellen.
M. de Cuyper heeft thans ook zyn model van het beeld des geleerden Coudenberg, 't welk, in het groot voltooid op eene der wandelingen van Antwerpen zal geplaetst worden.
- M.P. Verlinde heeft eene belangryke verkooping aen het staetsbestuer gedaen van een tafereel van den te veel vergeten Herreyns, oud-bestuerder der Akademie van Antwerpen.
Dezelve is aengekocht voor het Museum van Brussel en stelt de de aenbidding der HH. dry Koningen voor.
- M. Maillard heeft een belangryk werk onder handen, namenlyk de herstelling van eene schildery door van Eyck uitgevoerd; dezelve is uit Weenen aen de kundige hand van M. Maillard toegezonden.
M. Maillard heeft nog een ander kunstpanneel op nieuwen doek gebracht, dat wy allen liefhebbers van schoone kunsten aenraden te gaen bezichtigen. Het stelt Christus zyn kruis dragende, voor, en is voortskomstig uit het huis van Rubens.
Zeer waerschynlyk bracht Rubens hetzelve mede uit Italië; het draegt den stempel van den doenwyze van Leonardo de Vinci.
- De groote schildery van M. Wiertz, getiteld: de Baek van Golgotha, is door het Staetsbestuer aengekocht.
- De kunstschilder M. Ernest Slingeneyer is door het Staetsbestuer gelast, de groote zael van het hertogelyk paleis, te Brussel, met onderscheidene schilderyen te versieren, waervan de onderwerpen aen de brusselsche geschiedenis moeten ontleend zyn.
- Het Staetsbestuer heeft, in overeenkomst met den gemeenteraed van Antwerpen, eene verbindtenis met M. Hendrik Leys gesloten, waerby die kunstschilder zich verplicht om, op het Stadshuis, een aental muerschilderingen uit te voeren, verbeeldende de voornaemste episoden uit de geschiedenis dier stad. M. Leys heeft 10 jaren tyd om dit belangryk werk uit te voeren.
- In hare zitting van den 6 dezer maend, heeft de klas van Schoone Kunsten der Koninklyke Akademie van België, lezing gehoord van het verslag harer kommissie over den vyfjarigen pryskamp van graveerkunst.