De Vlaamsche School. Jaargang 7
(1861)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 41]
| |
fragment van een altaer, uit het ursulinenklooster te heikruis, by hal, ontworpen en uitgevoerd door de beeldhouwers de bock en van wint.
(Zie kunst- en letternieuws 5en jaergang, bladz. 144 en 7en jaergang bladz. 42.) | |
[pagina 42]
| |
De Bock en Van Wint.De heeren de Bock en van Wint, van wien wy eenige werken in plaetsnêe mededeelen, zyn twee zeer gunstiggekende beeldhouwers van Antwerpen, die beide eene schoone loopbaen voor zich hebben. Van hunne jeugd af aen, hebben zy de lessen der Koninklyke Akademie hunner geboorteplaets gevolgd; beide voltooiden zy hunne studiën, behaelden verscheidene eermetalen in de pryskampen en verlieten te samen hunne vaderstad, wanneer de eerstgenoemde primus in den grooten kampstryd van beeldhouwkunde van 1851 (gezegd van Rome) werd uitgeroepen. Deze kunstreis oefende op de twee jeugdige Antwerpenaren eenen goeden invloed uit. In Duitschland, Frankryk en Italië, aen de beste bronnen van het schoone puttende, de geheimen doorgrondende der onsterfelyke meesters, vonden zy eene onuitputbare myn van gedachten en kunstryke gevoelens, die hun hoogstnuttig moest wezen. En inderdaed by de terugkomst in hunne geboortestad, deden zy weldra hunnen vooruitgang op het pad der kunsten kennen; zy voltooiden, buiten een aental beeldenGa naar voetnoot(1), eenen altaer voor de St-Antoniuskerk te Antwerpen, en ofschoon de plaets zeer weinig geschikt en zeer slecht verlicht is voor beeldhouwwerk, hebben zy zich met eer van hunne taek gekweten. Wy trachten hier, ofschoon zeer onvolledig, eene beschryving te maken der werken door deze kunstenaren in de laetste tyden voortgebracht. De H. Maegd en Moeder Gods Maria als onbevlekt ontvangen, omringd door zinnebeelden voorstellende de Lelie tusschen de doornen, de Stad Gods en de Zon. Het eerste is het eenvoudig afbeeldsel van de Onbevlekte Ontvangenis; volgens het H. Schrift zyn de doornen het afbeeldsel der zonden en der zondaren, terwyl de Lelie het kenteeken der onnoozelheid en der zuiverheid is; wanneer men de H. Maegd voorstelt als eene lelie tusschen de doornen, dan zeker herrinnert men de engelachtige zuiverheid die zy bewaerd heeft tusschen de zondaren. Het tweede, de Stad Gods, zoo genaemd omdat God in haer heeft gewoond; als men verzekert dat de grondvesten van die stad heilig zyn, geeft men het gedacht terug van de schepping van Maria, in de onnoozelheid en de zuiverheid, die nooit gedeeld heeft aen de bedorvenheid der aerde. Het derde, het zinnebeeld der zon; volgens deze woorden aen het H. Schrift ontleend: Zy is schoon als de Maen en schitterend als de Zon, stelt de zedelyke zuiverheid en de volmaekte heiligheid voor. Dit alles met smaek en veel kunstgevoel byeengebracht, maekt eene schoone groep uit, omringd van gouden stralen, en twee rechtstaende engelen, die de volgende opschriften dragen in de tael der H. Kerk:
Gy zyt geheel schoon,
Daer is geen vlek in u.
Zoo als men wellicht zal beseffen, was dit aenzienlyk werk eene prikkel voor de jonge kunstenaren, om alle de middelen die zy op het gebied der kunst hadden ingeoogst ten nutte te maken, en hetgeen dezen altaer byzonder kenschetst, is de schilderachtige, of om zoo te zeggen, de dichterlyke toon die erover ligt verspreid. Zekere beeldhouwers zoeken soms effekt te maken met licht en zwart, met hoogtens en dieptens, hetgene zeer dikwyls een onaengenaem gezicht oplevert; onze stadgenooten hebben de werken van Canova en andere beroemde meesters geraedpleegd en dat schilderachtige, dat zoete, in de lynen en vormen derwyze terug gegeven dat het, zelfs op het eerste gezicht, eene schildering in grisaille schynt. Wy bekennen volgeerne dat de middelen die zy gebruikten gewaegd waren voor jonge kunstenaren, doch zyn zy ten vollen gelukt, en een bewys daervan zyn de aenzienlyke werken die hun sedert dien zyn toevertrouwd, en waermêe zy zich op dit oogenblik onledig houden. Daer zyn: twee levensgroote beelden in marmer voor de kerk van den H. Jacobus (de HH. appostelen Mathias en Thomas), een H. Aloysius de Gonzaga en Stanislas de Kostka voor het klooster der eerw. paters Jesuieten, een H. Franciscus Xaverius, in hout, voor Wezenbeeck, een Christusbeeld, in hout, voor Maestricht. Verder heeft het Staetsbestuer hun de uitvoering van een beeld den H. Livinus voorstellende, voor de kerk van Elsene, by Brussel, toevertrouwd. Mogen deze weinige regelen beide beeldhouwers meer en meer doen kennen. D.V.S. |
|