Kunst- en letternieuws.
De schoone schildery de Hemelvaert van O-L. Vrouw, van den befaemden schilder Schut, is door M. Maillard hersteld en in den hoogen autaer der kerk van den H. Karolus-Borromaeus, te Antwerpen, geplaetst. Deze restauratie strekt M. Maillard tot eer. Deze kerk bezit nog twee andere schoone autaerstukken, namelyk: de Kruisrechting, van Segers en O.-L. Vrouw van den Schapulier, door Wappers; voortaen zal de schildery van C. Schut in dien autaer geplaetst blyven, en de andere op de gaenderyen naby het hoogzael.
- In de maetschappy den Burgerkring, te Antwerpen, heeft men een portret geplaetst van den beroemden plaetsnyder Bolswert. Dit portret, dat men aen het penseel van M. de Backer verschuldigd is, laet onder geene opzichten, iets te wenschen over.
- In de Maatschappij van fraaije kunsten en wetenschappen, te Rotterdam, zullen gedurende dezen winter als sprekers optreden: MM. Van Hoëvell, lid der Kamer, J.-J.-L. ten Kate, Hasebroek, Beets, gekende kanselredenaers; Vanden Bergh en Cremer en uit België MM. Jan Van Beers en Aug. Snieders.
- M. Jos. De Cuyper werkt aen een standbeeld van den befaemden Pieter Coudenberg, apotheker en kruidkundige, over wiens leven de verdienstelyke doktor Broeckx reeds vele byzonderheden heeft doen kennen.
- De zangmaetschappy Grétry, van Antwerpen, heeft op 23 december ll. haren bestuerder, M.Ch. Herreyns, een prachtig feest aengeboden, op hetwelk hem zyn portret werd overhandigd, uitgevoerd door onzen zoo gunstig gekende plaetsnyder, M. Jos. Nauwens.
- De bouwmeester der provincie Antwerpen, M. Eug. Gife, heeft een ontwerp voltooid van de nieuwe kerk der Leopoldslei, dezelve is in byna oorspronkelyken ogivalen styl; wy zullen ze weldra in plaet aen onze lezers mededeelen.
- De heeren H. Altenrath en J. Hilgers, stichtende leden der Maetschappy ter bevordertng van Kunstnyverheden te Antwerpen, alsook M. Philipparts, zyn begonnen met eenen kursus voor jonge lieden in verschillende vakken van nyverheid te geven.
- Op 23 december ll., werd er te Gent aen professor Heremans, ter gelegenheid zyner benoeming door den koning der Nederlanden tot ridder der Eiken-kroon, een banket aengeboden. Buiten de byzonderste letterkundigen en taelminnaers van Gent, waren er nog verscheidene schryvers uit andere steden aenwezig: van Antwerpen, Kortryk, Bergen, Brussel, enz.
Het gastmael byna afgeloopen zynde, heeft M. Rens, voorzitter der maetschappy, de Tael is gansch het volk, door eene welsprekende redevoering, de welverdiende onderscheiding van professor Heremans doen uitblinken, en eenen gulhartigen dronk tot langleven en volherding in den taeliever aen professor Heremans toegestierd.
Hierna heeft M. Vervier het woord genomen en eenige verzen gelezen, welke gedrukt en ingelyst waren, om ze alzoo tot herinnering aen professor Heremans aen te bieden.
M. Heremans was door deze onverwachte eerbewyzing zeer aengedaen en heeft het woord genomen; vooreerst betuigde hy zynen dank en hooge verplichting aen zyne taelvrienden uit vreemde steden, die niettegestaende het ongunstig weder, toch uit de verte kwamen, om aen die eerbewyzing, welke zyne taelbroeders van Gent voor hem hadden ingericht, deel te nemen.
Hierna heeft doktor Snellaert gesproken, en wel byzonder over de verbroedering van zuid en noord Nederland; waerna het volkslied het Neérlandsch bloed krachtig werd gezongen.
Verder heeft M. Conscience het woord genomen en heeft in eene schoone beschouwing den tyd van het verledene, het tegenwoordige en de toekomst voor de Vlamingen schitterend afgebeeld; hierin haelde M. Conscience, met zyne gewoone welsprekendheid aen, wat onze voorvaderen voor het vlaemsche volk gedaen hebben, wat wy door hen aengemoedigd, voor het vlaemsch grondbegin deden en nog te doen hebben, en wat aen de jongelingen, die ieverige jonge menschen, welke in groot getal aen de tafel waren, in de toekomst te doen stond enz. enz.; hierop volgde eene donderende toejuiching.
Verder stelde M. Conscience eenen heildronk in aen den verdienstelyken ouden Vlaming Vervier. Spreker bewees dat M. Vervier, reeds voor onze vlaemsche rechten streed ten tyde van Napoleon I, en dat hy vandaeg nog denzelfden moedigen Vlaming was, enz., enz. Elkeen juichte deze woorden ten gunste van M. Vervier, met gulhertigheid toe.
Hierna heeft M. Vuylsteke het woord genomen in den naem van het jong geslacht en heeft herinnerd dat hy is Vlaming geworden door het lezen van den Leeuw van Vlaenderen.
Het werd tyd voor de heeren van Antwerpen om te vertrekken doch vooraleer het gezelschap te verlaten heeft M. De Beucker gesproken, in naem van het grootste deel zyner taelgenooten uit de Scheldestad, en heeft die verontschuldigd welke geen deel hebben kunnen nemen aen de eerbetuiging; ‘doch ik ben verzekerd, zdgde spreker, dat alle myne Antwerpsche taelvrienden, zoo niet in persoon, dan toch met het hert hier aenwezig zyn, om mede hulde te betoonen aen den man, die de algemeene achting ten hoogste verdient.’
- De schoone schildery van Hans Snellinckx, die wylen M.P. Moons vander Straelen aen het museum van Antwerpen heeft geschonken, is geplaetst.
- M.P. Génard heeft eene levensschets van wylen M.P.Th. Moons, schatbewaerder der provinciale kommissie van graf- en gedenkschriften van Antwerpen, in het licht gegeven.
- Op 28 december laestleden had te Antwerpen de begravenis plaets van den verdienstelyken schilder A. Minguet, die in den ouderdom van 42 jaren aen de kunst ontrukt werd. De plechtigheid werd door een groot getal persoonen, van allen stand, bygewoond.
De hoeken van het baerkleed werden gehouden door MM. Huysmans, Pauwels en Delin, schilders, en Ducaju, beeldhouwer.
De afdeeling der Schoone Kunsten van het Verbond van Kunsten en Letteren had zich by den stoet gevoegd. Te Stuivenberg, waer Minguet begraven werd, heeft M. Huysmans, sekretaris der hooger genoemde afdeeling, een treffend ‘tot weêrzien’ voor het open graf uitgesproken.
Wy laten het hier gedeeltelyk volgen:
‘André Minguet is ons in den bloei zyner jaren ontrukt, toen hy, na zonder verpoozing gewerkt en geworsteld te hebben, den geluksdroom