Matthys-Ignatius van Brée.
In eene aenstaende aflevering, zullen wy eene levensschets
standbeeld door j.-b. de cuyper.
mededeelen van den te vroeg ontslapen beeldhouwer Jan-Baptist de Cuyper, een kunstenaer die verscheidene voortreffelyke scheppingen heeft nagelaten. Thans deelen wy de gravuer mede van het standbeeld des kunstschilders van Brée, 't welk de Cuyper met geestdrift begon, doch dat hy het geluk niet had te zien inhuldigen. - Plotselings stierf de kunstenaer op 26 april 1852.
Van Brée's beeld werd op 8 Augusty 1852 plechtiglyk te Antwerpen, in de voorzael van het Museum ingehuldigd, in tegenwoordigheid des heeren K. Rogier, Minister van binnenlandsche zaken, der hoogere overheden der provincie en stad, en van een aental kunsten letterkundige genootschappen.
De beeldhouwer heeft van Brée voorgesteld in het oogenblik dat de befaemde leeraer eene zyner lessen in de ontleedkunde geeft. In zyne eene hand houdt hy het teekenstift, terwyl de andere op een torse of borstbeeld rust. ‘Van Brée, zoo leest men in de laetste uitgaef van den Cataloog van het Antwerpsch Museum, van Brée bezat in eenen hoogen graed die ploeibaerheid van geest welke zich naer alle de noodwendigheden van het onderwys kan voegen, die vatbaerheid des geestes, die om zich te vertolken, over honderd onverwachte middelen beschikt; en om onze gedachte in eens uit te drukken, hy bezat in den vollen zin des woords, het genie des profesoraets.’
‘Met de medewerking van persoonen, voor wie de kunstbelangen duerbaer zyn, zegt op zyne beurt de heer L. Gerrits, in van Brée's levensschets, werd eene tentoonstelling geopend van kunstvoorwerpen, door de vroegere leerlingen des meesters geschonken: de opbrengst was bestemd om de eerste kosten van het gedenkteeken te vergoeden. De Cuyper, de gevoelens van dankbaerheid zyner reine ziel volgende, had op voorhand bepaeld, dat hy de sommen welke te kort mogten blyven,