De Vlaamsche School. Jaargang 6
(1860)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij1. - Klassieke Bouwkunde.Onder dezen pryskamp worden begrepen alle de soorten van bouwkunde uit de grieksche of romeinsche kunst voortskomende. ‘Paleis van Provinciael Bestuer.’ De mededingers zullen ten minsten dry teekeningen inleveren:
De prys is een Eerepenning en eene begiftiging van vyfhonderd franken. | |||||||||||||||||
2. - Gothieke Bouwkunde.Styl der dertiende eeuw. ‘Stadhuis voor eene Gemeente van 20,000 inwooners.’ De mededingers zullen ten minsten vier teekeningen inleveren.
De prys is een Eerepening en eene begiftiging van vyf honderd franken | |||||||||||||||||
3. - Bouwkundige Versiering.Styl van de vlaemsche kunstherbloeying in de eerste helft van de XVIIe eeuw. (1600 tot 1650). ‘Eene Gemeente Raedszael, voor eene stad van 100,000 inwooners.’ De mededingers zullen ten minsten dry gekleurde teekeningen inleveren. a. De teekening van het gewelf. b. De teekening van een der wanden van de zael. c. Een perspectievisch gezicht der geheele zael. Alle, op eene meetlyn van 5 centimeters per meter. De prys is een Eerepenning en eene begiftiging van vyf honderd franken. | |||||||||||||||||
4. - Beeldhouwkunde.‘Godfried van Bouillon, markgraef van Antwerpen, stichter van het Kapitiel van St.-Michiel. (1096).’ Een der acht standbeelden te plaetsen tusschen de kolommen van het groot buiten portael (westzyde, Handschoenmarkt), der O.-L.- Vrouwe kerk te Antwerpen, op voetstukken volgens de hierby gaende teekening. Dit standbeeld is bestemd voor de nis die zich het naest bevindt aen de deur, ter linkerzyde van den inkoom. De mededingers zullen een pleisteren model leveren van ten minsten eenen meter hoogte. De prys is een Eerepenning. De bekroonde zal zyn model moeten ten uitvoer brengen in steen van Rochefort, die hem kosteloos zal geleverd worden, op eene groote van 1 meter 65 centimeters zonder de plint. Eene som van duizend franken zal hem daervoor betaeld worden na de goedkeuring van zyn werk. | |||||||||||||||||
5. - Beeldhouwkunde.‘Jan III van Brabant, onder wiens regering de eerste steen gelegd is van O.-L.-Vrouwe kerk. (1350).’ Dit standbeeld zal de tegenhanger zyn van dat van Godfried van Bouillon, en is bestemd voor de nis die zich het naest bevindt aen de deur ter regterzyde van den inkoom. De prys en voorwaerden der pryskampen en der uitvoering, zyn de zelfden als die der voorgaende pryskampen. | |||||||||||||||||
Voorwaerden.
| |||||||||||||||||
[pagina 80]
| |||||||||||||||||
Antwerpen, april 1860. Jacq. Cuylits, Voorzitter. Leon Van Hemelryck, Secretaris. |
|