De Vlaamsche School. Jaargang 5
(1859)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 105]
| |
Steendr.y Wed.e J.S. Schoesetters.
st.-stephanus, st.-gregorius en st.-laurentius. - Facsimile eener houtsnêe van Albrecht Dürer. | |
[pagina 106]
| |
St.-Stephanus, St.-Gregorius en St.-Laurentius.Ofschoon op vreemden bodem geboren, bezit Albrecht Dürer eene soort van populariteit in de Nederlanden. 's Meesters verblyf in onze streken, zyne betrekkingen met onze nationale kunstenaren, maer vooral zyne schilderwyze, die hem eene plaets tusschen de vertegenwoordigers der kunst uit het Noorden schonk, zyn titels genoeg om deze verheerlyking levendig te houden. Weinige kunstenaers hebben in ons land zulk een gul onthael als Albrecht Dürer ontvangen; zyne eigene reisbeschryving geeft het verhael der buitengewoone hulde door de Antwerpsche schilders aen den genialen Duitscher ter gildekamer van St.-Lukas bewezenGa naar voetnoot(1); lang na zyn vertrek, werd zyn afbeeldsel in zilver op de bekers der gildebroeders bewaerd, en een deken der schilders liet op den gevel zyner wooning, naest het portret van Jan Van Eyck, het portret van Albrecht Dürer met de lofspreuk: Germaniae Decus, beitelenGa naar voetnoot(2). En niet slechts in zyne eeuw, werd de naem van Dürer door den Vlaming vereerd; ook in onze eeuw heeft hy meer dan eene hulde ontvangen. Leys, in verscheidene zyner tafereelen, heeft den duitschen schilder eene hulde toegebracht die dezes nagedachtenis met een nieuwen wasem van poëzy en dichterlyke grootheid hebben omhuld. De plaetsnêe aen het hoofd dezer aflevering medegedeeld, zal onzen lezeren een denkbeeld geven van het talent eens meesters, die zich, door zyne scheppingen eene wereldbefaemdheid heeft verworven; een meester die, gezamenlyk met Quinten Massys en Lukas van Leyden, den schepter der kunst onzer noordervolken zwaeide. |
|