De Persische ambassade te Antwerpen in 1523.
Frescoschildering door Godfried Guffens
Een tak onzer nationale kunst, welke sedert weinige jaren schynt te herbloeijen, is de muerschildering. België, zoo ryk aen schilders van allen aerd, heeft in dit vak ook, kunstenaren geleverd die de faem der vaderlandsche school hebben staende gehouden. Wy allen kennen de werken der Van Eycken, Portaels, Lagye, Swerts en Guffens; in afwachting dat het ons vergund zy over de voortbrengselen van elk dezer schilders in het byzonder te handelen, zullen wy een woord over het werk des laetsten gewagen.
Kennen wy vooreerst den schilder. Guffens zag te Hasselt het licht ten jare 1823; de liefde tot de kunst, dreef hem naer Antwerpen. Leerling van den heer N. de Keyser (in 1839), bleef hy tevens de kursus der koninklyke Akademie tot het jaer 1843 volgen. Sedert dit tydstip trad hy als schilder op, en verveerdigde verscheidene tafereelen, als daer zyn: de Graef van Looz; de Garnaetleurster, enz.; welke herhaelde malen in plaet werden uitgegeven. In 1850 vertrok Guffens, gezamenlyk met zyn vriend Swerts, naer Italië, doorreisde Duitschland, en keerde, na eene afwezendheid van twee jaren, in zyn vaderland terug.
Zyn verblyf in den vreemde had echter zyne zienwyze in zake van kunst merkelyk gewyzigd. De fyne geest der Duitschen had hem getroffen, en hy poogde in zyne werken, de eigenschappen der Germaensche met de hoedanigheden der Vlaemsche school te vereenigen. Dit is het karakter zyner schildering; de fresco, waerin hy haer op eene breede schael ten uitvoer bracht, strekke tot staving van ons gezegde. In 1853, gezamenlyk met den heer Swerts, met de muerschilderingen der nieuwe kerk in de stad St-Nikolaes gelast, werd dit werk tot op onze dagen voortgezet; doch het was de koophandelkamer ter Beurse van Antwerpen die het beste specimen van het talent onzes landgenoots kon leveren. In 1856 begonnen, bevatten deze muerschilderingen eene reeks van samenstellingen welke een aental feiten uit de geschiedenis des Antwerpschen handels voorstelden; onder de stukken, die het meest onze aendacht hebben opgewekt, moeten wy de Ontvangst der eerste Persische ambassade door de aertshertogin Margarita, in 1523, melden even als de Dekens en kooplieden der Hanze die, omstreeks het jaer 1315, hunne privilegiën in de abdy van St-Michiel, ter bewaring nederleggen.
Het werk des heeren Guffens, zoowel als dat des heeren Swerts, was in den loop der maend july 1858 voltooidGa naar voetnoot(1); ter gelegenheid der gemeentefeest zou het voor het publiek zyn ten toon gesteld geworden, wanneer op 2 augusty een brand het gebouw der Beurs verwoeste, en de voortbrengselen onzer kunstenaren gansch vernietigde. Verscheidene kartons werden ten zelfde tyde door het vuer verslonden; gelukkig dat onzen schilderen eenige photographies zyn overgebleven, en zy derwyze nog in staet zyn hunne scheppingen, door den druk, aen hunne landgenooten te doen kennen.
P. Génard.