De Vlaamsche School. Jaargang 4
(1858)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 169]
| |
Gilbert van Schoonbeke.‘Omtrent het midden der XVIe eeuw, zeggen de heeren Mertens en Torfs in hunne Geschiedenis van Antwerpen, leefde er te Antwerpen een man, wien de zucht om groote en nuttige openbare werken te ondernemen scheen ingeschapen, en die gedurende het vyftienjarig tydperk van 1540 tot 1555, in dit vak meer uitrichtte, dan menig machtig vorst. In een Cort verhael zyner werkzaemheden, leest men, ‘synen jongen tydt bragt hy door met gronden van erven, huysen ende renten te coopen ende weder te vercoopen; wagen, thollen ende accynsen te pachten ende te verpachten, en dergelyke waerinne hy sonderlinghe geëxperimenteert was.’ Deze man, deze uitmuntende financier, deze groote bouwmeester en ingénieur, was niemand anders dan Gilbert Van Schoonbeke, wiens merkweerdige ontwerpen en bouwplannen nog heden de bewondering op zich trekken. Hy werd geboren ten jare 1519; waer? Tot nu toe weet men dit niet. Indien, zegt onze vriend P. Génard, in tegenwoordig geval de identiteit van naem de identiteit van persoon daerstelde, dan zou, volgens een extrakt door den geleerden sekretaris A. Van Valckenisse uit de archiven van Antwerpen genomen, onze Gilbert herkomstig van Luik wezen; dan zou hy de zoon zyn van Jaspar, en ten jare 1546 als poorter van Antwerpen zyn ontvangen; iets wat, in allen geval, tot de waerschynelykheid van dit feit bydraegt, is de naem BeaurieuGa naar voetnoot(1) in verscheidene akten aen onzen Van Schoonbeke geschonken, en welke de waelsche afkomst van Gilbert schynt aen te duiden. Wat er van zy, Gilbert had, naer men beweert, eene zuster Johanna genaemd, die weduwe zynde van Hugo Moreau alias Jan de Bourgoigne, fourier van Keizer Karel, in 1558, het knechtjeshuis te Antwerpen deed bouwen volgens de rymregels die in eene der glasramen van de eetkamer des gestichte te lezen zyn, en ten tyde van Papebrochius werden vernieuwd: Anno vichtien hondert en acht en vichtig jaer
Septembris negene was hier geleijt den eersten steen
Van Johanne van Schoonbeke die vrauwe eerbaer
Die wedewe van Hugo de Moreau alleen
Alias Jan de Borgoingne, en de heeft uijt liefden reen
Dit werckhuis helpen stichten seere excellent
Om aerme jongers te leeren een ambacht gemeen
Waeraf die Aelmoeseniers hebben het regiment
Ter eeren Gods ende tot salicheijt van der stede
God verleene haer ende alle die noch sijn onbekent
Ende andere die haer bijstandt doen mede
Naer desen corten tijt den eeuwigen vrede.
Het getal der inwoonende weesjongens van dit liefdadig gesticht, zeggen de HH. Mertens en Torfs, is bepaeld op honderd, allen tusschen de dertien en twintig jaer oud, die er eene goede opvoeding genieten en een handwerk volgens verkiezen mogen aenleeren. By haer overlyden begiftigde de stichteresse, volgens haer testament van 1560, het weezenhuis nog met de somme van 4,000 guldens. Om de identiteit van de namen Beaurieu en Van Schoonbeke des te beter te doen uitschynen, schryven wy hier nog een grafschrift af uit Onze Lieve Vrouwe kerk, te Antwerpen, en het welk luidde als volgt: icy gist sr hugo moreau alias Er blyft dus niet den minsten twyfel over, of de naem van Van Schoonbeke is de vervlaemsching van dien van Beaurieu. En nu wy dit laetste hebben vastgesteld, zullen wy, in korte woorden, zeggen wat al belangryke werken onze Gilbert heeft ontworpen en ten uitvoer gebracht. Daer de stad Antwerpen, even als thans, te klein was geworden voor het getal harer inwooners, stelde van Schoonbeke voor, om dezelve te vergrooten, een gedeelte der oude wallen af te breken en door nieuwe, in sterken steen gebouwde werken, te vervangen; zyn plan werd goedgekeurd en onze landgenoot werd aldus de stichter der | |
[pagina 170]
| |
Nieuwstad, en der vestingen waervan de kosten, volgens de rekeningen, op meerdan een millioen gouden kroonen zyn geschatGa naar voetnoot(1). Deze nieuwe stad werd door hem met vlieten, kaeijen en straten voorzien. Niet tegenstaende deze vyfde vergrooting van Antwerpen, bleef de huer der huizen er ontzaggelyk hoog, Van Schoonbeke begrepen hebbende wat party men kon trekken uit de menigvuldige onbebouwde gronden, welke zich nog overal binnen de muren bevonden, en welke deels aen kloostergestichten en deels aen byzondere persoonen behoorden, kocht achtervolgens het meerendeel dier gronden aen, welke hy overal met breede en regelmatig gebouwde straten doorstak. Reeds vroeger had hy de stad geleend of doen leenen, voor vier jaer, en tegen acht ten honderd, de som van twee honderd duizend carolus guldens, ten einde haer in staet te stellen de gronden voor de Nieuwstad aen te koopen. Het getal der straten door dezen vernuftigen man binnen Antwerpen gesticht is zeer groot, en men rekent dat er door van Schoonbeke en door degenen die hy aenmoedigde, dry duizend huizen zyn gebouwd geworden. Omtrent denzelfden tyd kocht hy van den schoutet Willem Van de Werve omtrent zestien honderd roeden ledige erve, welke hy in verscheidene honderde perceelen verdeelde, door lange en breede straten van elkander scheidde, die hy dan later verkocht om er lusthuizen op te bouwen; al wie daer grond kocht moest zich verbinden op twintig voeten zyner erve een boom te planten. Van Schoonbeke gaf aen deze streek, welke nog de schoonste is rond Antwerpen, den naem van Marckgraven Lei. Nimmer zag men ergens, gelooven wy, een yveriger, vernuftiger en onvermoeijelyker bouwer dan van Schoonbeke. In 1552 kocht hy in de Nieuwstad vier honderd roeden grond, en bouwde er, in minder dan twee jaren, vier-en-twintig brouweryen. Deze grootsche onderneming scheen echter elkeen van eerst af voor alle ontwikkeling onvatbaer, daer het er aen zoet water ontbrak; doch de vernuftige van Schoonbeke had weldra het middel gevonden om hierin te voorzien. Hy deed eene onderaerdsche buis leggen van de Herenthalsche vaert tot in de Nieuwstad, welke hy aldus overvloedig voorzag van zuiver en drinkbaer water, dat zich in eene diepe kom of verlaetbak stort, waeruit het oogenblikkelyk by middel van veertig eemers, die rondom een steeds draeijend as zyn vastgemaekt, wordt opgehaeld. Deze eemers scheppen het water van zelf en storten het uit in eene tweede kom, zeventig voet hooger staende dan de eerste, van waer het, door verschillende buizen, in de omliggend ebrouweryen wordt geloosd. Dit Waterhuis, dat nog heden bestaet en werkt, is het pronkwerk van Gilbert van Schoonbeke. Men bewaert nog aldaer het portret des vindingryken mans, het plan van het watertuig, alsook eene kamermeubelering der XVIe eeuw. Wy deelen hiernevens het gezicht der trapzael des Water-huizes mede. Gilbert van Schoonbeke was niet alleen een vernuftig man met schranderen speculatiegeest bedeeld, hy was tevens, even als zyne zuster, een weldoener der menschheid. Daergelaten het bestaen dat hy aen duizende lieden door zyne menigvuldige bouwingen verschafte, vinden wy hem vermeld als een der byzonderste stichters en weldoeners van het Antwerpsch Maegdenhuis of Weezengesticht voor meisjes. Vroeger bestond er, zoo men beweerd, in dit gesticht een steenen standbeeld van Van Schoonbeke, op welks voetstuk men kon lezen: d. gvilbertvs de schoonbeck pro parte hvjvs fvndator, en thans nog bewaert men er een aerdig in kleur geschilderd borstbeeldje van dien weldoener der armen. Dit borstbeeldje, zeggen nogmaels de HH. Mertens en Torfs, staet in de vergaderzael en wordt er zorgvuldig onderhouden; het is gekleed met een vilten hoedje, een kanten kraegje en eene drapery; op het hangend voetstuk staet ook het hooger vermelde opschrift. Van Schoonbeke trouwde met Elisabeth Heynderickx en won by haer verscheidene kinderen. De man die zooveel goeds voor Antwerpen had te weeg gebracht, verliet echter deze stad, (waerom? weet men nietGa naar voetnoot(1),) en ging zich te Brussel vestigen, waer hy in 1556, in den weinig gevoorderden ouderdom van 38 jaer overleed, twee dochters nalatende. Opschriften onder twee afbeeldsels, in het gasthuis van Antwerpen, hebben ons de juiste dagteekening der | |
[pagina 171]
| |
dood van Van Schoonbeke en zyner gade bewaerd; onder het eerste leest men: gillebert van schoonbeke Het tweede bevat de woorden: lisabet heynderickx huysvrou van gillebert van schoonbeke nata 1527 obiit 1587 in mey. Sommige schryvers beweeren dat Van Schoonebeke in de nederige betrekking van gecommitteerde der financiën en in eenen aen de behoeftigheid grenzenden staet in het gasthuis overleed. Zulks kunnen wy niet bytreden; en waerschynelyk vergissen zich deze schryvers in de benaming van gecommitteerde der financiën, dat zeker geene nederige betrekking was, maer veeleer een eerambt, daer wy de hoogste persoonen des lands met deze plaets bekleed zien. Of nu Gilbert Van Schoonbeke in het gasthuis te Brussel in eenen aen de behoeftigheid grenzenden staet overleed, valt insgelyks te betwyfelen, daer hy den 4 july 1556, zynde het jaer zyns overlydens, zyn handteeken plaetste op eene op perkament geschreven cedule, door den Raed van financiën te Brussel afgeveerdigd, en zulks naest den graef van Berlaymont, Philips van Montmorency graef van Hoorn, P. Boisot en Joos de Damhoudere, die, even als hy, den titel van gecommitteerden der financiën voerdenGa naar voetnoot(1). De in het Burgerlyk Gasthuis van Antwerpen bewaerde portretten van Gilbert van Schoonbeke en zyner vrouw, zouden doen denken dat hy ook mag gerekend worden onder de weldoeners van dit voor het lydend menschdom opgericht gesticht. Johan Van Rotterdam. |
|