De Vlaamsche School. Jaargang 4
(1858)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– AuteursrechtvrijEenige kunstuitgaven in Duitschland.By de stichting der Vlaemsche School hebben de opstellers zich, om zoo te zeggen, uitsluitelyk tot taek gemaekt de poogingen te doen kennen welke in ons Vaderland worden aengewend om den vooruitgang der Schoone Kunsten te bevorderen. Zonder het minst van de aengeduide baen af te wyken, achten wy het ons ten plichte eenige woorden aen de poogingen te wyden, welke in andere landen, ter bereiking van hetzelfde doel, worden ondernomen. Weinige volken hebben, in ons tydstip, zooveel tot den vooruitgang der kunsten bygedragen als de Duitschers Een aental uitmuntende mannen hebben de handen aen den arbeid geslaen, en verscheidene werken voortgebracht, waervan het nut niet alleen in hun vaderland doorstraelt, maer zich innig in alle gewesten doet gevoelen waer men de kunsten en wetenschappen huldigt. In vroegere nummersGa naar voetnoot(1) hebben wy reeds eenige woorden aen enkele dezer kostbare schriften toegewyd. Om een goed gedacht van de werkzaemheid der Duitschen in het vak van het schoone te geven, halen wy hier gaerne de titels van eenige der voornaemste uitgaven aen, die in deze laetste jaren zyn begonnen en voortgezet geworden. Duitschland ofschoon de kunst in het algemeen behertigend, heeft vooral den geest zyner kinderen op het beoefenen der christene kunst gevestigd. De werken die over de algemeene kunsten zyn verschenen verdienen echter ten volle eenieders achting. Wy allen kennen Kugler's Handbuch der Kunstgeschichte, zyne Geschichte der Baukunst, zyne Kleine Schriften und Studiën zur Kunstgeschichte, juist gelyk wy hulde hebben gebracht aen de Denkmäler der Kunst, uitgebreid werk door A. Voit in Munich begonnen en door Dr. E. Guhl, J. Caspar en Dr. W. Lübke te Berlyn voortgezet. Naest deze verdienstelyke schryvers, treedt professor Fr. Müller op met zyn boek: Die Künstler aller Zeiten und Völker; levensschetsen en werken der beroemdste bouwmeesters. beeldhouwers, schilders, plaetsnyders, vormensnyders, lithographen, enz., uit alle landen; hoogstnuttige onderneming die de meest uitgebreide kennissen vergt om tot goed einde gevoerd te worden. Aen het vak der christene kunst hooren toe Salzenbergs Oud christelyke gedenkstukken van Constantinopel, even als Hefner's Trachten des christlichen Mittelalters. By deze uitgaven, die over de kunst van verscheidene volken handelen, voegen wy diegene welke voornamentlyk aen Duitschland zyn toegewyd; vooreerst Nürnberg's Kunstleben in seinen Denkmalen, door R. von Rettberg; verder die Kunst des Mittelalters in Schwaben, gedenkteekens der bouw-, beeldhouw- en schilderkunst, door C. Heidelhoff, met verklaringen door prof. Fr. Müller en de Mittelalterliche kunstdenkmale des Oestreichischen Keiserstaates, uitgegeven door Dr Gustav Heider, prof. Rud. von Eitelberger en den architeckt J. Hieser. Eindelyk melden wy Förster's reusachtige onderneming, zyn prachtwerk getiteld: Gedenkstukken der duitsche bouw-, beeldhouw- en schilderkunst, sedert het invoeren des christendoms tot op onze tyden. Waerlyk men moet met het bekende geduld der Duitschers begaefd zyn om voor zulke uitgave niet te rug te schrikken; gelyk de titel het aenduidt, heeft de verzamelaer zich niets minder voorgesteld dan de gedenkstukken van allen aerd in gansch Duitschland verspreid, by een te vergaren, deze in plaet te doen brengen door de eerste graveurs zyns vaderlands, en, vergezeld van gewetensvolle verhandelingen, in het licht te doen komen. Dry deelen zyn reeds van Förster's werk verschenen; zy getuigen dat de opsteller het woord kunst in de breedste beteekenis opneemt: monumenten in romeinschen, romaenschen, ogivalen en hedendaegschen styl uitgegevoerd, vinden er hunne plaets. Zelfs ons vaderland wordt er niet in vergeten; met waer genoegen ontmoeten wy verscheidene overschoone platen naer Van der Weyden, Van Memmelinghen, maer vooral de volledige schepping der Van Eycken, in de kunstwereld beroemd onder den naem van het Lam Gods. Dergelyke uitgaven toonen best welke kunstzin het germaensche volk bezielt, terwyl zy bovendien niet weinig toebrengen om de duitsche school den roem te doen herwinnen, welke haer, door ontelbare meesterwerken, in de middeleeuwen werd vergund. |
|