De Vlaamsche School. Jaargang 3
(1857)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 185]
| |
De cathedrale van Namen.Ofschoon wy geene bewonderaers zyn van den styl dien men in de XVIIIe eeuw, voor de kerken en geestelyke gestichten bezigde, toch moeten wy de cathedrale van Namen aenduiden als een dier tempels in modernen trant gebouwd, welke het meest onzer aendacht weerdig zyn. Deze kerk, zegt de heer Schayes, in 1751 volgens de teekeningen van den milaneeschen bouwmeester Pizzoni begonnen, en in 1767 voltooid, heeft den vorm van een latynsch kruis, 78 meters lang, waervan 29 voor het koor; zy is 53 meters breed in de kruisbeuken, 35 in de beuken, en 17 in het koor dat de breedte van den middenbeuk bezitGa naar voetnoot(1). Om de geschiedenis dezer kerk te kennen, hoeven wy slechts een werk open te slaen dat op het einde der vorige eeuwen verscheen, les Délices des Pays-Bas, en welk de eer genoot verscheidene uitgaven te beleven. De cathedrale van Namen, zegt de schryver van dit boek, heeft voor patroon den H. Albinus, priester, martelaer te Mentz, wiens overblyfselen aldaer bewaerd worden. Het kapittel herkent voor stichter ten jare 1046, Albrecht II, graef van Namen, en zyn eerste deken was Frederik, hertog van Neder-Lorreinen, die ook aertsdiaek van Luik was en daerna Paus werd onder den naem van Stephanus X. De kanoniksdyen waren er in de XVIIIe eeuw nog ten getalle van twintig en werden door den souverein vergeven, uitgenomen de negen prebenden der graduaten, welke, juist als elders, van den keus afhingen. De weerdigheden waren diegene van Proost, Deken, twee Aertsdiaken, de eene voor het land van Namen, de andere voor Waelsch-Braband; verder de cantor, de aertspriester en de scholaster. St-Albinus, voegt de schryver erby, was vroeger de min schoonste van al de cathedralen des lands, doch de bisschopGa naar voetnoot(1) en de kanoniken, door eenen byzonderen yver gedreven, en steunende op de hulp der Voorzienigheid, deden haer, even als de St-Jans-parochie, ten jare 1751 afbreken. Men bouwde er eene nieuwe, waervan de prins van Gavre, bevelhebber der provincie, den eersten steen legde in name van den hertog Karel van Lorreinen. Schitterende namen zyn, gelyk men ziet, aen dezen tempel gehecht. Ook begrypen wy zeer goed de voorliefde welke de naemsche bevolking voor hare hoofdkerk voedt, daer zoovele zoete herinneringen aen de geschiedenis van dit gebouw zyn verbonden.
K.W.... |
|