de koninklyke maetschappy: De Wyngaerd, een vergulden zilveren eerepenning ontvangen.
4e Vraeg. ‘De geschiedenis te schryven, naer keuze van den mededinger, van éen dezer Raden: den grooten Raed van Mechelen; den Raed van Braband; den Raed van Vlaenderen.’
5e Vraeg. ‘De kortbondige geschiedenis te schryven van de leerstelsels die, sedert het begin der XVIe eeuw tot op onze dagen, op den maetschappelyken toestand, voornamelyk in België, invloed hadden.’
6e Vraeg. ‘Welke waren de betrekkingen tusschen de dietsche (vlaemsche) en fransche letterkunde, gedurende de XIIe, XIIIe en XIVe eeuwen, en welke is de invloed dien de eene op de ontwikkeling der andere heeft uitgeoefend?’
De prys voor elke dezer vragen zal een gouden eerepenning zyn, ter waerde van 600 franken. De verhandelingen moeten, leesbaer. in het latyn, fransch of vlaemsch geschreven zyn, (ter uitzondering diergene op de 2e vraeg, die alleen in 't fransch moet opgesteld wezen) en, vrachtvry, worden gezonden aen den heer Quetelet, vasten secretaris, vóór den 1n february 1838.
De Akademie vordert de grootste nauwkeurigheid in de aenhalingen; te dien einde zullen de schryvers zorg hebben, de uitgaven en bladzyden der boeken, door hen aengehaeld, te vermelden. Men zal alleen handschriftelyke platen aennemen.
De schryvers zullen hunnen naem niet op hunne werken stellen; maer enkelyk eene zinspreuk, te herhalen op een verzegeld briefje, hunnen naem en woonplaets aenduidende. De na den bepaelden tyd overgelegde werken, of diegene welker schryvers, zich, op welkdanige wyze ook, zouden doen kennen, zullen uit den wedstryd worden gesloten.
De Akademie vermeent den mededingeren te moeten herinneren dat, zoodra de verhandelingen aen hare beoordeeling zyn onderworpen, deze in de handvesten worden nedergelegd, als haer eigendom geworden zynde. Nochtans kunnen de belanghebbenden er, te hunnen kosten, afschriften doen van nemen, mits zich, te dien einde, tot den vasten secretaris te wenden.
- De koninklyke maetschappy De Wyngaert van Brussel heeft het Programma laten uitgaen der feesten waermede zy de 200e verjaring harer instelling zal vieren. Op dit stuk komen wy nader terug.
- Er is te Antwerpen eene commissie, bestaende uit eenige voorname letterkundigen, samengesteld, ten einde middelen te beramen om op Zetternams graf een gedenkteeken te plaetsen.
Onze vriend, de heer Julius de Geyter zal, ter ondersteuning van de uitvoering diens ontwerps, een boekdeel gedichten, getiteld: Bloemen op een graf, uitgeven. Hier volgt het prospectus van dit werk.
‘Dezer dagen schreef de heer De Geyter aen eenen zyner letterkundige vrienden den volgenden brief:
Eindelyk is myn bundel gedichten gansch afgewerkt...... Nu ik dien uitgeven ga, herinner ik my een voornemen, een vast besluit, over lang genomen, om mynen vriende Zetternam myn eerste werk op te dragen. Zyn overlyden ontslaet my misschien wel van dien zedelyken plicht; doch als ik nadenk dat de arme doode zelfs geen houten kruisje op zyn graf heeft staen, geloof ik myn boek te moeten bestemmen om zyn aendenken te vereeren: - het schynt my dat het mede dienen kan tot oprichting eener Grafzuil ter herinnering aen den ontslapen kunstbroeder, den doodgestreden Vlaming.....
Zou dit gedacht niet te hoogmoedig wezen? Ik vrees het. Maer dat het welgemeend en onbaetzuchtig is, mag niemand in twyfel trekken: zonder dat eenige moeite er toe gedaen werd, is het getal inschryvers op myn boekwerk reeds overreikend voor de kosten der uitgave: met eenig poogen zou de boekhandel er een honorarium op verwezentlyken dat my zelve niet ten onpas komen zou, maer 't welk ik geerne ter hulde aen eenen dierbaren doode zou afstaen. Overigens zou ik U, met de namen der inteekenaers, het handschrift myner gedichten toezenden, en U de zorg laten om met eenige vrienden er zooveel en zulk nut uit te trekken als Gy geraedzaem denken zoudt voor eene hulde die Gy ook als een pligt beschouwt.’
‘De vrienden der Vlaemsche Zaek zullen met ons den dichter voor zyn edelmoedig aenbod danken en eenen laetsten pligt van erkentenis jegens Zetternam vervullen: na zich den stoffelyken nood zyner weduwe en weezen herinnerd te hebben, zullen zy ook hunne schuld jegens den roem des schryvers niet vergeten.
Wy, die beseffen wal Vlaemsch België aen Zetternam verschuldigd is, nemen met genoegen de taek der geldinzameling op ons; dit doen wy des te liever daer het thans eene hulde betreft welke gansch vrywillig, gansch uit eigene beweging, moet geschieden, en het boek dat wy er toe aenbevelen, zynen prys overweerd is. De Bloemen op een graf zyn een keus uit de gedichten, sinds zes jaren en byzonder in den laetsten tyd door den heer De Geyter geschreven. Niet de inhoud, maer alleen het doel der uitgave, voegt den titel van het werk.
Moge ons betrouwen in de ondersteuning, in de solidariteit der Vlamingen ons ook ditmael niet bedriegen.
Jan Van Arendonck, |
Beeldhouwer. |
Jan Van Beers, } |
Letterkundigen. |
Frans De Cort, } |
Letterkundigen. |
Frans Heuts, } |
Letterkundigen. |
Victor Lagye, |
Kunstschilder. |
Antwerpen, den 20n july 1857.
Men schryft in by den boekhandelaer, van wien men een prospectus heeft ontvangen, of door overmaking van het daerby gevoegde inteekenbewys aen de uitgevers Kennes en Gerrits, Hochstetterstraet, No 1, te Antwerpen.’
Verschenen: Te Gent by J.S. Van Doosselaere: Jonker Jan Van der Noot, met een berigt over zyn leven en zyne werken, alsmede een Glossarium der byzonderste verouderde woorden, uitdrukkingen en taelvormen, door K.F. Stallaert. (Getrokken op 75 exemplaren). Prys fr. 2.50.
Wy bevelen dit werk onzen lezeren ten vollen aen. Het is eene belangryke bydrage tot de geschiedenis der XVIe eeuw. De heer Stallaert, heeft in dit opstel, even als in zyne vroegere werken, blyken gegeven van diepe geleerdheid met de zuiverste vaderlands liefde gepaerd.
- Paysages et chasses de Pierre-Paul Rubens, dessinés par J. Fourmois et J. van Severdonck, texte par E. Fétis. - Een schoon boekdeel in-folio, bevattende 36 platen op sineesch papier, verscheidene bladeren text, titels en tafels, uitgegeven door Charles Muquardt, te Brussel. - In de nota van het prospectus leest men het volgende: ‘De uitgever van dit werk bereidt de uitgave der andere samenstellingen van Rubens, bevattende de afdeelingen: godsdienst, mythologie, geschiedenis, enz. De platen van dit werk, dat al de voorname stukken van den onsterfelyken kunstenaer zal behelsen, zullen volgens de beste wyzen van photographie worden uitgevoerd naer de keurigste afdrukken der graveurs onzes meesters, getrokken uit eene ryke verzameling welke wy met groote kosten gemaekt hebben en waeraen wy, gedurende vele jaren, onafgebroken en verduldige opzoekingen hebben besteed.’
Johan Van Rotterdam.