De Vlaamsche School. Jaargang 1

[p. 65]

Het feest der Onbevlekte Ontvangenis.
(Vervolg en slot. Zie bl. 57.)

transparant geschilderd door edw. du jardin.

Het bestuer der St.-Jacobskerk heeft de versieringen dezes tempels aen den heer Ed. Du Jardin, leeraer by onze koninklyke Akademie, toevertrouwd. Reeds menigmael zyn wy in geval geweest van de werken dezes meesters te spreken, en wy hebben hem om zyne poëtische gedachten en juiste teekening geprezen. By deze hoedanigheden heeft hy een wys en aengenaem koloriet poogen te paren, welk hem op den rang onzer goede historieschilders plaetst.

Als bewys van ons gezegde, werpe men slechts eenen oogslag op het transparant dat den gevel der St.-Jacobskerk opsmukte. Even als aen zoo vele andere kunstenaren, was het onderwerp aen Du Jardin opgegeven, de Apotheosis der H. Maegd. In zyne samenstelling moest hy zich zoo veel mogelyk gedragen volgens de voorschryvingen van Z.E. den Kardinael-Aertsbisschop van Mechelen.

En eventwel, wanneer men 's kunstenaers werk met aendacht beschouwt, moet men bekennen dat hy eene hem eigene schepping op het doek heeft gebracht. Waerlyk, de plaets welke de goddelyke persoonen beslaen, is, op zyn tafereel, omtrent de zelfde als op die van het voorgeschreven model; doch welk onderscheid in de uitvoering! Het oorspronkelyke, in vreemden trant verveerdigd, heeft onder het penseel des antwerpschen meesters, om zoo te zeggen, eene vlaemsche hervorming ondergaen. De figuren zyn wel geteekend; de kleur is krachtig en aengenaem, doch het is bovenal in de uitdrukking dat de schilder is gelukt. Het grootsch en majesta-

[p. 66]

tisch gelaet van God den Vader steekt treffend af tegen de teedere wezenstrekken des Zoons en de tengere, maegdelyke vormen van Maria; de engelen, die hunne koningin omringen, getuigen van eenen eerbied dien men waerlyk bovennatuerlyk mag noemen.

Dat Du Jardin het verlichten van kunstwerken verstaet, heeft het transparant der St.-Jacobskerk genoegzaem bewezen terwyl het gansche tafereel met een zacht licht was opgehelderd, had de schilder voor het middenpunt, waer de H. Dryvuldigheid was afgebeeld, al de macht der lampen bewaerd. De krans die Maria omringde, scheen niet geschilderd, maer uit wezentlyke stralen gevormd.

By de St.-Jakobskerk ligt die van den H. Antonius. De parochianen hadden besloten een blyvend gedenkteeken van het feest op te richten. Door hunne zorgen werd aen den heer Jaek de Braeckeleer de uitvoering van het O.-L.-V. beeld toevertrouwd, waervan wy hier de gravure mededeelen.

teekening van jaek de braeckeleer.

Buiten de St.-Antoniuskerk en andere openbare gebouwen, waervan wy reeds gesproken hebben, ontmoeten wy nog menig gesticht dat zich door prachtige versieringen onderscheidt. Plaetsgebrek alleen dwingt ons de woonsten der heeren Baron Osy, Gillès, en anderen in stilzwygendheid voorby te gaen; eventwel zouden wy onze taek als onvolledig beschouwen, indien wy niet, vooraleer te eindigen, nogmaels onze hulde aen de heeren Michiel Bellemans en Lukas Schaefels brachten, aen wier goede leiding en vlyt men een groot deel der luisterryke versieringen te danken heeft; het is immer aengenaem te kunnen melden dat er zelfs in de decoratieschildering, te Antwerpen, nog mannen bestaen, die, zich op de studie der meesters van vroeger tyden toeleggende, den kunstroem der Nederlandsche school trachten voort te zetten.

Het feest van 4 meert 1855 zal lang in de geheugenis onzes volks leven. Sedert de feesten van Rubens, in 1840, en die van het huwelyk van Z.K.H. den Hertog van Braband, heeft de Scheldestad geene plechtigheid mogen bywoonen, die, onder het kunstig oogpunt beschouwd, zoo algemeen was en zoo vele merkweerdige voortbrengselen opleverde. In de drukte dezes winters, was het bovendien als een reddingsmiddel voor menig noodlydend huisgezin. De werkman, wiens bestaen door de duerte der levensmiddelen was gekrenkt, vond in het versieren en verlichten van talryke woonsten eene weldadige bron, die voor eenige weken het zure zyns levens kwam verzachten.

P. Génard.