Vlaanderen. Jaargang 5(1907)– [tijdschrift] Vlaanderen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 370] [p. 370] Avondzang. Vaag drijft de navond in het wolkenlogge. Uit grond en gracht, uit gras en jonge rogge Waait frissche kalmte, walmt gedegen geur. En boomgaardboomen, boomen uit de bosschen, Kasteel en hoeve, en zware zwoegende ossen Verdonkeren van kleur. 't Verdonkert al: bloeiwit en blaârfluweelen, Het geluwgroen, het purperbruin, Op rozige struweelen 't Gesmeden brons dier beukenkruin, En verre, verre in de allerhoogste toppen, Zwarte eksternesten die de mikken stoppen. Heusch, uit de slotwei groet Een vlasbond meisje. Voet voor voet Treedt ze achterwaarts, aan slappe zeelen leidend In de ééne hand, drie koeien wit van kop, En zwart van lijve, weidend De grazing op Daar plompt iets. Kijk! een ratjen op de gracht, Het zwemt, bruinharig, langgelijfd, veel rimpels Opstuwend naar het boordje... Wacht!... Het klautert, vlug, door lisch en halmenwimpels Den graskant op, krimpt neer en zit Met glinstergit In de oogjes, in zijn eentje... 't Luistert... Als meegeduisterd [pagina 371] [p. 371] Met bosch en beemd, Vergalmen stiller Weemoedig vreemd Gekweel, gefluit, gelispel en getriller. De vinkenslag verflauwt. De mees verzacht haar schertsen Tot bleeke tertsen En piept benauwd. De goudspecht op een eiktak tokkelt, De meerle in de oude treuresch, brokkelt Haar zoet gefluit Onachtzaam uit. En telkens weder Huhu, huhu. Verneem ik u, Klaar bekje dat ik niet kan vinden In 't loof der linden. Maar stil... Het blondje zingt... Hoe teer die toon Trilzacht op strakke kinderkeel volhouden, Afrollend dan zich rondend, zwaar en schoon, Zonlicht dat duistert om weer op te gouden. Hoor: breede golfslag brekend in gestraal Vlokschuim wegglinstrend tot een enkle peerle, Als sloot een trilnoot van den nachtegaal Den afgebroken deun der moede meerle. Voort kronkelt door een stille streek Een klankenbeek Met rimpeltraag vertrillen Die door 't geboomt Verloren stroomt En stervend doet nog rillen. Was 't blijdschap? Neen! Of smart? Ook niet. Volheerlijk roert en blijft het lied Op boomen, water, kruiden, Nog lang, nagalmend, luiden. René de Clercq. Vorige Volgende