Vlaanderen. Jaargang 2

[p. 318]

Droomhoekje.

In uitgestrektheid kleine,
Maar groot in vredigheid
En plechtig middagzwijgen,
Een eenzaam hoekje leit.

Bruingroene donkere mossen
Bedekken den mullen grond;
In nieuwen meiebloesem
Staan er seringen rond.

En lindeboomen streven
Breedlooverig er omhoog,
Al zonnezilverkens zevend
Uit dichten bladerboog . . . .

En 't plechtig middagzwijgen,
De groote vrede-stil,
De streelwalm der seringen,
Het zilveren lichtgetril,

't Smelt ál tot een betoovring
Zoo vreemd en zalig-zacht -
Daar zijgt in zin en ziele
Wondere droomennacht.

Ledeberg bij Gent.
Gustaaf De Mey.