Vlaanderen. Jaargang 2(1904)– [tijdschrift] Vlaanderen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Hoort gij den eik? Hoort gij den eik, o bloote boomen? Hij ruischt daar, zwaar en zwart. Hij ruischt vol donkere droomen, De boom van mijn hart. Zijn stam is rond, zijn kruin nog ronder; Zijn schors is ruw en hard. Hij plooit noch boven noch onder, De boom van mijn hart. Waai stout, mijn eik, alover 't bloode Uw hooge vreugd en smart; Gij, levende onder de doode, Gij, boom van mijn hart. Het ruischt te nacht door mijn ziele Wanneer gij zingt en sart. Val op mijn hoofd als ik kniele, O boom van mijn hart. René de Clercq. Vorige Volgende