het stooten en 't opstuwen, strevend naar hooger zelfstandigheid in hechter-gevoelde gemeenschap. De Vlaamsche Beweging bleef niet enkel een strijd voor het verkrijgen en handhaven van taalrechten; zij wilde niet alleen meer op staatkundige, maar rechtstreeks op sociale toestanden inwerken, en tevens trachtte zij meer en meer de wetenschap en heel ons verstandelijk leven te omvatten.
Die verschillende krachten drongen in dezelfde richting. Nu hebben ze elkaar herkend, en treden vereend op. De denkbeelden der jongeren zijn haast gemeengoed geworden. Wat in 't ouder geslacht onzuiver was ligt gebroken en lam, maar wat wezenlijk leefde is eerder verjongd, en sluit zich aan bij onzen nu rijperen wil. Jeugdiger talenten zijn bijgesprongen, en scharen zich mede om de nieuwe vlag. Geen bijzondere groep meer, maar het dichtende en denkende ‘Vlaanderen’ komt hier aan 't woord.
Die samenwerking bleek nu noodzakelijk, want klaarder dan ooit staat de taak vóór ons. Dat onze goede schrijvers in de aanzienlijkste tijdschriften van Noord-Nederland zeer gewild zijn, dat hun boeken er met bijval begroet worden, is heel verheugend, maar blijft toch bijzaak: zij moeten in het Vláámsche volk kunnen doordringen, daar vasteren voet krijgen. Wat zij zeggen en zingen mag niet meer over de hoofden heen slaan, hun eigen akker moeten zij bevruchten, tot grooter macht van 't gezamenlijke taalgebied. Hier ligt hun plicht, hier ligt ook hun beste loon. Hier moet een ruimer publiek opgekweekt, óns publiek, dat het best de stem zal begrijpen die opklinkt uit zijn eigen hart.
Is er geen wondere samenhang van dichter en volk? Het dadelijke en natuurlijke beeld, de spontane schakeeringen der taal, den grondtoon van 't bewegende gemoed, haalt de ‘vinder’ het niet al uit de natuur en de menschelijkheid die hem omgeeft en meêleeft met hem? En zullen het eindelijk dan toch die menschen van zijn land niet zijn, die zijn geheime schoonheid het best in zich zullen opnemen en ze maken aldoor tot nieuwe schoonheid?
Vlaanderen ligt niet meer aan 't sluimeren, het wíl groeien.