Exlibris Emiel Hoorne
De lezers van Boek en Bibliotheek kregen reeds in 1983 en 1985 een voorbeeld te zien van Emiel Hoornes exlibriskunst. Het werk van deze Westvlaamse kunstenaar lijkt op het eerste gezicht nogal abstract, maar bij nader toekijken duiken soms zeer alledaagse voorwerpen op (koffiemolens of waterketels, vulpennen of onderdelen van electrische leidingen, om maar iets te noemen). Hij laat deze voorwerpen rondtollen in wervelwinden; ze lijken aan elke menselijke controle te zijn ontsnapt, kruipen soms in een jasje van science fiction-snit en nemen daardoor een dreigende en bijna vijandige gestalte aan. Zowel in zijn grotere gravures als in zijn daarbij nauw aansluitende exlibris wordt een enigszins ambivalente houding aangenomen tegenover de moderne technologie. Terwijl Hoornes ene oog glanst van bewondering, kijkt zijn andere oog met veel aarzeling naar de excessen en de verontrustende nevenverschijnselen van de hedendaagse technologie. Een en ander neemt soms hallucinante vormen aan. Emiel Hoorne gaat af en toe als een schildwacht op de uitkijk staan en snuffelt dan naar milieubelastende gevaren. Zijn werk trilt van onrust, van nooit stilstaande beweging. De bloem die hij voor Rita Messeeuw graveerde (zie illustratie) is een zeldzaam moment van stilte in een zee van zenuwtrillende ongedurigheid.
Een groot deel van Hoornes exlibriswerk is in hout gegraveerd. In het zwart en wit van deze houtgravures zit voldoende kracht om indrukwekkend en groots overeind te blijven. Ooit heeft hij een reeks exlibris in veelkleurige zeefdruk gemaakt; inhoud en vormgeving verschilden niet van de houtgravures, maar de uitbarsting van kleurenweelde tilde deze boekmerken naar een nog hoger - en vooral veel poëtischer - niveau.
In veel van Hoornes exlibris wordt de sterke persoonlijkheid van de kunstenaar gekoppeld aan elementen uit het persoonlijk leven van de bibliofiel voor wie het exlibris wordt gemaakt. (Zie bv. de letters en cijfers op het exlibris voor de bibliotheek van de Dr. O. Decrolyschool te Ronse). Deze ideale exlibrisformule bestond al in de tijd van Albrecht Dürer. Dat ze ook in dit door en door hedendaagse werk stand houdt is een bewijs voor de leefbaarheid van het exlibris als eigendomsmerk voor boeken. Voor sommige eigentijdse publikaties zijn de exlibris van Emiel Hoorne ideale boekmerken.