De Vlaamse Gids. Jaargang 74
(1990)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 20]
| |
Vijf nieuwe boeken over geschiedenisPersoonlijk leven in de twintigste eeuwHet sluitstuk van de vijfdelige Geschiedenis van het persoonlijk levenGa naar eind(1) behandelt de periode van de eerste wereldoorlog tot heden. Wat is kenmerkend voor deze tijd? De lange arm en de sterke greep van Vadertje Staat leiden tot een soms bijna Orwelliaanse proporties aannemende bureaucratisering en automatisering. Als burger wordt de mens meer en meer een nummer. Op individueel vlak is er op allerlei gebieden een drang naar zelfstandigheid. Het individu streeft er naar het persoonlijk leven te leiden dat hij zelf wil. De vrouwenemancipatie heeft dit streven in belangrijke mate bevorderd. Af en toe heeft men de indruk dat er een unisekssamenleving in opbouw is. De juridische achterstelling van de vrouw bij de man is grotendeels opgeheven. Met de slogan Baas in eigen buik heeft het feminisme naar een absolute emancipatie gestreefd. Seksualiteit wordt losgekoppeld van de voortplanting; anticonceptie en zelfs abortus worden door een meerderheid aanvaard. Het huwelijk en het gezin als bakens in de samenleving zijn wat gaan wankelen. Op dat gebied is veel versoepeld; vooral de revolte van mei 1968 heeft veel omver geblazen van wat zich al lang in half ontwortelde toestand bevond. Taboes als homofilie en pornografie worden doorbroken. Een opvallend voorbeeld van deze veranderde mentaliteit is de evolutie van ongehuwd moederschap naar bewust ongehuwd moederschap. Aan de ongewenste kinderloosheid wordt evenveel aandacht besteed als aan de ongewenste zwangerschap. De invloed van de massamedia is zeer groot: de geestelijke horizon van de mens wordt in een voorheen nooit gekend tempo verruimd. Op religieus vlak is er ook een belangrijke evolutie; pauselijke voorschriften worden door een grote massa niet of bijna niet praktizerende ‘gelovigen’ met de glimlach in een vergeethoek geduwd. Er is een opvallende verandering in de eetgewoonten, vooral onder invloed van een veralgemening van de slankheidscultus bij de vrouw. Ook de dood wordt met andere ogen bekeken; crematie is niet langer uitzonderlijk en euthanasie wordt bespreekbaar. Er zijn ook negatieve aspecten: oorlogen met hun nawerking, drugverslaving, nieuwe vormen van criminaliteit... In afzonderlijke hoofdstukken worden de levensproblematiek en de visies bestudeerd van communisten, joden en immigranten. Het boek is gebaseerd op bevindingen in de Franse samenleving, maar dit werkt niet storend. Toch hebben de auteurs een lovenswaardige poging gedaan om de deuren van hun Franse werkterrein open te zetten. Er is een hoofdstuk over het eens zo opgehemelde, maar nu ook in verval geraakte model van Zweedse samenleving. Ook aan het hedendaagse leven in de Verenigde Staten van Amerika wordt enige aandacht besteed. Vooral de invloed van de Amerikaanse leefwijze in Europa wordt van dichtbij bekeken en dat is niet onbelangrijk, omdat kan verondersteld worden dat Amerika - met al zijn tegenstellingen - door velen gezien wordt als het beeld van onze eigen Europese toekomst. In het slotdeel van de Geschiedenis van het persoonlijk leven worden veel vragen gesteld. Definitieve antwoorden op deze vragen zijn er nog niet. Het boek doet nadenken over een groot aantal aspecten van ons dagelijks leven en over de toekomst. Het boek is een merkwaardige spiegel van onze tijd. Zoals de vorige delen is het helder geschreven en - mede door de uitstekende illustratie - voor een groot lezerspubliek zeer toegankelijk. | |
Middeleeuwse vrouw: vleesgaard met vruchtgebruik, of nog ergerOver de liefde tijdens de door mannen beheerste middeleeuwen bestaan zo goed als geen rechtstreekse | |
[pagina 21]
| |
bronnen. De genealogische en dynastieke literatuur uit deze periode is verre van objectief en beroert deze problematiek slechts oppervlakkig. Religieuze geschriften - sommige zijn een rechtstreeks gevolg van klachten over een in de knoop geraakt huwelijk - en de dichtkunst onthullen wel een en ander. Daaruit blijkt dat de man als taak heeft de (in menig opzicht onbetrouwbare en van nature verdorven) vrouw in toom te houden. De man is de heer en meester van de vrouw, hij is de bezitter van haar lichaam, hij is er de beheerder van, is gerechtigd er zich van te bedienen, het te gebruiken en vrucht te doen dragen. De vrouw heeft niet het recht de man af te wijzen. In religieuze geschriften wordt haar aangeraden de geslachtsdaad koel te ondergaan. Vrouwen die zich - zeer uitzonderlijk - toch durfden verzetten kregen het soms hard te verduren. Minnespel, zoals bekend uit de middeleeuwse literaire teksten, is een voorhuwelijkse aangelegenheid. Het grote aantal - soms tientallen - bastaarden dat in de genealogische geschriften over bepaalde heren wordt vermeld, bewijst dat gehuwde mannen voor de koelheid van hun zakelijke echtverbintenis nogal gemakkelijk op de vlucht gingen. Aan dit huwelijks- en liefdesleven in de middeleeuwen is een groot deel gewijd van een onlangs verschenen boek van de bekende Franse historicus Georges Duby. In De Middeleeuwse Liefde en andere EssaysGa naar eind(2) is in dit verband ook een analyse van de Roman de la Rose te vinden, vooral van het gedeelte dat geschreven werd door Jean de Meung. Er is ook een merkwaardige analyse van het leven en de ronduit slechte huwelijkservaringen van de ‘heilige’ Godelieve uit het Westvlaamse Gistel. Andere essays in het boek zijn gewijd aan o.a. diverse middeleeuwse familiestructuren, aan de fysieke pijn en de daarmede verband houdende menselijke gevoelens tijdens de middeleeuwen en aan de problematiek van het hedendaags historisch onderzoek in Frankrijk. Georges Duby is er voor bekend dat hij zeer vlot in de huid van zijn historische personages kan kruipen. Zijn schrijfstijl wekt leesenthousiasme. | |
VolkscultuurOnder invloed van de sinds enkele jaren populair geworden mentaliteitsgeschiedenis, gaan meer en meer historici zich bezighouden met de geschiedenis van het gewone volk. De volkscultuur is echter geen gemakkelijk terrein voor de historici. Veel bronnen zijn gedeeltelijk opgedroogd bij gebrek aan teksten en/of iconografische documentatie. Ook de studie Volkscultuur in Europa 1500-1800Ga naar eind(3) van Peter Burke draagt daar de sporen van, maar wat de auteur heeft bijeengeharkt is toch wel een merkwaardige verzameling geworden. Bijna zeventig bladzijden noten en bibliografie getuigen er op het einde van het boek nog eens extra van. Het terrein dat Peter Burke bestrijkt is vrij uitgestrekt: de door hem vermelde gegevens situeren zich in een driehoek tussen Noorwegen, Sicilië en Rusland. Hij vertrekt van de late middeleeuwen en eindigt bij het begin van de negentiende eeuw. In Middeleeuwse Liefde en andere essays bekijkt Georges Duby de volkscultuur op een bepaald moment met door twijfels omfloerste ogen. In de inleidende teksten en in deel Een van Volkscultuur in Europa wordt de problematiek van dit onderdeel van het historisch onderzoek onder de loep genomen. In een heldere betoogtrant schetst de auteur het belang van de volkscultuur en meteen ook de mogelijkheden en beperkingen ervan. Talrijke subthema's met soms zeer sappige details maken het boek tot een boeiende lectuur. Interessant zijn de soms minder bekende overeenkomsten of verschillen tussen uitingen van volkscultuur in diverse landen. Over de invloed van de religie wordt breedvoerig geschreven. Volksfeesten werden door de kerk met een zeer achterdochtig oog bekeken: het waren broedplaatsen van zonde, speciaal van ontucht. Men aarzelde niet naar censuur en vervolging te grijpen in een poging om de voor de kerk gevaarlijke uitingen van volkscultuur aan banden te leggen; in de zestiende eeuw waren ook het Uilenspiegel-boek en Van den Vos Reinaerde er het slachtoffer van. Robin Hoodachtige en soms erg populaire rovers - als de Fransman Cartouche - werkten fel in op de verbeelding van het volk. Ze staken schril af tegen de wat vertederende beschrijvingen van vrouwelijke volkshelden als bv. Genoveva van Brabant. Aan carnaval en andere vormen van openbaar volksvermaak wordt in het boek veel aandacht besteed. Ook over de rituelen bij openbare bestraffingen (van de ezelsrit der kwakzalvers tot het vierendelen van grotere misdadigers) wordt zeer onderhoudend geschreven. De rol van de boekdrukkunst is niet te onderschatten: ze heeft veel van de traditioneel orale volkscultuur (bv. de balladen) uit de vergetelheid gered. De erg boeiende tekst van Peter Bur- | |
[pagina 22]
| |
ke werd verlucht met een twintigtal illustraties. | |
RuslandIn de door Agon uitgegeven reeks cultuurhistorische atlassen verscheen een nieuw deel, dit keer gewijd aan Rusland, een land dat in onze leefwereld altijd enige ambivalente gevoelens heeft opgeroepen. Een groot deel van deze Atlas van RuslandGa naar eind(4) is aan de geschiedenis van het land gewijd, een nog steeds tot de verbeelding van velen sprekende thematiek. Wie iets van de Russische ziel wil begrijpen moet een minimum van deze geschiedenis kennen. En de grote Russische romanliteratuur zal beter begrepen en gewaardeerd worden wanneer men weet op welke voedingsbodem deze literatuur is ontstaan. Ook de totale ommekeer op het einde van de tachtiger jaren en de soms verrassende moeilijkheden die daarbij ontstonden, komen op een objectieve wijze ter sprake. Het nationaliteitenprobleem, met de luide maar misschien wat onrealistische roep naar volledige onafhankelijkheid van bijvoorbeeld de Baltische staten, wordt eveneens in deze Atlas van Rusland behandeld. De titel van het boek geeft dus een wat versmald beeld van de inhoud; in de oorspronkelijke (Engelse) titel is sprake van Russia and the Soviet Union. Aan de verschillende landstreken en de afzonderlijke republieken van de USSR worden aparte hoofdstukken gewijd. Ook in het aardrijkskundige deel van de atlas wordt veel meer dan de Russische kern van de USSR behandeld. De cultuur komt uitgebreid ter sprake. Er zijn zelfs afzonderlijke hoofdstukken over schrijvers als Poesjkin, Gogol, Tolstoj en Tsjechov. Ook hoogtepunten in de muziek en de beeldende kunsten in Rusland worden afzonderlijk belicht. In de uitgebreide bibliografie is het hoofdstuk over de literatuur volledig herschreven voor een Nederlandstalig lezerspubliek. Zelfs de meest recente, in 1989 verschenen studies en vertalingen, zijn er in vermeld. De overvloedige en goed gekozen illustratie maakt van deze Atlas van Rusland ook een aantrekkelijk kijkboek. | |
Het schoolleven van toenDe boeken van de reeks Waar is de tijd? behandelen allerlei aspecten uit de recente geschiedenis van ons land. In Een bank vooruit... en bord afvegenGa naar eind(5) schetst Jan Durnez een anekdotisch gekleurd overzicht van het schoolleven in het Vlaanderen van omstreeks 1920 tot 1950. De auteur beperkt zich tot de lagere school, op het platteland vaak met een vierde graad uitgebreid, omdat veertien jaar toen voor veel kinderen ook een eindpunt in de studie betekende. De bibliografie in het boek toont aan dat de auteur zijn historisch overzicht op een stevige ondergrond heeft gebouwd. Veel kleurrijke gegevens zijn echter gebaseerd op getuigenissen. In het boek vindt men niet alleen het leven tussen de (met wandplaten versierde) muren van het klaslokaal terug. Ook de nevengebeurtenissen - bv. het spel op de speelplaats, de haagschool (het spijbelen) - krijgen aandacht. De onderwijzer (de ‘meester’) en de inspecteurs ook. Er is ook een hoofdstuk over schoolmeestersfiguren in de Vlaamse letterkunde, met types van Ernest Claes tot Greta Seghers. Een vijftigtal foto's illustreren de vlot geschreven tekst. Voor wie deze tijd heeft meegemaakt is het een boek dat momenten van nostalgie - of van herinnering aan de minder goede (bijvoorbeeld eenzijdig-katholieke) aspecten van het onderwijs - zal opwekken. Voor de jongere generatie is het een leerrijk overzicht van een tijd met zowel heerlijke als beschamende facetten op gebied van het onderwijs. L.V. |
|