Geweld
Nieuwe boeken
Bij Brepols te Turnhout is een merkwaardig boek verschenen, dat deel uitmaakt van een Franstalige reeks over het geweld in de maatschappij van de dertiende eeuw tot heden. De reeks wordt gepubliceerd onder de leiding van Robert Muchembled die ook de auteur is van het eerst verschenen deel, dat handelt over het geweld op het platteland van de vijftiende tot de zeventiende eeuw.
De lectuur van het boek is bijzonder leerrijk als men vergelijkingen gaat maken met het geweld in de hedendaagse maatschappij. In ons tijdperk van hooligans en veelvuldige straatberoving is men al te lichtzinnig geneigd te denken dat het vroeger allemaal anders en beter was. In het boek van Muchembled wordt duidelijk dat ook drie-vierhonderd jaar geleden adolescentie vaak gekoppeld kon worden aan geweld. Er was zowel individueel geweld (onveiligheid op straat) als georganiseerde agressie (strafexpedities naar naburige dorpen of gehuchten). De eerste twee maanden van het jaar waren vrij kalm (in tegenstelling tot onze tijd), de piek van de geweldsdelicten lag in de lente, van mei tot juli. Er werd veel voor de verdediging van de eer gevochten; dit eergevoel kon op allerlei aangelegenheden betrekking hebben, maar de al dan niet geschonden ‘zuiverheid’ van een vrouw speelde een belangrijke rol in deze categorie. Wraakgevoelens en ruzie tijdens grappenmakerij of spel (dobbelstenen, kaartspel) waren ook in belangrijke mate verantwoordelijk voor gevechten die soms in doodslag eindigden. Ook solidariteit met een aangerand persoon werd vaak de aanleiding tot doodslag.
De toenmalige levensomstandigheden werkten een en ander in de hand. Jongeren die overdag nogal genadeloos onder een ruwe behandeling van de volwassenen gebukt gingen, zochten tijdens de nacht op hun manier naar bevrijding en heerschappij. En de nacht was toen een zeer wijde dekmantel. Er was geen straatverlichting, de duisternis was synoniem van onveiligheid en van angst. Wie 's nachts de straat op moest, ging er soms van uit dat eerst aanvallen veiliger was. Als er dan een lijk bleef liggen werd het argument van de zelfverdediging nogal gemakkelijk bovengehaald.
Veel agressiviteit gebeurde in of vlak bij de taverne; alcohol hitste de gemoederen ook toen op.
De auteur baseert zich op de vaak met veel details gesausde gegevens uit gerechtelijke archieven en meer bepaald op de remissiebrieven, waarmee de Franse koningen of de Boergondische hertogen een aantal misdadigers van hun schuld vrijspraken. De stukken bevatten veel - en vaak pikante - details over de toenmalige levensomstandigheden en de auteur heeft daar dankbaar gebruik van gemaakt. Daardoor is zijn historische studie ook een erg boeiend boek geworden. We krijgen veel meer dan een droge opsomming van naakte feiten over geweld - dit geweld wordt gesitueerd in het dagelijks leven van de toenmalige plattelandsbewoner. Ondanks de gevaren en de angsten werd in dit wreedaardige tijdperk toch ook goed gelachen en kon de vrolijkheid soms hoog oplaaien. De gedachten van de volksmens leden wat aan kortademigheid en vertoonden trekken van zorgeloosheid en onbezonnenheid. Naast de vele feiten over het geweld in de dorpen komen we dus veel te weten over het dagelijks leven (voeding, kleding, vrijen, trouwen, enz.) en over de folkloristische gewoonten, over de volksmuziek en de populaire dansen, over allerlei volksspelen en over de psychologische achtergronden ervan. Zelfs de evolutie van het schaamtegevoel komt ter sprake en wordt o.a. geïllustreerd met het verhaal van de moord op een zwerver die een stuk hout tegen het hoofd geslingerd kreeg omdat hij zich - naar aloude gewoonte - in de tuin en in het zicht van iedereen had neergehurkt om aan een natuurlijke behoefte te voldoen.
Het boek is prachtig geïllustreerd met reproducties van kunstwerken waarop het volksleven uit het behandelde tijdperk werd uitgebeeld (o.a. werk van Bosch, Breugel, Brouwers, Te-