[Boek en Bibliotheek. Reeks VI, nummer 2]
Verdwijnt het boek?
In december 1989 organiseerde de Bibliotheekvereniging van het Willemsfonds te Gent een studiedag onder de voor bibliothecarissen én lezers wat onrust verwekkende vraag Verdwijnt het Boek?
De tekst van twee referaten wordt in dit nummer gepubliceerd. Willy Bultereys, voorzitter van de Bibliotheekvereniging van het Willemsfonds, opende de studiedag met enkele algemene beschouwingen:
De vraag waaronder deze studiedag vorm kreeg zou bij sommigen dramatische voorstellingen kunnen oproepen. En inderdaad, de beeldcultuur zendt 24 u op 24 u - niet te stuiten, niet te omvatten en niet te controleren - met grote snelheid plaatjes en informatie door ieders hoofd.
De electronische media vermenigvuldigen zich, de ene gadget na de andere wordt de markt opgejaagd, één derde van de gezinnen in Vlaanderen bezit een videoapparatuur en bezoekt de commerciële verhuurpunten, waar horror, sex, geweld en romantische leugens het overheersende aanbod zijn.
Men kan bij het woord ‘opgejaagd’ zich de vraag stellen: wie is de jager an wie is de prooi?
In het boek ‘Lof der traagheid’ handelt professor Marcel Janssens ook over elektronische informatie langs het beeldscherm en over de tanende leescultuur. Hij schrijft:
‘De simultane mondialisering van de ruimte via het scherm veroorzaakt een symbolisch verlies van afstand. Alle informatie komt niet-gehiërarchiseerd op ons af in close-up, hier en nu.
Die informatie bestaat uit een tekensysteem van ultrasnelle en zeer selectieve benaderingen van de werkelijkheid. Dergelijke benaderingen door middel van flashes die alles simultaan en op gelijke afstand aanbieden, conditioneren jonge mensen tegenwoordig op een nieuw soort toeëigening van de werkelijkheid: zij gaan in werkelijkheid ook “flashlike” bewaren in het hier en nu, zonder temporele afstandname naar achteren en naar voren, in zeer intense numomenten met “flashes”, “shots” en “kicks” op het ritme van een videoclip.’
Men kan zich, nu 1990 tot ‘The Year of Literacy’ is uitgeroepen, de vraag stellen: ‘Isn't Literacy doomed?’, de communicatiecriteria zijn immers: snelheid, nabijheid, visualisering, volledigheid. Dat kan enkel de beeldcultuur, niet de woordcultuur.
Het thema leescultuur náást elektronisch uitgeven en elektronische informatie in bibliotheken, is geen oproep tot doemdenken. Toch roept het bij velen weerstanden op. Het is goed deze weerstanden te uiten, te onderzoeken.
‘Leesbevordering’ en ‘leescultuur’ zijn begrippen die steeds meer opduiken. Mensen lezen minder. De democratisering van het onderwijs betekende geen toename van het lezen; boeken lezen omwille van een esthetisch en/of intellectueel genoegen is er niet meer bij.
Heeft het zilveren beeldscherm het uitgeven van boeken verminderd? Volgens recente cijfers blijkbaar niet, uitgevers en boekhandels doen goede zaken. Of moet men de vraag anders stellen? Heeft de invloed van het zilveren scherm het uitgeven van boeken inhoudelijk veranderd? Er worden inderdaad meer boeken uitgegeven, maar ze dienen niet meer om gelezen te worden. Ze dienen in de eerste plaats om geraadpleegd te worden: veel kijkmateriaal, weinig tekst, alleen feitentekst, kort, praktisch en informatief. Een nieuwe manier van uitgeven dient zich aan. Het elektronisch uitgeven via de zilveren schijf staat voor de deur. CD-ROM is een medium dat zich bijzonder goed leent voor niet-tijdgevoelige informatie. Dus voor bibliotheken. De opslagcapaciteit van deze schijf breidt zich uit. De wetenschappelijke en professionele informatiewereld bereidt een ware revolutionaire ontwikkeling voor.
Is dit de stilte voor de storm?
Waar is de plaats van de bibliotheek en van de openbare bibliotheek in het bijzonder? Verandert met de inhoud haar rol? De tijd is voorbij dat men