De Vlaamse Gids. Jaargang 74

[p. 3]

[Nummer 2]

Dit nummer staat in het teken van de relatie tussen Nederland en Vlaanderen en brengt hulde aan de twee jongste winnaars van de Prijs der Nederlandse Letteren, Gerrit Kouwenaar en Hugo Claus, twee voormannen van de Beweging van Vijftig.

Naar aanleiding van de uitreiking van de Prijs der Nederlandse Letteren op 7 december 1989 sprak Willem Roggeman met Gerrit Kouwenaar en schreef Michel Bartosik een essay over zijn poëzie. De dichter zelf blikt terug op zijn jeugdvriendschap met Jan Cox, zijn eerste contact met Vlaanderen.

Ter gelegenheid van deze bekroning verscheen een door Kouwenaar gemaakte keuze uit zijn poëzie, Een eter in het najaar (1989). Eveneens bij zijn vaste uitgever, Em. Querido's Uitgeverij te Amsterdam, verschenen in 1982 zijn verzamelde Gedichten 1948-1978, alsook de bundel het blindst van de vlek, in 1987 gevolgd door het ogenblik: terwijl.

Naar aanleiding van de zestigste verjaardag van Hugo Claus schreef Gerrit Kouwenaar het gedicht ‘de dag’. In het Museum voor Hedendaagse Kunst te Antwerpen werd Claus op 29 april door de Germanisten van de U.I.A. gehuldigd met een reeks lezingen. G.F.H. Raat handelt over de prozaïst, Dirk De Geest over de dichter en Carlos Tindemans over de toneelschrijver.

Tot Claus' recente publicaties, alle uitgegeven door De Bezige Bij te Amsterdam, behoren de roman Een zachte vernieling, geïnspireerd door de experimentele kunstenaarskolonie te Parijs omstreeks 1950 (1988), de novelle De zwaardvis (1989), de dichtbundels Sonnetten (1986) en Sporen (1987) en de toneelstukken Gilles! (1988) en Het schommelpaard (1989).