Boon-Elsschot: korte en harde vriendschap
Tussen 1943 en 1947 (met nog een eenzijdig uitlopertje tot in 1952) schreven Louis Paul Boon en Willem Elsschot 26 brieven naar elkaar. Het zijn geen teksten met wereldschokkende inhoud, maar zelfs de onbelangrijkste regels van een belangrijk schrijver hebben hun belang. Wie door het werk van Boon en Elsschot gefascineerd wordt, zal dit met veel uiterlijke zorg uitgegeven boekje niet willen missen.
Aan de wat eigenaardige relatie tussen Boon en Elsschot kwam in 1947 een einde toen Elsschot een gedicht ter verheerlijking van August Borms aan Louis Paul Boon wilde opdragen. Boon wees dat op een enigszins genuanceerde, maar toch zeer duidelijke wijze af. En meteen had hij de laatste brief van Elsschot ontvangen. Het is niet uitgesloten dat Elsschot de opdracht met voorbedachte rade als een provocatie heeft bedoeld en de breuk met Boon heeft uitgelokt. Een fascistisch gekleurd ei in de toen erg rode korf van Boon zou voor te veel herrie gezorgd hebben. Elsschot zal dat ook wel geweten hebben.
De samenstellers hebben deze correspondentie van een inleiding en van verklarende voetnoten voorzien. In het boekje staan ook zestien illustraties (portretten, handschriften, boekomslagen...) en zeven teksten die Louis Paul Boon tussen 1946 en 1976 over Elsschot publiceerde in De Roode Vaan, Front Vooruit en Vlaams weekblad.
L.V.
ALS EEN ONWEDER BIJ ZOMERDAG. De briefwisseling tussen Louis Paul Boon en Willem Elsschot. Bezorgd door Jos Muyres en Vic Van de Reijt. Amsterdam, Querido, 1989, 112 p., ill. Prijs: 598 BF, gebonden.