Kanttekeningen bij de rondreizende exlibristentoonstelling VI
Heraldische exlibris bestaan dus nog altijd, zegt iemand bij het bekijken van de eerste lijst op de exlibristentoonstelling van het Willemsfonds. Er klinkt wat argwaan in zijn stem. Hij heeft geen ongelijk, want het heraldische exlibris is inderdaad een smal randgebied van de hedendaagse exlibrisgrafiek geworden en tussen de moderne heraldische exlibris zit af en toe een wat buiten de regels vallende creatie van een naar adellijke roem smachtende amateur. Een eeuw geleden had ongeveer een vijfde van de exlibris bindingen met de heraldiek. In nog meer vervlogen tijden was het aandeel van de heraldiek nog véél groter. Uitbreiding van het onderwijs, een grotere verspreiding van het boek en de groei van het aantal huisbibliotheken hebben het aanzien van het exlibris grondig gewijzigd. De gewone burger naaide grote vleugels aan zijn fantasie en zo slaagde hij er moeiteloos in om het smalle pad van de wapenkunde te ontvluchten. Het illustratieve exlibris deed meer en meer zijn intrede.
Voor een beperkt aantal liefhebbers blijft van de heraldiek en dus ook van het heraldische exlibris een bijzondere charme uitgaan. Het is een zeer gespecialiseerd terrein en zonder goede voorbereiding moet men er liever niet in doordringen. Over dit onderwerp bestaan - ook Nederlandstalige - boeken, waarin geschiedenis en structuur van de wapenkunde worden beschreven. Veel van de oude heraldische exlibris werden in grafische ateliers ontworpen door anonieme vaklui. Slechts enkelen signeerden hun werk met een monogram. Een mooi voorbeeld van zo'n oud anoniem exlibris komt uit Engeland [1]; het steekt boordevol heraldische symboliek en de liefhebbers van het genre zullen een volle pagina nodig hebben om alles nauwkeurig te beschrijven.
Het volgende exlibris komt ook uit Engeland, maar de naam van de ontwerper is dit keer wél bekend. Het resultaat is gesigneerd en zelfs gedateerd, al zal dit op de reproduktie niet goed te zien zijn. Onderaan tussen de vier letters ‘S’ staat links het monogram GWE en rechts ziet men het getal 97. Daardoor weten we dat het in 1897 werd gegraveerd door George W. Eve [2]. Deze Britse graficus leefde van 1855 tot 1914 en publiceerde een paar nog steeds bekende boeken over heraldiek: Decorative Heraldry 1897 en Heraldry as art in 1907. Hij heeft 250 exlibris gegraveerd en zijn werk wordt door de hedendaagse verzamelaars druk gezocht.
Met de Portugees Antonio Paes Ferreira [3] komen we bij het echt hedendaagse heraldische exlibris. Het gereproduceerde boekmerk dateert van 1979 en is het honderddrieëndertigste nummer op zijn werklijst. Het aantal door Paes Ferreira gegraveerde exlibris is intussen meer dan verdubbeld. Een aantal van zijn exlibris leunt volledig aan bij de traditionele en zuivere vorm van het heraldische exlibris, maar in sommige boekmerken is de heraldische symboliek reeds gekoppeld aan voorwerpen die buiten de heraldiek vallen, bv. aan boeken. In de beginperiode van het illustratieve exlibris kwam dit ook al voor: heraldische symboliek werd soms vermengd met een illustratie die verwees naar de persoonlijkheid van de titularis, bv. met voorwerpen die zijn beroepsbezigheden of tijdverdrijf illustreerden.
Ten tijde van de Franse revolutie zijn er boeiende dingen gebeurd met de heraldische exlibris. De naar adeldom verwijzende exlibris werden vaak met een blanco papier overplakt ofwel werd een nieuw ‘onschuldig’ exlibris ontworpen en boven het heraldische boekmerk gekleefd. Over het Franse heraldische exlibris zijn nog meer boeiende dingen te lezen in het onlangs bij Picard Editeur te Parijs verschenen boek L'Exlibris. Histoire, art, technique geschreven door Germaine Meyer-Noirel.
Het exlibris voor de Fransman Jean-Pierre Daul [4] is nog meer hedendaags dan dat van Ferreira - het werd in de loop van vorig jaar ontworpen - maar toch is het een anoniem werk. In Parijs zijn nog steeds grafische ateliers te vinden waar talentvolle ambachtslui exlibris in staal graveren. Niet hùn naam staat op het