Strahov-bibliotheek, en bv. ook werk van Andreas Vesalius en Geeraard Mercator. Er is ook een Blaue-editie van 1649, getiteld Novum ac magnum Theatrum Urbium Belgiae.
Een toppunt van de Boheemse boekverluchting uit de twaalfde eeuw is te vinden in De Civitate Dei van Augustinus (Codex Hildebert).
Al deze gegevens vonden we terug in een onlangs door het Museum voor de Nationale Letterkunde te Praag gepubliceerd boek over de Bibliotheca Strahoviensis.
Elit het historisch overzicht blijkt dat de oude manuscripten afkomstig zijn uit het scriptorium van Olomouc en bat de bibliotheek een nog veel rijker bezit kon gehad hebben zonder een verwoestende brand in 1258 en zonder de troebelen ten tijde van de Hussieten-oorlogen. Tijdens deze periode is men er gelukkig in geslaagd een groot aantal boeken ergens te verbergen. Op het einde van de dertigjarige oorlog is een Fins-Zweeds regiment met een boop boeken aan de haal gegaan; in het begin van de negentiende eeuw is beze oorlogsbuit te Turku (Finland) in de vlammen opgegaan.
Naast deze onherstelbare verliezen zijn er ook belangrijke uitbreidingen geweest, door giften, door aankoop Van particuliere verzamelingen en door overheveling van overheidsarchieven.
In het begin van deze eeuw is begonnen met een degelijke inventarisatie - vooral door de bibliothecaris Cyril Straha.
In 1950 bezat de bibliotheek ongeveer 130.000 banden, waaronder bijna 3000 handschriften, 2000 incunabelen en talrijke werken uit de beginperiode van de boekdrukkunst. Veel van deze boeken zijn inhoudelijk niet meer zo interessant als vroeger, maar ze vormen uiteraard een belangrijk studiemateriaal bij het onderzoek van de geschiedenis van de boekdrukkunst. Het spreekt haast vanzelf dat dit oude gedeelte van de bibliotheek niet algemeen toegankelijk is voor het publiek. Sedert de samenvoeging met het Museum voor de Nationale Letterkunde is het boekenbezit gestegen tot ongeveer 900.000 banden.
Het boek Strahovskà Knihovna bevat 69 illustraties (bijna de helft ervan is in kleur); een gedeelte van deze illustratie is gewijd aan de merkwaardige wandversiering van de ‘Teologickỳ Sàl’ met werk van de schilder-monnik François (Siard) Noseckỳ en van de ‘Filozofickỳ Sàl’ die versierd werd door de Oostenrijkse schilder Franz-Anton Maulbertsch. Het werk van Noseckỳ is gebaseerd op het boek De Typho generis humani van Hieronymus Hirnheim dat in 1676 te Praag gepubliceerd werd. Het boek maakte enige ophef in religieuze kringen en werd een tijdlang verboden. De fresco's van Noseckỳ zijn vooral ook iconografisch van belang.
Het werk van Maulbertsch is gewijd aan de ‘Geestelijke Vooruitgang van de Mensheid’.
Het boek Strahovskà Knihovna is zonder overdadige pracht toch mooi uitgegeven. Het werd in linnen gebonden en zit onder een goudkleurige stofomslag. De tekst is in Tsjechisch, maar er zijn ruime samenvattingen in het Russisch, Engels, Frans en Duits. Iedere verzamelaar van werk over de geschiedenis van boek- en bibliotheekwezen zal het graag in zijn verzameling opnemen.
LV.
Strahovskà Knihovna, Bibliotheca Strahoviensis... (Teksten van Pravoslav Kneidl, Anna Rollovà en Pavel Preiss) Praha, Pamàtnik Nàrodniho Pisemnictvi, 1988, 207 p., ill. Formaat: 23×30 cm. Prijs gebonden: 90 Kcs.