[Boek en Bibliotheek. Reeks III, nummer 1]
Over de drempel
Of: openbare bibliotheek en welzijnswerk
ONDER DEZE TITEL organiseerde de Bibliotheekvereniging van het Willemsfonds op zaterdag 28 november 1987 een studiedag. Voorzitter Willy Bultereys van de organiserende vereniging situeerde het thema van de studiedag als volgt:
‘Een openbare bibliotheek moet zich Per definitie richten tot iedereen, tot alle lagen van de bevolking, tot alle groepen van onze maatschappij. Nu is het wel zo dat in de discussies rond taak en opdracht van de openbare bibliotheek en in de praktijk, aan de sociale oprdacht van de openbare bibliotheek te weinig aandacht wordt besteed.
Voor de minder sterke groepen, ik denk bvb. aan zieken, gehandicapten, gastarbeiders, kinderen van ingewekenen, kinderen van de armsten, bejaarden enz., is de openbare bibliotheek nog niet dat gewenste instrument voor vorming, scholing, opleiding, ontspanning en verdieping. Het is de opdracht van deze studiedag na te gaan hoe de bibliothecaris over de drempel geraakt of kan geraken om de hand te reiken aan deze minder sterke groepen, hoe de link kan gelegd worden met welzijnswerk in de ware betekenis van het woord.’
In de voormiddag werden drie referaten gehouden. Mevrouw Relinde Raeymaekers behandelde het thema ‘De openbare bibliotheek als eerstelijnsvoorziening’; ‘Werken met bijzondere groepen’ was het onderwerp van het referaat van de heer Jos Daelman, terwijl de heer André De Cock meer in het bijzonder handelde over ‘De generatiearmen’. Deze drie referaten zijn zo belangwekkend, dat we de drie referaathouders dankbaar zijn dat we hun tekst integraal mogen publiceren. Het zijn niet alleen drie inhoudelijk goed gestoffeerde werkstukken, ze bevatten ook stof voor een verdere uitdieping en discussie rond het onderwerp van de studiedag.
Na de middag werden de aangereikte onderwerpen in drie gespreksgroepen verder besproken. De studiedag werd besloten met een rede van Frans Heymans over ‘Het bibliotheekdecreet en het welzijnswerk’, waarin de spreker naging welke aanknopingspunten het bibliotheekdecreet biedt om in te spelen op de behoeften van het welzijnswerk. We zijn ook de heer Heymans zeer dankbaar dat we zijn analyse, een eerste vanuit deze invalshoek, mogen publiceren. Zowel in de toespraak van de heer Heymans als in de referaten bleek een gemeenschappelijke rode draad te lopen: de dringende noodzaak aan een verticale structuur in de bibliotheekuitbouw in Vlaanderen.
In zijn slotwoord wees voorzitter Willy Bultereys erop, dat in het basisprincipe dat de openbare bibliotheek voor iedereen is, heel de zwaarte van de sociale verantwoordelijkheid van de bibliotheek ligt. Bibliotheekwerk is niet enkel een vrij toegankelijke ruimte met materialen; openbaar bibliotheekwerk vindt ook, en misschien vooral, buiten deze ruimte plaats.
De link tussen openbaar bibliotheekwerk en welzijnswerk wordt als een noodzaak onderkend, maar kan enkel gerealiseerd worden als er een verticale structuur bestaat. Eén van de conclusies van deze studiedag is dan ook dat de Bibliotheekvereniging van het Willemsfonds zal blijven ijveren voorde oprichting van het NCOB en de voorziene COB'S. Hun taken moeten één geheel vormen, ze moeten duidelijk omschreven en concreet zijn; binnen deze taken moet de link met het welzijnswerk concreet mogelijk gemaakt worden.
Wanneer dit gerealiseerd is, kan de verbinding gelegd worden met andere sociale diensten binnen de maatschappij. Dan pas zal de Openbare bibliotheek kunnen uitgroeien tot een echte bibliotheek voor iedereen, tot een onmisbare schakel voor het welzijnswerk.
Willy Bultereys wees er verder op dat in een maatschappij waarin steeds meer informatie, steeds meer media voorhanden zijn, de kloof tussen de informatie-armen en de informatie-rijken nog altijd verbreedt. Het is immers zo, dat diegenen die al goed geïnformeerd zijn, ook gebruik maken van het nieuwe aanbod en daardoor nog beter