De Vlaamse Gids. Jaargang 72
(1988)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 58]
| |
FlorifèreGebalsemde wijsgeren de bloemen,
wij moeten ze beluisteren overdag
en overdag van ze de lessen leren:
te leven in het even van het heden
te geuren in geurarme werelddelen
geregenboogd kleur te zijn van eeuwen.
En ondergronds terug te buigen naar
de wortel, ons geëigend eindgebaar.
| |
La barqueVerborgen in zijn witte lak, raadsel bark -
waar blijven de geliefden? is hun voorhoofd
het donker water dat rimpels in ze schrijft,
schaduwrimpels in het snijpunt drijft
van wat aan lichaam in ze overblijft?
Schreiend wacht zij op de oeverrand
het parasolletje gesloten in de hand.
| |
Les nymphéasWolk geworden, dan weer plant-lucht
en water zijn van rang en stand
en tussen droom en geur verkrijgt
het linnen in ze kleur, ontstaat
wat verder drijft met rasse spoed
maar blijft voorgoed. Voorgoed.
Atomen rode, roze, blauwe splitsen
in de gauwte een stoet van klank.
Vernauwen in het oog van vrouwen.
| |
[pagina 59]
| |
1e bassin aux nymphéasHoog in het hoge het al te hoge noorden
boort zijn protuberansen de al te lage zon -
niet name nymphéas, over water openplooiend
plioceen van blad tot bloem en blindgestaard
bet oog over de boogjes van de bruggen.
Dialogen liggen op de loer, lagen laaiend
licht en kleurentooi van leer gelooid
in geur van tijm en teer. Vlug geleerd
vangen de vogels ons in hun gezangen.
Kijken wij toe. Wij kijken en verlangen.
| |
Le pont JaponaisJapanse bruggen krommen hun ruggen,
de oevers beide reiken ze de hand.
En zoeken het ooglandschap, vaderland
van vogels en dansterrein van muggen,
Ze vliegen in vlagen van vlugge
Schaduwtjes de heuvelschuinten op.
Nevens haag en heester haast zich
van de grote meester het skelet -
kleurverzadigd, genaamd Monet.
| |
L'allée du jardinBladerend tussen tulpen en lupien
waait een tak zijn koelte af. Wij zien
een voetafdruk en vroeg verdriet.
Waar springt de weg weg, begint de heg
en dat waarvan ik helling zeg?
De wereld ligt erachter en het ijs
voor wie de droom een last legt
op de schouder van de dag. En zegt:
Ik leef, ik ben mezelf tot paradijs.
| |
Monet a GivernyMonet, hoe mild meng je mij de kleuren
tot mijn huis verreikend van het wit
waarop jij alle kleuren zengt, de Epte
door een deurkier bij ons brengt. Vlagen
van ondefinieerbare gebaren gebeuren
hier. De tuin ligt lichtgevend schier.
En later veel later zal de vijver de ijver
van de vissen willen in de wilde lissen.
Later wordt een dagje vol gebeurtenissen.
|
|