Exlibris
Boek en bibliotheek als thema in de exlibriskunst - VI
VOOR openbare en wetenschappelijke bibliotheken werden in het verleden meer exlibris gemaakt dan nu. Op exlibris voor landelijke ‘volksbibliotheken’ werd soms sterk de nadruk gelegd op de drang naar zelfontplooiing door middel van het boek, dat voorgesteld werd als een vuurtoren in de donkere zee van de onwetendheid.
In de Verenigde Staten werden op het einde van de negentiende en ook nog in het begin van de twintigste eeuw prachtige kopergravures voor openbare bibliotheken gemaakt. Zoals op het exlibris van W.F. Hopson [1] bevatten deze exlibris soms ook het portret van de mecenas die de bibliotheek op een of andere wijze heeft ondersteund. Ook voor de openbare bibliotheken van Liverpool werd destijds een kopergravure gemaakt - door Stephen Gooden [2] - maar in latere tijd werd een eenvoudiger exlibris, dit keer in houtgravure, ontworpen door E.C. Preston [3]. Andere voorbeelden van hedendaagse exlibris voor openbare bibliotheken ziet men bij het werk van Dolatowski [4] en van Kalashnikov [5], respectievelijk voor een Poolse en een Italiaanse bibliotheek. Uit eigen land is de oogst niet bijzonder groot. Uit de enkele aan het licht gekomen boekmerken hebben we er twee gekozen. In 1943 tekende André Vlaanderen [6] een exlibris voor de Slosse-verzameling van de Kortrijkse stadsboekerij en omstreeks 1945 werd een boekmerk voor de Limburgse Provinciale Bibliotheek [7] getekend. Te Hasselt is men de naam van de ontwerper kwijt geraakt. Antoon Mahieu [8] ontwierp een aangepast exlibris voor de schoolbibliotheken van Gent. Ook in universiteitsbibliotheken vindt men soms prachtige exlibris. Voor in bijzondere fondsen samengebrachte schenkingen worden meestal bijzondere exlibris (ex-dono's) ontworpen waarop de naam (en soms het portret) van de schenker uitdrukkelijk vermeld wordt. Bij het ontwerpen van een exlibris voor zo'n afdeling van de ‘University of Rochester Medical Library’ heeft Cl. Bragdon [9] echter inspiratie gezocht in het kunsthistorisch verleden, bij Rembrandt's ‘Anatomische les’. Bijzonder mooi is ook het exlibris van Pam Rueter [10] voor de afdeling ‘Orientalia’ van de Amsterdamse Vrije Universiteit.
Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van het overlijden van de Amerikaanse dichteres Emily Dickinson werd in 1986 een internationale wedstrijd voor een Dickinson College Library-exlibris uitgeschreven. Ruim 70 kunstenaars uit 12 landen namen aan de wedstrijd deel. De Rus Kalashnikov kreeg de eerste prijs, maar de tweede prijs ging naar een Vlaming, naar Martin Baeyens [11], die een zeer modern, een echt op het computer-tijdperk afgestemd exlibris in serigrafie ontwierp.
Musea-bibliotheken bezitten doorgaans ook aantrekkelijke exlibris. We moeten ons beperken tot één enkel voorbeeld, en we kozen daarvoor het exlibris dat Edmond Van Offel [12] destijds voor het Antwerpse ‘muzeum van schoone kunsten’ ontwierp. Een interessant studiegebied vormen ook de exlibris voor de soms erg gespecialiseerde plaatselijke studiekringen; als voorbeeld geven we het heraldisch getinte exlibris dat Edmond des Robert [13] in 1912 ontwierp voor een Franse archeologische vereniging. Ook in bedrijfsbibliotheken zijn soms merkwaardige exlibris te vinden. Naar een ontwerp van een niet nader bekende JVL graveerde Luc De Jaegher [14] in 1947 een passend boekmerk voor ‘Bell Telephone’ te Antwerpen. We besluiten met twee rariteiten: twee exlibris, gebruikt in de door een bloedige frontlijn gescheiden soldaten-bibliotheken van de eerste wereldoorlog. Het eerste exlibris is een ontwerp van de Oostenrijker Alfred Offner [15], het tweede is van een onbekende, maar vermoedelijk Amerikaanse ontwerper [16].
L.V.