de nu nog levende tijdschriften Kruispunt en Ons Erfdeel worden er voorgesteld.
Het Lexicon van Westvlaamse Schrijvers verschijnt met de steun van de provincie West-Vlaanderen; de redactie bestaat uit Fernand Bonneure, Jan Schepens, Raf Seys, Jan Van der Hoeven en Marcel Vanslembrouck. Aansluitend bij de vorige bespreking van dit lexicon hadden we ook enige aandacht gevraagd voor de meer uitgebreide studies over Westvlaamse schrijvers die gepubliceerd worden in de VWS-Cahiers. In deze reeks verschenen een tiental nieuwe afleveringen: over de romanschrijfster Maria Vlamijnck, over de raadselachtige Willem Weydts die in de zestiende aeuw te Brugge leefde, over de historicus Egied Stubbe, over de toneel- en romanschrijver Roger Pieters, over de romanschrijvers Victor Vervloet, Gerard Soete en André Claeys (de auteur van een paar opmerkelijke Congoromans), over de Villon-vertaler Jacques Fieuws, over Bert Bijnens, een auteur van heemkundige studies en over Mark Braet, wellicht de meest merkwaardige van door sociaal engagement bewogen dichters uit het West-Vlaanderen van nu.
Elk VWS-Cahier telt 16 bladzijden en bevat een inleiding tot en een bloemlezing uit het werk van de behandelde auteur, een portret en een reproductie van het handschrift, een bibliografie.
Nog uitgebreider documentatie over Westvlaamse schrijvers is te vinden in de onlangs gestarte reeks ‘Monografieën van Westvlaamse schrijvers. Ook hier vindt men ongeveer hetzelfde stramien: biografische gegevens, overzicht van het werk, bibliografie van en over de auteur, facsimile van het handschrift, een reeks soms aandoenlijke foto's die een beeld geven van de reeds afgelegde levensweg. Het eerste deel in deze reeks is gewijd aan Jan Schepens, wel bekend in Willemsfonds-kringen. Voor de tekst van dit boekje zorgde Etienne Delbaere. Het tweede deel werd geschreven door Jooris Van Hulle en handelt over Patricia Lasoen. Op haar uiterlijk koele, maar onderhuids van veel warmte trillende gedichten wordt erg uiteenlopend gereageerd. Jooris Van Hulle doet zijn naam eer aan: hij ‘onthult’ heel wat over de achtergronden van deze poëzie. In het kader van de hedendaagse Nederlandse poëzie is Patricia Lasoen een van de grote figuren. Vorm en inhoud van haar werk zijn krachtig genoeg om te weerstaan aan het kribbig gekwaak van nijdige schoolmeesters.
Met Schepens en Lasoen is de reeks Monografieën van Westvlaamse schrijvers in elk geval beloftevol gestart.
L.V.
- | Lexicon van Westvlaamse schrijvers. Delen 3 en 4. Respectievelijk 108 en 115 p. Prijs, per deel: 300 fr. |
- | VWS-Cahiers, nr. 110-119, 16 p. per aflevering. Prijs: 80 fr per nummer of 350 fr per abonnement van 8 nummers. |
- | Monografieën van Westvlaamse schrijvers:
Delbaere Etienne: Jan Schepens, 56 p.
Van Hulle, Jooris: Patricia Lasoen, 48 p.
Prijs, per deel: 150 fr. |
Al deze uitgaven werden gepubliceerd door de Vereniging van Westvlaamse Schrijvers, Weidestraat 11 te 8100 Torhout.