Exlibris
Literaire thema's in de hedendaagse exlibris-grafiek X
IN DEZE tiende aflevering besteden we wat aandacht aan onze eigen Vlaamse schrijvers. Tussen de negentig exlibris die tot nu toe als illustratie hebben gediend zijn al een paar Vlaamse auteurs aan bod gekomen, nl. Lode Baekelmans en Felix Timmermans.
We moeten ons beperken tot een tiental voorbeelden. Het oudste exlibris is zeker dit van Herman Teirlinck [1], getekend door een niet nader bekende I.L. Het is een echt gebruiksexlibris, met beneden een voorgedrukte plaatsruimte voor het inschrijven van een boeknummer. Een en ander wijst op de grote zorg die vroeger aan een huisbibliotheek werd besteed.
Bij het exlibris van de dichter Daan Boens [2] valt vooral de nu geheel verouderde omschrijving van het begrip ‘exlibris’ op. Op geen ander boekmerk hebben we de term ‘begeleidend boekenzegel’ ooit gevonden. In 1939 ontwierp Alice Vreborch een exlibris voor de toen nog jonge dichter Johan Daisne [3]; als vertrekpunt koos ze Daisne's echte naam: Thiery. Een echt romantisch exlibris werd door de bekende boekillustrator Luc De Jaegher gemaakt voor de Antwerpse dichter Paul De Vree [4]; dezelfde grafikus ontwierp ook het exlibris voor Julia Tulkens [5] en baseerde zich daarbij op de titel van een van haar meest bekende dichtbundels, nl. ‘De aardse bruid’.
De Pool Rajmund Lewandowski graveerde een exlibris in lino voor de Tiense dichter Freek Dumarais [6]. Dat deze dichter ook als postbode werkzaam is kan men op het exlibris duidelijk zien. Op het exlibris van Gaston Van Camp [7] heeft Frank-lvo Van Damme de muze een zeer opvallende centrale plaats gegeven. Aan het thema ‘dichter en muze’ is een afzonderlijk en zeer aantrekkelijk hoofdstuk te wijden! Op het exlibris van Van Camp schijnt de muze de schrijver te roepen, hem de pen aan te bieden om aan het werk te gaan. De opvliegende vogels zijn symbolen voor de erotisch getinte fantasie die ze bij de auteur opwekt. De wereldbol wijst op Van Camp's interesse voor reizen; de inktpot is uiteraard een verwijzing naar het schrijverschap.
Alain Hautekiet is in exlibriskringen internationaal bekend voor zijn zeer kleurrijke, in moderne vormgeving uitgevoerde exlibris in zeefdruk. Tussen de ongeveer zeventig door hem reeds ontworpen exlibris zijn verschillende literaire thema's te vinden; een volledige lijst en een uitvoerige inleiding tot dit werk is te vinden in deel 3 van de ‘Bio-bibliographical Encyclopaedia of the art of contemporary exlibris’ dat in Portugal werd uitgegeven. Het exlibris van Walter Van den Broeck [8] is vrij sober, in slechts twee kleuren. Het portret van de schrijver is dominerend en de naar de roman ‘Brief aan Boudewijn’ verwijzende postzegel maakte een beslist originele tekstverwerking in stempelvorm mogelijk.
Ook op het exlibris van Willy Spillebeen [9] staat het portret van de schrijver op de voorgrond. De spiraalvormige diepte in de achtergrond suggereert ‘De varkensput’, een recent verschenen roman van Spillebeen. Van dit in zes kleuren gedrukte exlibris gaat een zekere dreiging, een agressiviteit uit. Ook de hoofdfiguur in de roman voelt zich in dergelijke turbulentie gevangen.
Er zijn niet alleen exlibris VOOR, maar ook OVER Vlaamse schrijvers gemaakt. Ook daarover zou een afzonderlijk hoofdstuk te schrijven zijn, maar plaatsruimte dwingt ons slechts een paar voorbeelden uit te kiezen. Voor Willy Feliers werd een bijzonder mooie ‘Witte’ van Ernest Claes [10] gemaakt door de Limburgse grafikus Joris Mommen. In een andere kleurets heeft dezelfde kunstenaar ook het thema ‘De veerman en de jonkvrouw’ van Filip De Pillecijn op een zeer aantrekkelijke wijze verwerkt.
Voor de Nederlandse verzamelaar G.G. De Haas ontwierp de Antwerpse grafikus Roel Slabbinck een met aquatint aangevulde ets over Paul Van Ostayen [11]. Naast een portret van de dichter verwijst de illustratie naar een paar bekende gedichten (Music-hall, Melopee). De twee elkaar groetende