Lier, de vertelling Het verken als kluizenaar en De zeer schone uren van juffrouw Symforosa begijntjen werden met één exlibris bedacht.
Bij de Pallieter-exlibris valt vooral het werk van Gerard Gaudaen op. Men ziet er Pallieter die zijn wat schuchtere blote lief uitnodigt voor een ritje te paard. [1] Piet Janssens tekende Pallieter als doedelzakspeler en Peter Bosteels zette hem op een dik boerenpaard. Marie-Louise Albessart (de enige Waalse medewerkster aan de map) tekende een Timmermans-portret tussen winterse bomen en jagershoornen en baseerde zich daarbij ook op een Pallieter-citaat.
Piet Janssens zag boer Wortel uit Boerenpsalm als zaaier op het veld; op het exlibris van Jan Meeus [2] is het veld in de fantasie van boer Wortel een vrouw geworden - ‘een reuzin, zo'n heel groot vrouwmens waar 't eind aan verloren is’, om het met Timmermans te zeggen.
Twee kunstenaars voelden zich aangetrokken door Sint-Franciscus: de Westvlaamse graficus Frans Lasure en de Lierenaar Piet Janssens. Deze laatste zette Franciscus tussen de luisterende vogels. [3] Ondanks de bladvullende aanwezigheid van bloemen en vogels is het exlibris zo sober als het ruwe kleed van de heilige; het steekt fel af tegen sommige wat zoeterige Italiaanse exlibris die vroeger aan hetzelfde thema werden gewijd.
Piet Janssens maakte ook nog een exlibris over Ik zag Cecilia komen, met een door stokrozen half verborgen huis als centraal thema. Antoon Vermeylen gaf de voorkeur aan een portret van Cecilia [4], zich daarbij houdend aan de tekst: ‘Ik zag Cecilia komen, al aan de waterkant; zij kwam daar aangetreden met bloemekens in haar hand’.
Antoon Vermeylen maakte voor andere verzamelaars ook nog exlibris over De zeer schone uren van juffrouw Symforosa begijntjen en over En waar de sterre bleef stille staan. Op dit laatste exlibris ziet men de drie koningen (Pitje Vogel, Suskewiet en Schrobberbeeck) bij de foorwagen die plots in de sneeuwnacht opduikt.
In Het Kindeke Jezus in Vlaanderen heeft Timmermans het over een ‘kreunend, rood bloemig naakt borelingske’ dat teder tegen de borst wordt gedrukt. Frank-Ivo Van Damme heeft dit gegeven zeer getrouw uitgebeeld. [5] Op de achtergrond heeft hij de voedstervader Jozef gezet die met een grote lamp nog steeds naar duidelijkheid over een en ander schijnt te zoeken.
Willy Braspennincx maakte een driekleurige zeefdruk over Pijp en Toebak. Tussen de omhoogkringelende rook uit de pijp tekende hij een portret van Felix Timmermans.
Op het exlibris van Hedwig Pauwels wordt een episode uit het minder bekende boek Perlamoena uitgebeeld: de matroos Gommaar laat zich door de schoonheid en de zang van de meermin Perlamoena zo aanlokken dat hij er het evenwicht bij verliest.
Uit de bundel Vertelsels koos Guido Mariman het verhaal Het verken als kluizenaar. [6] De heilige Antonius is zich nog niet bewust van de zoete zonde die achter hem aan het opduiken is. Het ronde varken ziet er zielsgelukkig uit.
Het boek Schoon Lier is in de Graphia-map vertegenwoordigd door een exlibris van Lea Goovaerts. Haar boekmerk wordt beheerst door de koperen haan van de Lierse Gummarustoren.
De Antwerpse kunstenaar Jan Meeus is - net als Piet Janssens - in de map vertegenwoordigd door vier exlibris. Een ervan kwam reeds ter sprake (Boerenpsalm); de drie andere zijn gewijd aan Lierke Plezierke en Adagio, de dichtbundel waarmede Timmermans zijn schrijversloopbaan besloot. Het Lierke-Plezierke-exlibris steekt - als het boek - vol leven. Tussen de door pen en inkt gesymboliseerde schrijver en de Zimmertoren staat de keerster - een charmant figuur uit een Lierse folkloristische stoet. In de Adagio-exlibris, waarvan we er een reproduceren, overheersen verlatenheid en eenzaamheid. [7]
De map Twintig exlibris met thema's uit het werk van Felix Timmermans wordt kosteloos aangeboden aan de leden van de exlibrisvereniging