tijdschrift, dat 90 bladzijden telde.
De eerste reeks werd in 1914 stopgezet en het duurde tot 1922 vooraleer aan een nieuwe reeks kon worden gedacht, zodat er een onderbreking was van bijna acht jaar. In de redactie zaten toen o.m. Herman Teirlinck, Maurits Sabbe, C. De Bruyne en Louis Franck.
Van de 13de jaargang (1924-1925) af verscheen ‘De Vlaamse Gids’ maandelijks onder dezelfde redactie.
Indien na de tweede wereldoorlog ‘De Vlaamse Gids’ opnieuw kon verschijnen dan is dit vooral te danken aan de stuwkracht van J. Hoste. De redactie van het algemeen maandschrift bestond toen uit A. De Ridder, J. Hoste, K. Jonckheere, J. Schepens, M. Stijns, H. Teirlinck, J. Van Tichelen, H. Van Werveke.
In de loop van de volgende jaren onderging de redactie wijzigingen. Zo trof men in 1954 in de redactie aan: R. Brulez, A. De Ridder, K. Jonckheere, P. Lambrechts, M. Rutten, J. Schepen, M. Stijns, H. Teirlinck en J. Walravens.
Onder de stuwende leiding van Jan Walravens, die het redactiesecretariaat waarnam, ging ‘De Vlaamse Gids’ steeds meer aandacht wijden aan de avant-garde en de jongeren.
Sedert 1970 wordt de redactie waargenomen door Fernand Papon en Willem Roggeman met Frans Strieleman als hoofdredacteur.
Ieder jaar worden ook ‘De Dagen van De Vlaamse Gids’ ingericht. Tijdens een weekeinde in september wordt een colloquium georganiseerd, waaraan auteurs uit Vlaanderen en vaak ook uit Nederland hun medewerking verlenen en waarbij een actueel thema wordt behandeld. Het publiek kan steeds aan de discussies deelnemen.
Sedert 1970 werd een tweejaarlijkse poëzieprijs van ‘De Vlaamse Gids’ ingesteld. Deze poëzieprijs blijft voorbehouden aan dichters die maximum 40 jaar zijn en wordt toegekend voor een dichtbundel, die tijdens de afgelopen twee jaar is verschenen.
Elk jaar wordt op de Dagen ook de Thalia-prijs voor toneel van de Uitgeverij Hoste uitgereikt.
In januari 1975 werd beslist dat ‘De Vlaamse Gids’ voortaan weer om de twee maanden van de pers zou komen, zoals oorspronkelijk het geval was.
Dank zij de nauwe samenwerking met het Willemsfonds, dat ruim in de redactieraad vertegenwoordigd is, wordt elk nummer van ‘De Vlaamse Gids’ aan alle Willemsfondsers gestuurd, hetgeen het tijdschrift een uitzonderlijke verspreiding waarborgt.