De Vlaamse Gids. Jaargang 66(1982)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] Marleen De Crée-Roex Gedichten I dit laat en lange leven als even na het naderkomen de adem vrijuit in de adem stokt en stilaan al de waan- gedachten van de woorden na mijn vader zijn begraven. en warmte delen wij nu aan elkander uit als enig deel der erven. zwaar beladen van licht en in een zacht bestaan van kinderen zijn wij geteld en tellen wij de liefde en vader is ons spraakgebrek, de hapering, de weigering, in de vergissing steeds de ander. [pagina 44] [p. 44] II wat laatst en langst zal leven, de bloemen zijn verwelkt van bij het evenbeeld, en hij later, stervend, weerom later, even uit de huizen breekt, het bange vuur en de omzichtige wake aan het lijf, langzaam de lange adem latend als uit de trage gang van jaren. kortstondig uit de droom gewroken, minzame dode, hoorbaar aan de draden van het zachte water. waar niemand nog ademt, ben je me nader, witte vogel der moerassen, vader van mijn dierbaar woord. Vorige Volgende