wijdde vorig jaar een speciaal nummer aan het jonge Vlaamse proza en gaf dit de titel ‘Een stille generatie’ mee, naar een uitlating van Alstein, die tot een slogan uitgroeide.
Er verschijnen geen belangrijke debuten meer in Vlaanderen, wordt door sommigen beweerd. Waar blijven de Vlaamse tegenhangers van Biesheuvel, Nikolaas Matsier, Frans Kellendonk, Oek de Jong, Maarten 't Hart en de andere Nederlandse jongeren?, vragen anderen.
Er breken in Vlaanderen inderdaad geen nieuwe namen door. Maar komt dit door gebrek aan nieuw talent, door gebrek aan herrieschoppers of door gebrek aan een goede begeleiding? Een nieuwe stroming in de literatuur breekt pas door wanneer zij door bekwame critici en theoretici wordt gepropageerd. De Vijftigers zouden nooit zo'n snelle en grootscheepse doorbraak hebben gekend indien zij niet waren gesteund geworden door theoretici zoals Paul Rodenko in Nederland en Jan Walravens in Vlaanderen.
In Nederland is er nu een nieuwe generatie schrijvers doorgebroken omdat hun werk door een aantal bekwame critici werd bekend gemaakt. In Vlaanderen daarentegen staan de debutanten alleen. Er is geen enkele gezaghebbende stem, die hen de nodige steun kan verlenen.
De neo-realistische poëzie in Vlaanderen is doorgebroken door een frontvorming onder leiding van een militante criticus als Lionel Deflo, die in tijdschriften als ‘Kreatief’ en ‘Yang’ deze nieuwe dichters op een combatieve manier heeft gesteund en die zich krachtig heeft afgezet tegen de Vijftigers, die nog steeds de literaire scene bezet hielden. Maar Lionel Deflo was blijkbaar de laatste van zijn soort.
De jongere dichters, de neo-romantici of hoe ze zich ook willen noemen, hebben geen vaandeldrager meer. Geen enkele theoreticus of gedegen criticus zet zich voor hen in. Zo gebeurt er inderdaad niets meer in onze literatuur, behalve de geregelde publikatie van nieuwe dichtbundels, nieuwe romans en verhalenbundels, die zelf hun weg naar de lezers moeten vinden. Er wordt vaak gesproken over een crisis in de creativiteit. Of deze inderdaad bestaat moeten de leden van het panel beantwoorden.
In Vlaanderen is er een duidelijk gebrek aan kritiek, met het gevolg dat heel wat minderwaardige boeken schaamteloos en achteloos worden aanvaard, goedgepraat. Het gebrek aan onderscheidingsvermogen is schrijnend. In Nederland is de kritiek tegenover Vlaanderen daarentegen al te sterk aanwezig, en vaak onrechtvaardig omdat zij steunt op vooroordelen, op reeds lang geëvolueerde situaties en dus ook weer op een gebrek aan kennis. Dat althans hebben wij dus gemeenschappelijk.