De Vlaamse Gids. Jaargang 64(1980)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Remco Campert Januari 1943 voor Joekie Broedelet Ik liep over het karrespoor op een krakende winterdag Mijn moeder kwam me tegemoet figuurtje in de verte De nacht ervoor droomde ik dat ik een scheepje zeilen deed Mijn hand streelde het kroos in de blikkerende sloot Het scheepje zeilde naar de overkant en raakte klem in het oevergras Ik keek op en zag mijn vader staan hij stak zijn arm door prikkeldraad Hij keek me smekend aan mijn vader vroeg aan mij om brood Op die landweg, moeder hield je me minuten vast Je ogen waren rood je jas die rook naar stad De Duitser had per kaart gemeld mijn vader hij was dood [pagina 23] [p. 23] In Neuengamme, bitter oord daar hadden ze hem vermoord Ik voelde niets maar wist dat ik iets voelen moest Keek langs mijn moeders mouw naar het lokkend bos Pas toen het kon vertelde ik honderduit over wat mij werkelijk bezighield De strik die ik had gezet voor het konijnehol De hut die ik aan het bouwen was in de boom die niemand kende Eerst later voelde ik pijn die niet meer overging Die nog mijn lijf doortrekt nu ik dit schrijf Lang geleden, toch dichtbij de tijd duurt één mens lang Vorige Volgende