De Vlaamse Gids. Jaargang 61(1977)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] Pieter G. Buckinx Hoog in de kruin Hoog in de kruin verschrompelen de laatste vruchten. Takkebossen branden in de boomgaard. Het herfsthout geurt naar wierook en lavendel. Diana roostert appels in de vlammen. Maar als zij plots de klokken van november hoort, de klokken voor de doden, dan vlucht zij in haar kindertijd en schuift de grendel voor de poort. Doorn van verdriet De notelaar is met goudglans getooid. Gij kijkt naar het tuinhuis waarin de netelspin loert. Uw glimlach werd ouder, liefste, maar minzamer dan ooit. De moedervlek op uw schouder is donkerder geworden. Uw nooitgeboren zonen stoeien in het najaarsgras onder de appelboom. Doorn van verdriet. Niet huilen, liefste, hard zijn als steen, vorstinnen huilen niet. [pagina 40] [p. 40] Vorstenspiegel Teken dit op in gotische letters in het Boek met gouden slot, teken dit op met lombarden uit zilver en bladgoud gesneden en met vogels en bloemen in de rand, teken dit op voor de eeuwigheid: ‘Kraak de tralies van mijn troon, breek mijn kroon en mijn degen, strooi mijn sieraden in de wind en geef mij een vorstelijk vaderland waar geen gehuil van wolven meer is, waar geen gekraak van de wereld meer is en mijn adem bevriest op de sneeuwrand van de ruimte in het roerloos gebied van de stilte.’ Vorige Volgende