[Nummer 6]
Waar is de avant-garde nu?
Het thema van deze Dagen van De Vlaamse Gids, ‘Waar is de avantgarde nu?’ is eigenlijk gegroeid uit de discussies, die vorig jaar op de Dagen werden gevoerd over ‘De Crisis van de Kritiek’. Toen bleek inderdaad dat de avant-garde literatuur door de critici nagenoeg niet meer behandeld wordt en dat de progressieve auteurs nog nauwelijks een publikatiemogelijkheid vinden.
Meteen dringt zich een vergelijking op met de jaren vijftig, die gekenmerkt werden door een hoge bloei van de avant-garde. In de literatuur kende men de luidruchtige opkomst van de experimentele dichters. Enkele jaren later waren er ook enkele prozavernieuwers. De bekendste onder hen is ongetwijfeld Ivo Michiels. In diezelfde periode zag men ook overal zolder- en keldertheaters ontstaan en kende het absurde toneel een merkwaardige boei. Ook was er heel wat beweging in de wereld van de schilderkunst, waar vooral de Jonge Belgische Schilderkunst van zich deed spreken, terwijl de uitgeverijen er ook niet voor terugschrikten om hermetische en dus moeilijk verkoopbare boeken op de markt te brengen.
Van deze drukke activiteiten, die toen ons literair en artistiek klimaat beheersten, is thans nog maar bitter weinig terug te vinden. De kleine toneelgezelschappen zijn een na een verdwenen, de schilderkunst beleeft geen luidruchtige manifestaties meer, de avant-garde literatuur wordt blijkbaar nog wel door enkelingen beoefend, maar zij krijgt nauwelijks nog gelegenheid zich te manifesteren. De grote uitgeverijen hebben de progressieve auteurs uit hun fonds gestoten om meer oppervlakkige lectuur, die echter gemakkelijker verkoopbaar blijkt, op de markt te brengen.
Intussen is de avant-garde uit de jaren 50 ingelijfd in het officiële literaire en artistieke leven. De experimentelen worden nu algemeen erkend en zien een na een hun verzameld werk uitgegeven worden. Zij krijgen nu de Staatsprijs en dit wordt algemeen aanvaard. De tijd dat Lucebert het gedicht ‘Regen’ voordroeg en hierbij een glas water over zijn hoofd leeggoot, waardoor de hele zaal in rep en roer kwam, is lang voorbij.
Maar het is hier niet de bedoeling een romantische terugblik op de jaren 50 te brengen en vol heimwee te ver-