De Vlaamse Gids. Jaargang 59
(1975)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 28]
| |
C.B. VaandragerNow a travellerGa naar eind*Rooker, en ook andere stemmen (in andere kamers?) vluchten. Mijn pijp lijkt leeg. Ik roep U aan als postzegel: mijn woord. De sluiers waarin ik haar hul. (lice) De luizen (lies) die ik platlul, met een enkel adjektief.
Meester Burlaat Zadkine (dien zak?) een mangat in het licht maken. Ik adapteer een voorwerp, dat deel uitmaakt van mezelf. Ik ben een T-pot, onder geleide (God). Als ik win, te onzer tijd, is de prijsuitreiking laat.
Goed, dan zal ik grijpen naar de einmalige wegwerp-works, voor een droomschot, met zwel in mijn paars gehelmde boor (aanvankelijk ‘van goor’): grondlucht uit de kop.
Gevulde chick, waarin mag ik? Je mond is zo ver? Fotografic? Nee, die nie!
Een geeuwende God?
Een die zich dagelijks elektrisch scheert? God, gevaren in Hendrix?
‘Stoere love-staaf, meer weet ik eerlijk niet. Ik schiet, maar van smek (erkend bedrijf) ga ik over me nek.
(‘Her powder all over my vest’)
I love to write for the cat and her cunt.
Leg af: hondsdraf, door klimop bezeten
muurbloemen. Stil water in dicpe grand: kont
ik even later in anus-krater, uit de liefdedaad
de dui-vel drij-vend.
Ook bedwelmen met meerschuimen, schelmen.
Meer hellende witse. Meer schimmen
pijpen op over ‘daar-zit-se’.
Zeg maar ‘veertje’, dan komt se
keer op keer, meneertje.
‘Ik zie je hart hangen.’
Halfweg hoort zij ‘Hartsvanger’.
Dat maakt haar niet banger.
maar mijn roede langer.
FIN | |
[pagina 29]
| |
Here with the poetAs the poet needs, she comes to view
Enough, the poet knows no bonds of time.
I marvel that no poet sings your merit.
Now, actual presence may be too exciting.
I much prefer to view a thing in writing.
Our late events are to me far from clear.
How great the forms, the memories how great. I've many forms,
in action swift.
For transformation is my gift.
Strange met-amorfoses I fear.
Prayers will we rise,
Assumed that it pays
People and poets, void of any taste.
I scent the stuff of life.
The stuff lies there.
Foxy Powers * have gone to earth, making
light of what in fact is heavy.
* Hendrix, Hancock?
| |
[pagina 30]
| |
Free volendam / B.B.H.H.?Boerinne, blijf binne.
Het spel gaat beginnen
met ‘Cats’ en Folklore-
zooi. Mooi in het hooi:
een boy uit het Gooi.
Ik denk: W. van Rooy (Mooy)
die kom toch nooi.
Die laat je wachte
tot je tachtigste.
Ik zag dat D. (van Golden) lachte.
Ze lage bij nachte
in veld en vuilnisbelt.
Heeft-ie zelf verteld.
Zij heeft mij voorspeld:
geduld naakt. Eerst geld.
De klop op deur. Wor wakker
Ina Boudoir Bakker.
De geur uit je scheur,
de brand van likeur.
Pikeur in de piste
wat ze allemaal wiste
te jatte. Ik miste
van alles. Boekekiste
waaruit ze viste wat naar
hun gading was. Dat gaf geen pas,
liep uit op ontlading
in Hollandse Rading.
Ik zondig zonodig op zondag:
Zó'n dag, dochter. Mocht je
me verstaan: wat zocht je?
Ik ben toch gesjogte.
Moet er per se gevochte
worden? Toen we nylons kochten,
zag ik af van dat joch en
zei B.B.H.H. ook geen afzakker naar
stamcafe De Twijfelaar.
| |
[pagina 31]
| |
Psychadelia * (voor Mud: ‘a flash in the sky’)
|
|