[Nummer 10]
Willem M. Roggeman
Op bezoek te Bergen
Adriaan Roland Holst, die in 1959 uit handen van koning Boudewijn te Brussel de Prijs der Nederlandse Letteren, de hoogste literaire onderscheiding in de Lage Landen, mocht ontvangen, is op 23 mei jl. 85 jaar geworden. In dit jubileumjaar wil de redactie van ‘De Vlaamse Gids’ dan ook niet ten achter blijven in de hulde aan de man, die vaak de prins der dichters wordt genoemd, een benaming die hij zelf zinloos acht.
Met het oog op de samenstelling van een speciaal nummer brachten wij hem op dinsdag 12 juni een kort bezoek te Bergen in Noord-Holland, na een afspraak per brief, die dan nog telefonisch werd bevestigd.
Bergen, een typisch vakantiedorp aan zee, een veertig kilometer boven Amsterdam, waar ook Lucebert woont, heeft hem een bejaardenflat ter beschikking gesteld.
Na zijn studies te Oxford vestigde Roland Holst zich te Bergen, waar hij jarenlang een huis aan de Nesdijk heeft bewoond, waarvan de tuin herinneringen oproept aan de zo meesterlijk beschreven ‘voortijden’.
Toen het gemeentebestuur Roland Holst onlangs voorstelde het plein in het centrum van het dorp naar hem te noemen, heeft de dichter dit geweigerd: ‘Ik laat niet over mij lopen was zijn antwoord.
Hij is echter wel lid van het kunstenaarscentrum Bergen, waarvan het lokaal aan ditzelfde plein is gelegen. Hij verklaart zijn lidmaatschap als volgt:
‘Het democratische is het gelijkmakende, het horizontale: het grasveld. In de maatschappij moeten wij, naar ik hoor, de democratie aanhangen. De kunst echter staat of valt, ook in een democratische maatschappij, met het aristocratische, het ongelijke, het onverzoenlijke, het vertikale: de eik...’.
Even buiten de dorpskom van Bergen staan drie torengebouwen in een rij. Roland Holst noemt ze zelf ‘trommelgebouwen’. In het middenste gebouw, Frankenstate geheten, heeft Roland Holst een flat op de bovenste verdieping.
Door eindeloze gangen bereiken we de lift, die ons naar de flat brengt. Wanneer wij aanbellen doet Roland Holst zelf open, met zijn schoenen in de hand. Een eerder kleine man, met een rozig gelaat, die nog steeds kaars-