schil / wil geschil / wil geschil /; en die op - em: hem stem / hem stem / stem hem/ stem hem / stem hem /.
Maar aardig is het te moeten vaststellen dat Vondel het woord Lucifer altijd laat rijmen op het doffer klinkende star (= ster). Wordt de vorm hier beïnvloed door het ‘ideologische’?
Bekijk de volgende reeks, deze op -ent: gewend element / rent element / element inneprent / aangewend element / kent element / (ent kent / schent kent /). Op de tussen haken geplaatste rijmwoorden na, is de hele reeks afkomstig uit het eerste bedrijf, dat zich in hoofdzaak druk maakt om de schepping - de elementen.
Over rijmtechniek en ideologie gesproken: ook de volgende en voorlopig laatste rij mag er wezen:
gelijk rijk / gelijk rijk / gelijk rijk / rijk gelijk / gelijk blijk / rijk gelijk / rijk muzijk / rijk muzijk / rijk ongelijk / muzijk rijk / ongelijk rijk / rijk gelijk /.
De rijmwoorden muzijk zijn uit het derde bedrijf afkomstig, waarin de stemming zweeft tussen blijheid en druk. In deze reeks is niet alleen het ‘ideologische’ maar ook het aristotelisch voorschrift dat de held tussen vroom en onvroom zwevend houdt, verantwoordelijk voor het hier zo verrassende woord ‘muzijk’.
Een teleurstellend onderzoek? Toch treft éénmaal een trouvaille die ‘dichterlijk’ genoemd kan worden, t.w. in de rijmwoorden ‘nimmermeer - bliksemspeer’, met herhaling van de i-klank en de toonloze e op overeenkomstige, en herhaling van de m-klank op verdeelde plaats.
3. Nu moet ghy Hofwijck sien. Moet rijm ingewikkeld zijn om ‘dichterlijk’ genoemd te kunnen worden? Kleine tegenslagen mogen we niet tellen. Daarom - laten we een overeenkomstig onderzoek instellen naar het rijm bij Huygens. Alleen omdat we het toevallig bij de hand hebben (in die mooie fotografische herdruk van Servire, door P.J.H. Vermeeren bezorgd), valt onze keus op Hofwijck. Het gedicht is ± 2840 verzen lang en ongeveer de helft ervan zal wel een mannelijk woordeinde hebben: 1420. Huygens kan met 119 verschillende woordeinden toe in zijn staand rijm: 11 minder dan Vondel. Van de woordeinden die maar in één rijmend paar voorkomen, tel je er bij hem 38 - dat is 12 paren minder dan bij Vondel.
Welke woordeinden komen er bij Huygens het vaakst voor?
Die op -aan: 39 paar
die op -eit: 24 paar
die op-aar/t: 22 paar.
Aan en eit zijn bij beide dichters in ieder geval zeer produktief. Maar op -aar/t heeft Vondel 4 paar rijmwoorden; Huygens op -oon eveneens 4 paar (zij het met meer variatie dan bij de treurspeldichter: toon schoon / geloond gekroond / zoon toon / schoon troon /).
Rijtjes met even weinig variatie als Vondel vertoont ook Huygens wel: op -il: stil wil / wil stil / gespil gevild /. Op -olk: wolk volk / volk wolk /.
Maar het zijn geen lange rijtjes, behalve dan dit op -ijn, waarin 22 × zijn; 10 × pijn; 4 × schijn; 3 × mijn, 3 × wijn en de eens voorkomende woorden azijn, Trijn, lijn en Latijn.
In totaal 23 paar tegenover de drie paren bij Vondel (2 × schijn, 2 × kristallijn, 1 × zwijn).
De klap op de vuurpijl levert het