De Vlaamse Gids. Jaargang 56(1972)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Begin van afbraak van een stad oorspronkelijk wou ik alleen geen troebelen over je lichaam laten heenvaren zonder de verwittiging te strelen ik wou het zo laten zoals het niet was de stad in de kou in de woestijn en ik met een bittere smaak om de lippen geweven gewoon alledaags gewond gekneusd bedronken veranderd wereldmoe met regengewaden gelukkig je zo te horen praten vroeger wou ik alleen geen angst tegenspraak in je ogen zien verblijven zonder het vergeten van mijn haat ik zocht toch in de lucht een beperkte kring van goedheid tijd en ik met een iedereenweetwaar in de armen gekneld arm van al die rijkdom wandelend zwervend naar de nood toe onbegrijpelijk als weleer werd ik je vrees gewaar verder wou ik alleen geen droom of verlangen om je mond beginnen voelen noch door vingers noch door omkopen ik verlies de stilte en de ogenblikken roeren verpachtte ik aan de wind voor een appel en een ei met mijn aangezicht donker van waanzin liefde wrang vol hekel grijns grimmigheid nijd kan ik met helden ook kaart spelen en om mezelf gokken en nog verder wou ik je alleen maar zeggen ergens fluisteren ik wou samen met andere handen een stad doen herrijzen uit de rotsen houwen uit het woud klieven met onkruid versieren met gewassen omringen met mensen bevolken behoeden tegen vijanden leugen afkeer afgunst wrevel vrijwaren beschermen om iedereen een nieuwe kans en een ander leven te geven nu wou ik je nog alleen vertellen verhalen mededelen dat dit wereldje eigenlijk niets om een stad geeft geen enkel huis met rust kan laten zonder vergenoegd met sloophamer in de vuist te lachen te grinniken laag en lang spottend en alleen maar behaaglijk inslaapt als na een rooftocht na de afbraak het dier dat ze telkens huilend op ons afsturen... Frank De Crits Vorige Volgende