van de soldaten in Leopoldstad te verschaffen, moet men dit uit de dorpen laten komen, maar sommige ervan zijn op 80 kilometer afstand gelegen! Het gevolg is dat de inheemsen, die aan de staat een substantie moeten verschaffen die een waarde van anderhalve franc vertegenwoordigt, verplicht zijn alle twaalf dagen 160 kilometer af te leggen om hun leveringen te brengen!
Stel dat men morgen de mensen uit Hoei, Borgworm, Dinant, Brugge of Antwerpen zou verplichten alle twaalf dagen anderhalve franc te brengen naar de minister van Financiën, dan zult u begrijpen hoe de toestand is die deze arme negers wordt aangedaan, en zij hebben geen spoorwegen om ze naar het centrale punt te brengen.
De bijdragen aan levensmiddelen zijn bestemd voor de voeding van de troepen, de inheemse arbeiders (bijdrage van chikwangue, een gedroogde vis) en de blanke functionarissen (wild, kleinvee en pluimvee). Deze belasting is de oorzaak van talloze misstanden. En de consequenties van dat systeem zijn door de commissie opgetekend.
Het werkend gedeelte van de inheemse dorpen ziet al zijn tijd opgeslokt door de eisen van de belasting en die van zijn persoonlijk bestaan;' ze hebben bijna niet meer de mogelijkheid zich nog aan ander werk te wijden, zelfs niet als ze van goede wil zijn; vandaar het prijsgeven van de inheemse nijverheid en de onloochenbare verarming van de dorpen'. Het gebied ontvolkt snel.
Het valt niet te loochenen dat het belastingsysteem, waaraan het district Stanley Pool sinds jaren onderworpen is, volgens de vaststelling van de commissie een teruggang van de beschaving heeft veroorzaakt en het leven van de inheemsen armer, ellendiger en treuriger heeft gemaakt.
***
Op een zondag in augustus zag ik zes van de plaatselijke schildwachten met geweren en patroontassen naar Loelanga teruggaan (op de vorige dag was er markt gehouden), en later op de dag, toen we liepen op het gebied van de factorij, kwamen er twee gewapende schildwachten naar de agent, met onder hun bewaking zestien inheemsen, onder wie vijf mannen die met de hals aan elkaar gebonden waren, vijf niet-geboeide vrouwen en zes jonge kinderen. Deze wat pijnlijke situatie, zo werd me verteld, was te wijten aan het hardnekkig in gebreke blijven van de mensen van het dorp waar ze vandaan kwamen, om de juiste hoeveelheid voedsel te leveren. Men vertelde me dat deze mensen 'op de rivier' gevangen genomen waren door een van de schildwachten die daar ter bewaking van de waterweg was geplaatst. Ze waren in hun kano's onderweg geweest naar een paar visgronden van de inheemsen en waren ontdekt en opgebracht.
Een agent legde me uit dat hij gedwongen werd liever vrouwen dan mannen te grijpen, daar leveranties dan vlugger binnenkwamen.
Hij betreurde deze harde noodzaak, maar hij zei dat de levensbehoeften van zijn eigen post, alsook die van de plaatselijke zendelingen, die als gasten van de Abir-maatschappij bevoorraad moesten worden, hem tot strenge maatregelen dwongen als de bevolking in gebreke bleef de juiste hoeveelheden voedsel te leveren.
Terwijl we zo aan het praten waren, naderde er een gewapende schildwacht met vier inheemsen - mannen - onder zijn bewaking, die trossen bananen droegen, een deel van een andere voedselbelasting. Deze schildwacht legde zijn baas uit dat het dorp dat hij zojuist had bezocht, in gebreke was gebleven antilopevlees te leveren, waarbij ze als excuus aanvoerden dat ze door de hevige regen van de vorige nacht niet op jacht hadden kunnen gaan.
De agent maakte zijn verontschuldiging dat hij niet in staat was me gedurende mijn verblijf vlees te geven, waarbij hij wees op de duidelijke noodzaak om nu zonder uitstel een paar mensen te grijpen. Hij zou, zo zei hij, ongetwijfeld nog diezelfde avond er een paar soldaten op moeten uitsturen om vrouwen te grijpen.
Terwijl we, nog steeds onder begeleiding van deze heer, het gebied van de Abir verlieten, kwam er een andere groep mannen aan met drie gewapende bewakers; ze werden naar het gijzelaarshuis gebracht, dat blijkbaar door twee andere schildwachten werd bewaakt.
Die avond werden er om 8 uur, juist na de kerkdienst, werden er door de schildwachten van de Abir een aantal vrouwen over het grondgebied van de zending langs de kerk gebracht en de volgende morgen hoorde ik dat deze arrestaties gedurende de nacht hadden plaatsgehad. Op 2 september, toen ik in gezelschap van de onder-agent van de factorij op het gebied van de Abir aan het wandelen was, kwam ik een rij van vijftien vrouwen tegen die onder de hoede van drie ongewapende schildwachten uit de naburige dorpen werden binnengebracht en langs me heen werden geleid. Deze vrouwen, die klaarblijkelijk echtgenoten en moeders waren, waren - zo werd me in antwoord op mijn vraag verklaard - gegrepen om hun mannen te dwingen antilope- of ander vlees te leveren dat allang had geleverd moeten worden, en een gedeelte ervan, zo werd me vriendelijk beloofd, zou aan boord van mijn stoomboot worden gebracht als ik vertrok. En inderdaad zou me een halve antilope aan boord worden gebracht door de goede diensten van deze heer.
***
Vandervelde: - Maar de levering van levensmiddelen, de herendienst van het dragen van lasten, de aardnoten-belasting zijn eigenlijk niets dan een bijkomstigheid van die grote 'financiemachine' die Kongo-staat heet. Maar waar het op aan komt, wat de staat zijn inkomsten geeft, aan de concessiehouders van de Abir en de Mongala en aan het kroondomein de steeds groter geworden winsten verschaft, dat is de arbeid in de rubber.
Hier wil ik me niet beperken tot een korte samenvatting en omdat u niet allen het rapport van de commissie hebt gekregen, veroorloof ik me u voor te lezen wat er in dat rapport staat over het leed dat de intensieve exploitatie van de rubberbossen voor de inheemsen met zich brengt: