verbeeldde ik me niet. Zij verscherpten de tegenstelling met je kin - groter dan ooit tevoren - waarin stugheid, hardnekkigheid en pijn, wellicht, zich verenigden tot een mengsel waarvoor geen woord bestaat. Uit de gaten van de bruine mouwen schoven grote, expressieve handen, en in de vingertoppen kroop blauw doodsgif omhoog. Dan, op de schemering van het linnen, de vuurrode vlek van een bloem. Je weet reeds wat ik zeggen wil: wit, blauw, bruin, rood, de dood is een groot expressionist.
Ik zocht, gekweld door vragen en vrezen, je vriend en directeur Albert Maertens op. Ik verzeker je, Jan, dat ik onmiddellijk begrip vond voor mijn wens enkele documenten en getuigenissen te bundelen, maar vooral, een volledige bibliografie te publiceren van je geschriften in boekvorm, in catalogi, in tijdschriften en weekbladen. Luc Van Den Briele heeft zich geen moeite gespaard voor jou en niemand zal het mij kwalijk nemen indien ik beweer, dat vooral zijn werk dit Liber Amicorum verantwoordt. De groeiende omvang van deze bibliografie heeft mij evenredig verbaasd. Maar ik was er blij om, beseffend dat vele gegevens, wellicht reeds in een zeer nabije toekomst, verloren konden geweest zijn of nog moeilijk te achterhalen. Nu hoop ik, Jan, dat een deel werd gered, overtuigd dat deze bibliografie de grondslag legt voor een diepgaande studie. Alleen de vrees, dat nog andere belangrijke gegevens of documenten kunnen zoek geraken of vernield worden, wettigt mijn dringend verzoek de oorspronkelijke stukken of fotocopies over te maken aan het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven te Antwerpen.
Wie zou verhelen, Jan, dat het andere deel van dit boekje vele leemten verraadt? Er ontbreken nog vele, echte vrienden. Vrienden aan wie wel gevraagd werd mee te werken, maar wier zwijgen ik begrijp. Dat is een verhaal op zichzelf. Vanzelfsprekend kwamen de reacties traag, naar mijn gevoel soms wanhopig traag, wat mij aanvankelijk met bitterheid vervulde. Ik heb soms weerstanden moeten overwinnen van mensen, aan wier goede intenties ik geenszins twijfel. Ik hoop dat ik voldoende begrip heb getoond. De moeilijkheden waren meestal te wijten aan het verschil van inzicht, niet aan onwil. Schreef je zelf niet, dat men zo weinig kan doen voor een mens als het er werkelijk op aan komt?
Zeker, ik heb vertwijfeld omdat de reactie op mijn verzoek niet kwam, of aarzelend, of laattijdig. Nu meen ik te weten