| |
| |
| |
Dialogische aforismen
door Maurice Roelants
PRO MEMORIE: Aforismen schrijvende ben ik er stilaan toe gekomen ze te beschouwen als een kristal waaraan nog telkens een ander facet kon geslepen worden. Een bepaalde formulering riep soms van zelf om tegenspraak. Het werd dan licht op die manier een vooruitlopen op Montherlant's bezwaar, dat een bepaald idee door anderen als vals wordt ervaren of van het soort is der volksspreuken: ‘Al zoekende vindt ge zelden’ of ‘Vinden is geen vinden meer als ge hebt gezocht’. Zo kreeg ik er stilaan zin in ieder aforisme als een karbonkel in mijn hand te keren en om te keren. Het werd hoe langer hoe meer een trek om in aforismen met mijzelf te redekavelen, te redetwisten, te debatteren, mijn kernwaarheden en hun vloeien in een fugabewerking om te zetten. Ik zal mij er wel voor hoeden mij in een systeem op te sluiten. Dat neemt niet weg, dat ik iets van mijn verdriet en vreugden het liefst verborgen uitspreek in dialogische aforismen die niemand meer en dan ook iedereen uit mijn omgeving raken.
| |
Over zelfverloochening
De zelfverloochening siert de mens. Veelal loopt hij dan ook onopgesierd rond.
***
Hoe zou wie niet bestaat zich zelf verloochenen?
***
De zelfverloochening behoort tot de orde der bovenmenselijke inspanningen. Alleen de moeders beoefenen ze gemakkelijk.
| |
Over rechtvaardigheid en caritate
De rechtvaardigheid is een meestal angstige verwachting. Zij gaat zelden in vervulling.
***
Om recht te spreken volstaat een wetboek. Om rechtvaardig te zijn volstaat het niet mens te zijn. De mens zou in een ander niets van zijn eigen fouten en passies te beoordelen mogen krijgen.
***
| |
| |
Hoe kan een rechter zonder huiveren over andermans boosheid de staf breken als hij ergens iets in zijn wezen verbergt waarvoor hij een mea culpa zou dienen te slaan?
***
Hij kan het zo licht. Iedereen oordeelt en veroordeelt de wereld, iedere dag, alsof er in zijn eigen wezen orde en rechtvaardigheid heersten.
***
Ik kan van een volstrekte rechtvaardigheid dromen. Dus God bestaat. Wij zijn dikwijls van God verlaten.
***
De rechtvaardigheid in absolute zin is vernietigend voor de mens. Hij zou een perfectie moeten zijn om ze te kunnen doorstaan. Een ware vriend laat ook recht wedervaren aan iemands onvolkomenheden.
***
De mens, onvolkomen als hij is, heeft geen absolute rechten, en is niet gediend met een harde en strenge rechtvaardigheid. Zij zou hem vermorzelen. Hij mag alleen hopen op ontferming en toegeeflijkheid.
***
De caritate is het onmisbaar complement van de rechtvaardigheid. Zij zorgt voor een tegengewicht bij de menselijke onvolkomenheid.
***
Zonder caritate bestaat er slechts één uitkomst: de mens te veroordelen.
***
Wie is er zo volmaakt dat hij alle caritate ontberen kan?
***
Boven alle rede en recht, boven alle waarheid en logika, boven alle vernuft en macht, staat de caritate. Tegen de gehele wereld en haar wetten in, heeft de moeder gelijk, die een criminele zoon aan haar hart drukt.
***
De mens heeft meer behoefte aan caritate dan aan rechtvaardigheid. De rechtvaardigheid, hoe goed gedoseerd ook, drukt op hem de stigmaten van zijn tekortkomingen. De caritate tilt hem op en giet zachtheid in zijn wonden.
| |
Over opvoeden
De slechtste rechters zijn de ouders. Zelfs met een hart vol leugen moeten zij eisen dat hun kroost nooit liegt.
***
De goede moordenaar moet wel aan zijn zoon het onmogelijke vragen: zich altijd op zelfbeheersing toe te leggen.
***
De opvoeding bestaat erin altijd opnieuw gezuiverd de kinders het leven voor te houden, dat iedereen elke dag bezoedelt.
| |
| |
| |
Nog over verdriet en geluk
De wereld haalt veel leed over ons hoofd. Niet zoveel als wij zelf.
***
Hoe zou het anders, aangezien wij altijd meer aan de wereld vragen dan aan ons zelf?
***
Het zaad van de vreugde ligt alleen in verdriet.
***
Er zijn vormen van geluk die evenveel doen walgen als het verzadigd zwijn, dat omver valt in zijn trog.
***
Wie het leed zonder adel draagt is tien tegen één lelijk in de vreugde.
| |
Over duren en hoog mikken
Wie niet schrijft om te duren hecht slechts weinig prijs aan dat moeilijk bedrijf. Is ijdel en dwaas wie zich over belang en duur begoochelt.
***
Duren zal geen zorg zijn, want het is een posthume onderscheiding.
***
Alleen posthume onderscheidingen hebben een grond van ernst.
***
En toch zijn katedralen en belforten blijvende aanmaningen om zich in ruimte en tijd duurzaam te overtreffen.
***
Het kind bouwt met zand. Wat nood, dat zijn bouwwerk straks verstuift. De voldoening ligt in het spel. De plezieren van kind tot katedraal- en belfortbouwer variëren. De voldoening van de katedraal- en belfortbouwer ligt vooral in het feit, dat er iets overblijft als hij zelf straks tot stof is vergaan en verstuift.
| |
Over vriend en vijand
En zouden onze ware vijanden wel de anderen zijn? Onze valse vriend zijn wij zelf.
***
Wij nemen geredelijk aan, dat de mens slechts een krank riet is. Alleen de anderen vergeven wij het niet.
***
De meeste mensen doen aan als kinderen van onrust en verveling. Zij verdragen beter al het najagen van ijdele herrie dan een onbewogen kalm uur. Zelfs lasterlijk dazen moet hen worden vergeven, want hoe zou anders de leegte van hun tijd worden gevuld?
***
| |
| |
Laat aan uw buurman zijn hoge dunk over zich zelf: misschien wil hij zich zelf dan waard zijn.
***
Goede vrienden hebben elkaar in tweemaal vierentwintig uren alles gezegd en begrijpen elkaar een leven lang.
***
Vriendschap bestaat er in elkaars fouten te verdragen.
| |
Over onze interesse
Wij leven te veel met ons zelf om niet alles wat onze persoon betreft belangrijk te vinden. Van anderen interesseren ons weinig de zorgen en pijnen, die ons nogal licht vervelen.
***
Van anderen interesseert ons speciaal al wat hun als schandaal overkomt.
| |
Over woede en verontwaardiging
Woede en verontwaardiging zijn de mens tot zelfverdediging gegeven. Die er nogal licht zich zelf mee verzwakt. Zozeer is hij gewoon de beste gaven te misbruiken.
***
Woede en verontwaardiging laat hij onbeheerst zijn rede en zelfbeleid ontwrichten.
***
Beklaag wie woede en verontwaardiging verleert. Hoe moet hij op zoveel wraakroepends in de wereld reageren?
| |
De moeilijk te beoefenen vrijheid
De vrijheid, om zoet te zijn, moet met hoffelijkheid en intelligentie worden beoefend. Lompheid en eigenwijsheid verkleden haar dikwijls in onverdraagzame arrogantie.
***
Om de vrijheid te behoeden is het dikwijls nodig kort en spottend van zich af te bijten.
| |
Over donkere gezichten en tranen
De meeste mensen lopen in het donker. Laat uw gezicht helder zijn als ge ze ontmoet.
***
Het is een weldaad als van twee mensen, die elkaar intiem te woord staan, er een is die zich tevreden voordoet.
***
Als twee sombere lieden tegen elkaar lopen is er tenminste aanleiding om te lachen.
| |
| |
De sombere man heeft gelijk als hij in het donker loopt. Dan bestaat er tenminste kans dat hij niet wordt gezien. Hij wint erbij, dat kennissen en kameraden hem niet uit de weg gaan.
***
Als hij zeer sterk is versnijdt de droefgeestige zijn kwellingen, zoniet met dapperheid, dan toch met onverschilligheid.
***
Tranen worden alleen in het donker en de eenzaamheid gestort. De rest is weekhartigheid of gebrek aan pudeur.
***
Bestrijd de tranen, althans uw eigen tranen en alleszins die, welke in het openbaar uit u mochten breken. Zij verwekken veel te veel onbehagen.
***
Op tranen van uw naasten kunt ge reageren met een omhelzing. Het verdient aanbeveling om ze te drogen zonder praten.
| |
Over lente en catharsis
Laat het leven zijn gang gaan: het eindigt in slijtage en bederf. Goed leven is niets anders dan zich voortdurend richten op herstel en catharsis.
***
Herinnering aan de eerste lente in het paradijs en haar opperste versheid en friste; het eerste gras, de eerste vrucht, de eerste regen, de eerste mannen, die de eerste vrouwen tegemoettreden. De mens is slechts vriendelijk in zijn eerste verschijning.
| |
Bejegening van vriend en mens
De vriend van uw eerste en laatste jaren, als zoveel van het leven geschonden en geschoffeerd is, is als belegen wijn, de beste, want goed gebleven en gerijpt.
***
Stille wanhoop, alles nog eens over te doen bij een eerste kennismaking, twee mensen te zijn, die elkaar langs hun goede zijde benaderen en stilaan elkaar volledig, met al hun zwak en passie, zich zien onthullen, tot zij daar wederzijds staan, ecce homo.
***
Benader elke nieuwe kennis als een schoft en dwaas en gij zult verwonderd en blij zijn iedere dag aan hem of haar een verrassende menselijke deugd te ontdekken.
***
Gun iedere nieuwe kennis op alle gebieden een ‘préjugé favorable’ en integreer daarbij een grote dozis vergoelijking voor mogelijke tekortkomingen; ge ontmoet immers een mens.
| |
| |
| |
Over helden en heiligen
Onmogelijk meer dan een verre vriend te zijn van een heilige of held. Hij laat zich op niets bijzonders voorstaan en onthult u daarmee nog meer hoe moeilijk het is met uw eigen onvolkomenheden vrede te nemen.
***
Neem vrede met onvolkomen mensen, want het is mogelijk te verzuren bij de gedachte dat uw eigen gebreken even onuitstaanbaar zijn als de hunne.
***
De mens is gehumaniseerd door zijn fouten. Het is beter er zich over te amuseren dan er zich over te ergeren.
***
Draag een heilige en een held in uw hart. Op het een of het ander punt zijt ge zijn vriend en die vriendschap in het beste deel van u zelf. Held en heilige zijn ook en vooral mensen.
***
De mens te overtreffen is aan weinigen beschoren. En dan nog leggen die weinigen het accent op het menselijke. Heiligen en helden beginnen met heilig en heldhaftig te zijn door zich van het zelfde gebeente te achten als alle stervelingen. Zij vinden altijd een excuus om over wat ze uitzonderlijk doen een natuurlijke verklaring te geven. Iets van een andere orde heeft in hen gewerkt en ze geholpen. Ze konden werkelijk niet anders.
***
Prent u goed in de geest, dat ge op de een of andere manier verwant zijt en soms in de eerste graad zowel met boeven als met goede mensen.
***
Het is passionant te achterhalen wat er in de goede mens van de boef is en in de boef van de goede mens.
***
Men moet de zonde en de deugd in één persoon op zijn hart kunnen drukken. De ware liefde, al evenzeer als de caritate, kan niet met zilveren schaaltjes deugd en ondeugd tegen elkaar afwegen.
***
Laat onverdraagzame discriminaties aan zuurpruimen en zedepredikers over. Tussen prediken en doen ligt toch een veld struikelstenen, zoniet veel vergalde zuurpruimerij.
| |
Over sport
De sport is zo boeiend omdat zij dramatisch is. Het gaat altijd om een gevecht om de meerderheid, opgebouwd uit vaardige en lenige intelligentie.
***
Het bruut geweld, dat overwint, is afstotelijk. De onbeholpenheid, die zich in het strijdperk waagt, wekt niets dan medelijden. Alleen wat met subtiliteit
| |
| |
in de kracht aan elkaar gewaagd is voert het geboeid meeleven op tot een spits van spanning.
***
De sportman, die over tegenslagen en klappen ontstemming en mismoed laat blijken, vermindert tweemaal zijn kracht: hij voegt demoralisatie bij zijn verstoorde kracht. Hij wijkt en verliest het meest in de geest.
***
Aangezien elk sportief opzet er op gericht is een overwinnaar op te leveren, is het normaal dat er een geslagene is. Die bijna kinderachtige evidentie wordt in gemoede door de geslagene slechts met pijn en vernedering aanvaard. De sportiviteit bestaat er in zich zelf in de nederlaag te overwinnen.
| |
Over superioriteit
De ware superioriteit laat zich op geen superioriteit voorstaan en houdt zonder aanmatiging geest en hart gaaf.
***
De vreemdste en aangrijpendste superioriteit is wel die van iemand waarvan zij op de duur gaat blijken, hoewel hij niets doet om zich te laten opmerken.
| |
Over hoogmoed en bescheidenheid
Er bestaat geen beminnelijke fierheid zonder schroom. Maar hoed u voor valse nederigen.
***
Waarover zou de mens trots zijn? Hij is in staat alles te bederven.
***
Ge doet er goed aan u op bescheidenheid toe te leggen: de wereld rond u is zo groot. Maar richt u op iets groots: de wereld rond u is zo klein.
***
Het is beter zonder meer goed betrouwend te zijn.
***
Er zijn veel gaven vereist om zich met bescheidenheid te vergenoegen. De hoogmoed is een compensatie verschijnsel voor veel minderwaardigheden.
***
Beklaag de hoogmoedige: hij draagt een pestvlek op zijn flank. Geen hand raakt hem aan die hem daar niet een ettersteek geeft.
***
Eerbiedig wie fier genoeg is om niet aan aanvechtingen van ijdelheid toe te geven.
***
Zie u zelf nog niet staan. Sta.
***
Wees zo goed als het gaat met u zelf verzoend en tevreden, maar schuw alle zelfgenoegzaamheid als de pest. Ge hebt ook met een onuitstaanbaar deel van u zelf te leven.
|
|